-
J°4
DE RAIFFEISE N-B ODE
39
Vervaldagen der
coupons
1 Oct.
15 Cct.
30 Oct
■oi'/t
104V4
102
101 Vs
102
10i'/4
ioi'/b
101
IOOa/4
100'/,6
101
10 o»/4
I001/,,
98
97
963/8
io37/8
io33/«
io37j
io315/i6
io31,/i«
io39/,6
104
104
104
lOl'/a
lol '/b
IOI
I03VS
I03Vl6
1027 g
I037/16
103V1
io37<
IoD/g
IOI3/g
ioU/g
101'U
ioi'/b
I005/s
101 s/8
ioi'A
ioi7g
IOIl5/ie
101
ioo'/g
ioo'/4
IOt'/4
IOI '/s
9911 /i 6
99s/s
997,6
101
IOI
ioi'/j
99
98 V,
98'/s
101V4
IOI1/,
ioi Vb
90
94
90
93
92
92
6»/o Nederland 1922 A/B
50/0 Nederland 1918
50/0 Nederland 1919
41/2 Nederland 1916
41/2 Nederland 1917
ko/o Nederland 1916
60/0 Ned. Indië (in dollars) A 1922.
60/0 Ned. Indië (in dollars) B C 1922
60/0 Ned. Indië (1921 C) 1923 in Ponden
6»/o Ned. Indië 1923 D
51/ï Ned. Indië 1921 D (in dollars).
51/2 Ned. Indië 1923 C (in dollars).
5 0/0 Ned. Indië 1915
50/0 Ned. Indië 1916
50/0 Ned. Indië 1917
50/0 Ned. Indië 1923 A
50/0 Ned. Indië (in Ponden) 1923 B.
[4.1/2 Ned. Indië 1926 A/B
50/0 Coöp. Grondkapitaalbank
50/0 Dinteloord Coöp. Suikerfabriek
50/0 Friesch-Gron. Coöp. Suikerfabriek
50/0 Zevenbergen Coöp. Suikerfabriek.
40/0 Puttershoek Coöp. Suikerfabriek
Maart -
Juni
April -
Mei
Febr. -
April
Jan.
Maart
Febr.
Maart
Maart
Mei
April
Mei
Mei
Juni
Jan.
Jan.
April
Jan.
Juni
April
April
- 1 Sept.
- 1 Dec.
- 1 Oct.
- 1 Nov.
- 1 Aug.
- 1 Oct.
- 1 Juli
- 1 Sept.
-15 Aug.
-15 Sept.
- 1 Sept.
- 1 Nov.
- 1 Oct.
- 1 Nov.
- 1 Nov.
- 1 Dec.
-15 Juli
- 1 Juli
- 1 Oct.
- 1 Juli
- 1 Dec.
- 1 Oct.
UIT ONZE BOERENLEENBANKEN.
Aan de Redactie der Raiffeisen-Bode.
Geachte Redactie,
Het komt mij voor, dat de uitdrukking: „Leeuwen op den
weg zien", eenerzijds verkeerd is gebruikt en anderzijds ten
onrechte als curiositeit werd opgevat.
Deze woorden toch zijn ontleend aan het Boek der
Spreuken 22 13: „De luiaard zegt: Daar is een leeuw
buiten, ik mocht op het midden der straten gedood worden."
Uit dit verband blijkt wel, hoe paradoxaal het overigens
ook moge klinken, dat dit spreekwoord altijd doelt op denk
beeldige gevaren.
De heer Obbink had dan ook in het Aprilnummer kunnen
schrijven: „Worden hier geen leeuwen op den weg gezien?
onder weglating van „die er niet zijn."
Hoogachtend,
Akersloot, 8. 10. '28. A. VERMEULEN, kassier.
Aan de Redactie der Raiffeisen-Bode.
LEXMOND, 8. 10. 1928.
Wij zijn de Redactie dankbaar voor het duidelijke, bezon
ken stuk ter zake „Uitbetaling van Spaargelden aan derden"
in de Raiff.-Bode van Oct. j.1.
Want inderdaad de veelheid van beschouwingen had ver
warrend gewerkt. Wat wij vroeger gerust deden, durfden wij
nu niet meer. Wat wij voorheen kloekweg weigerden, lieten
wij nu aarzelend toe.
Doch nu weten wij weer, waar ons aan te houden, en
de redactioneele conclusie vindt weerklank in ons eenvoudig
rechtsbewustzijn.
Alleen ter zake één punt komen wij voor een pijnlijk geval
te staan.
Er is een boerendochter, die tal van jaren een mooi spaar
boekje bij ons heeft. Zij was altijd gewend zelf haar zaken
te komen bezorgen. Dikwijls ook voor een vader of broer.
Nu is zij getrouwd en behoort haar man dus met het
boekje te komen.
Doch wanneer zij haar ouders hier bezoekt is het zoo van
zelfsprekend, dat zij het spaarboekje even meebrengt, om nog
wat in te leggen of soms ook terug te halen. Zelfs vroeg zij
al een boekje voor het eerste kindje. Doch de gehuwde
vrouw is „handelings-onbekwaam"dus de kassier moet zijn
oude cliënte afwijzen met de boodschap: „uw man moet met
het boekje komen."
Zie, dat is een pijnlijke zaak.
Och, de vrouw degelijk als zij is vindt dat wel goed
maar het gevolg zal toch zijn, dat de connectie met de Boeren
leenbank verflauwt.
Zou het nu heusch zoo erg zijn, wanneer een kassier in der
gelijke gevallen de zaak op den ouden voet voortzette? Of
is er een eenvoudig middel om ook in dit geval praktijk en
wet gelukkig te paren? Hoogachtend,
F. DE JONG.
NOOT DER REDACTIE. Zeer zeker bestaat zulk een
middel. De man kan zijn vrouw tot zijn gevolmachtigde
maken. De volmacht (op zegel van f 0.30) moet bij de Bank
blijven berusten. Desgevraagd zal de Juridische Afdeeling
der C. B. gaarne zulk een volmacht opmaken.
EEN PLAAG EN EEN GEVAAR VOOR KASSIERS.
Dat is het telkens weer veranderen van onze bankbiljetten.
Hoe duidelijk waren onze oude briefjes van 60, 40 en 25
met hun sterke, goed te onderscheiden kleuren.
En het bankbiljet van 10, weer anders van tint en afmeting,
gaf heelemaal geen abuis.
Het verschil tusschen die van 100, 200 en 300 en 1000 was
minder sprekend. En toe te juichen viel, dat de duizenden
iets heel aparts werden, al kon ons de zuinig kijkende juf
frouw minder bekoren. Ook het kleurverschil in de honder
den was een verbetering; alleen schijnt ons de tint der brief
jes van 300 bij kunstlicht te weinig sprekend. En bleef het
gevaar voor verwarring met die van 100 bestaan.
Doch met de bankbiljetten van 60, 40 en 25 werd het een
onpraktisch getob.
Eerst kregen we de prachtige carmijn-roode briefjes van
25. Inderdaad keurig voor een museum. Maar niet berekend
om door vettige vingers te gaan.
Toen de even mooie, en gelukkig iets sterkere van 60 en 40.-
Het bankbiljet van 10 met zijn stoere werkman er op, was
reeds eerder vergezelschapt door het dametje met de Zeeuw-
sche muts. Die al spoedig zoo vuil zag, dat geen enkele boerin
haar meer als nicht erkennen wilde.