j 38 DE RAIFFEISE N-B ODE wordt ingeschreven in een bepaald register, zijn relatief hoog en bedragen 7 frs. voor een of meer dieren. Om de 2 jaar heeft in den regel een nieuwe taxatie plaats en daar vooral financiëel zwakke lieden hun toevlucht tot de veebelee- ning zoeken, is periodieke stalcontröle namens den geldschie ter noodzakelijk. De hooge rente van 5V2 a 6% die voor dit krediet verlangd wordt, is redelijk, daar de inschrijvings-, taxatie- en contrólekosten daarin vergoeding moeten vinden. De kredietgever dekt zich zooveel mogelijk tegen de verschil lende risico's, die hij ondanks de wettelijke bepalingen loopt, door allerlei bijzondere bepalingen. De Raiffeisenbanken, wier bepalingen gunstig worden ge noemd, dekken zich b.v. tegen de verschillende risico's door ie. te eischen dat hare belangen bij noodslachtingen zeker zijn gesteld 2e. door het recht aan zich te houden binnen 4 weken het krediet op te zeggen als de periodiek wederkeerende schatting aangeeft, dat het krediet niet voldoende ge dekt is. Verkoop van het verpande vee wordt slechts toegestaan als het dient om het krediet af te lossen of als het pand op andere wijze weer wordt aangevuld. Staat het vee op een pachtbedrijf in een gehuurd ge- bouiv, dan eischt de bank een schriftelijke verklaring van den eigenaar, dat deze van zijn rechten ten be hoeve der bank afziet, bij beslaglegging e.d. Vooral deze laatste bepaling, waardoor de pachter genood zaakt wordt zijn eigenaar een gunst te verzoeken en zijn financiëele positie aan dezen bloot te leggen, verdient voor ons land, met zijn vele pachters, de aandacht. Ook het denkbeeld, dat in het verslag der enquête wordt geopperd, om de beleende dieren van een metalen oormerk te voorzien, en den verkoop zonder toestemming van derge lijke dieren wettelijk te verbieden, geeft reden tot nadenken. Dit denkbeeld wordt geopperd, omdat de belangen van den geldschieter niet voldoende gewaarborgd worden geacht en op deze wijze, zonder dat verscherpte controle noodig is, de ongeoorloofde verkoop kan worden bemoeilijkt. Indien deze maatregel aanbevelenswaardig is in Zwitserland, zoo zou ze dit zeer waarschijnlijk ook in ons land, met zijn in vele streken sterke wisseling van vee, zijn. Deze maatregel zal echter maken, dat een ieder kan zien, dat de veehouder dieren heeft beleend en dit zal als een zeer groot bezwaar worden gevoeld. De meening van het Hoofdbestuur. Het is niet te ontkennen, dat als men het krediet met vee als onderpand, goed wil regelen, d.w.z. aan den geldschieter zoodanige waarborgen wil bieden, dat het krediet tegen dragelijke rente kan worden verstrekt, men al de genoemde bepalingen, waardoor de veehouder zeer in z'n bewegens- vrijheid belemmerd wordt, dient te aanvaarden. Ook het zekerstellen der belangen van den kredietgever boven die van den eigenaar is in dit verband logisch. Een krediet tegen billijke, (doch steeds nog vrij hooge) rente met vee als onderpand kan door den veehouder alleen gekocht worden tegen afstand van een gedeelte zijner vrijheid, en het voordeel van dit systeem boven het borgenstelsel is daardoor zeer twijfelachtig. Het goed ontwikkelde land- bouwcredietvvezen in ons land, aangevuld door het bor genstelsel, maakt het aan veehouders, die onbezwaard eige- naai zijn van hun inspan, in den regel wel mogelijk kreclic te verkrijgen, zonder aan hunne bedrijfsvrijheid in te boeter zonder aan verplichte aflossing gelronden te zijn J) en zonde zijn landheer met z'n financiëele positie in kennis te moetci stellen. Deze toestand in ons land maakt volgens het Hoofd bestuur invoering van een wettelijke regeling als in Zwitser' land onnoodig, terwijl deze regeling op zich zelf reeds zoo! veel bezwaren in zich sluit, dat ook, al mocht er hier eenigl behoefte aan een verbetering van ons landbouw-crediet wezei worden gevoeld, het Hoofdbestuur meent een afwijzen standpunt te moeten innemen. 1) Wij vestigen de aandacht er op, dat de Boerenleenbanken bi voorschotten, verleend onder borgstelling of andere zekerheid, altijc verplichte aflossingen vaststellen, Red, VAN HEINDE EN VER. UIT ITALIË. Italië spreidt op vele gebieden een groote activiteit ten toonl sedert Mussolini zijn intocht in Rome deed. Ook op het ge bied der coöperatie. De bevordering der coöperatie is een dei belangrijke punten op het program van den Duce. Hij heeft reeds een nieuwe wetgeving op de coöperatie tot stand doen' komen, waarbij de verschillende takken er van in een orga nisch verband werden gebracht. Aan het hoofd daarvan werf gesteld een ,,Ente Nazionale della Cooperazione", een soort coöperatie-ministerie. Dit ,,Ente Nazionale" organiseert nu een coöperatie-ten toonstelling, die van 28 October tot eind November gehouden wordt. Deze tentoonstelling moet laten zien, hoe zeer de coöperatie op alle gebied zich heeft ontwikkeld, vooral sedertj het optreden van het fascisme. Het is jammer, dat Rome zoo ver weg is GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende October 1928, De geldmarkt was over het algemeen niet ruim. Vooral, tegen het einde van de maand in verband met de November- geld-eischen. Noteeringen van prolongatie van 4V2 tot 5% kwamen her haalde malen tot stand. Particulier disconto wisselde van 43/16 tot 4'/2 De Staat stelde de inschrijving open op schatkistpapier tot een bedrag van 65 millioen gld. jaarbilletten en promessen tezamen. Het nettorendement stelde zich bij de toewijzing op ongeveer 4JÖ De wisselkoersen waren te Amsterdam voor 1 Oct. 15 Oct. 30 Oct. Londen Parijs Brussel (Belga) Berlijn New-York 12.097* 9-75 34 65 59 43 7a 2-493/s 12.107» 9-7472 34-6872 59 387a 2-4972 I2.097,6 9-747* 34 66' 2 594' 2-497s Van de beurs valt niet veel bijzonders te vermelden. Petroleumfondsen konden wat stijgen, bij de overige fond sen nam men een afwachtende houding aan. Beleggings fondsen waren door de hoogere geldkoersen wat flauwer. De noteeringen waren:

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1928 | | pagina 4