DE RAIFFEISEN-BODE.
3
personen) voor die zeer tijdelijke vervulling geene zeker
heid, dan zal van de Commissie voor het Waarborgfonds
afhangen, in hoeverre bedoelde Bank van het Waarborg
fonds in voorkomend geval kan profiteeren. Die Com
missie zal alle omstandigheden in aanmerking nemen.
De Bank valt echter m.i. wel er onder, voor zoover,
betreft het ontbrekend bedrag, verminderd met het be
drag van de zekerheid, door den Kassier gesteld. Immers
voor dat meerdere bestaat in dezen geen verschil of het
uit de zekerheid van den Kassier komt of de betrokken
Bank zelve het risico draagt. Stel er is f 50.000 zoek. De
kassier stelde f 10.000 borgtocht, dan stond het Waar
borgfonds voor ten hoogste f40.000 en dat zal zoo blij
ven, al is in dat geval het geld door den tijdelijken waar
nemer zoekgeraakt.
Ik stel mij voor nader een en ander Sn de Raiffeisen-
Bode uiteen te zetten'.'
De afgevaardigde van 's-Gravenzande verzocht het Be
stuur in overweging te willen nemen, of het niet wen-
schelijk zou zijn circulaire's te verspreiden ten einde
meer vertrouwen in de Boerenleenbanken te wekken.
Z.i. was dit vertrouwen nog wel voor vergrooting vat
baar en belegden nog te veel menschen hun geld buiten
de Boerenleenbanken (b.v. bij Nutsspaarbanken).
De Voorzitter meende, dat het vertrouwen in onze
Banken weinig te wenschen overlaat. Dit wordt voldoende
gedemonstreerd, zeide hij, door het feit, dat eind 1927
ongeveer 250 millioen aan spaargelden bij de Boeren
leenbanken was ingelegd.
De afgevaardigde van Hellendoorn vroeg of de Cen
trale Ringvergadering niet meer nut zou kunnen afwer
pen, wanneer de Locale Banken een gedrukt verslag)
er van kregen.
De Voorzitter antwoordde, dat z.i. het doen drukken
van een verslag het vertrouwelijk karakter der Centrale
Ringvergadering verloren zou doen gaan. Bovendien is
er een voldoende waarborg, dat in de Ringvergaderingen
een juist verslag van de Centrale Ringvergadering wordt
gedaan, want behalve de eigen afgevaardigde is daarin
toch steeds iemand van de Centrale Bank aanwezig.
De afgevaardigde van Vinkeveen uitte daarna nog
twee wenschen, n.1. betreffende de verlaging der debet
rente in rekening-courant en de rente voor leeningen
onder hypothecair verband, waarop de Voorzitter van
het Bestuur antwoordde, echter onder mededeeling, dat
het voorshands nog niet in de bedoeling ligt, hierin,
verandering aan te brengen.
Hierna werd de vergadering door den Voorzitter ge
sloten.
Velen bleven nog eenigen tijd gezellig bijeen.
REDE OMTRENT HET DERTIG-JARIG
JUBILEUM DER CENTRALE BANK,
door den Voorzitter van het Bestuur ter Algemeene
Vergadering uitgesproken.
Mijne Heeren,
Mijnheer de Voorzitter,
Het ligt niet in mijne bedoeling eene lange rede te
houden. Maar toch waren ons Bestuur en Raad van Toe
zicht van meening, dat het feit, dat onze Instelling op
Dinsdag j.1. dertig jaren heeft bestaan, niet geheel
onopgemerkt mocht blijven.
Immers al moge ons vijf en twintig-jarig jubileum ons
nog vrij versch in het geheugen liggen en al vonden wij
dit nog te kort geleden om nu reeds weer te jubileeren,
zoo hebben zich toch ook in- deze laatste vijf jaren om
standigheden voorgedaan, welke waard zijn even aan
gestipt te worden, en 't is daarom dat ik even een kort
woord wil spreken.
Wat ik boven mijn terugblik op het verleden van vijf
en twintig jaren stelde, namelijk het versje van Bil,-
derdijk:
In 't verleden
Ligt het heden.
In het nu
Wat worden zal!
is in de laatste vijf jaren weer bewaarheid.
Immers wij mochten nu vijf jaren geleden de gezonde
ontwikkeling van het Landbouwcredietwezen consta-
teeren en wij mogen nu dankbaar vaststellen, dat die
ontwikkeling zich krachtig heeft doorgezet.
De goede naam van onze Bank naar buiten, maar
veelmeer nog de onderlinge waardeering en het onder
ling vertrouwen zijn opnieuw bevestigd.
Hulde zij hier gebracht aan allen, die steeds zoo vol
ijver voor onze Instelling werkzaam zijn, den naam
onzer organisatie hoog houden en doen respecteeren,
en zoodoende onze Banken eene werkelijk eenigie
plaats op het geheele platteland hebben verzekerd.
Gaan wij nu meer in het bijzonder na, wat gedurende
de laatste vijf jaren is tot stand gekomen -en welke om
standigheden zich achtereenvolgens hebben voorge
daan, dan wil ik er in de eerste plaats op wijzen, dat op
de Buitengewone Algemeene Vergadering, gehouden op
18 December 1923.
I. is opgericht het Onderlinge Waarborg
fonds der Boerenleenbanken.
De oprichting van dit fonds is eene uiting van den;
waren coöperatie-geest.
Men wilde zelve de eigen en gezamenlijke belangen
behartigen, wilde zelve de risico's dragen, ook voor de
zusterinstellingen, in onze organisatie vereenigd.
Het was dus eene uiting van de saamhoorigheid, Üiq
trouwens inhaerent is aan den goeden coöperatie-gees?
Deze stichting heeft echter niet alleen ideëele, doch
ook prachtische, materiëele waarde.
Zij schept de zekerheid van eene alleszins billijke ver
goeding van schade, onafhankelijk van buiten de zaak'
staande verzekering-maatschappijen.
Bovendien spaart men hierdoor uit de marge voor
onkosten en winst, die eene verzekering-maatschappij'
altijd in hare premie moet opnemen.
De schade-regeling wordt vastgesteld door eene Com
missie uit onze Banken zelve, welker personen als vol
komen met den gang van zaken bekend, het vertrouwen
genieten en die geen belang hebben bij Üe hoegrootheid
der uitkeering.
Met groote dankbaarheid vermelden wij hier, dat in al
de jaren van het bestaan van het fonds_, het slechts drie
malen behoefde te worden aangesproken, waarbij in
begrepen eenmaal voor eene berooving.
II. Als volgende punt moge ik hier memoreeren het
overlijd en van onzen zoo hoog gewaardeerden heer
Van den Hurk, die op 8 Januari 1924 op 53-jarigen
leeftijd aan onze Bank ontviel, en altijd zoo vol vuur en
ijver voor onze organisatie gewerkt heeft.
De buitengewone deelneming, die onze leden toonden
bij dit voor onze Instelling zoo zwaar verlies, deed ons
beseffen, dat zijne uitnemende kwaliteiten overal in onze
organisatie ten zeerste werden gewaardeerd.
Hij werd opgevolgd door den heer Visser, die door
hem was opgeleid en ongetwijfeld de rechte man was
om deze plaats in te nemen.
III. Ons tegenwoordig Bankgebouw is in ge
bruik genomen op Maandag, 23 Juni 1924.
Zooals bekend is, heeft het in totaal met verbouwing
en installatie de som van f 140.000,gekost.
Door aftrek van den verkoopsprijs van het vorige ge
bouw en door afschrijving komt het nu op de balans'
voor met een bedrag van f45.000,