DE RAIFFEISENBODE. 93 de Centrale Bank en bij kassiers, die de machines reeds gebruiken, is hier de aangewezen weg. Waar nu echter nog zoovele Banken in den blinde tasten, zou ik gaarne mijn ervaring mededeelen. Eerst na tal van gunstige referenties van andere Ban ken besloot het bestuur alhier tot aanschaffing van een Sundstrand-Telmachine. Hoewel ik de machine nog slechts drie maanden gebruik, kan ik toch zeggen, dat ze uitstekend bevalt. Al het telwerk wordt er bijna mee gedaan. Toegegeven moet worden, dat het teilen van reeds geschreven bedragen weinig tijdsbesparing geeft, maar het machinaal tellen vermoeit minder en geeft altijd zuivere uitkomsten. Zeer groot is echter het voordeel, wanneer bedragen op losse vellen moeten worden geschreven en geteld, zooals op de uittreksels. Hierbij schrijft en telt de ma chine tegelijk, zoodat minstens de hellt van den tijd be spaard wordt. Bovendien werkt men gemakkelijker. De wijze van werken moet echter iets veranderd worden. Zoo b.v. Uittreksel I. De gewone modellen kunnen hier niet dienen. Men neme losse, blanco vallen van 45 bij 30 c.M., die aan éne zijde bewerkt worden. Vooraf telt men nu in Groot boek I 60 folio-nummers af. Men slaat nu in de eerste kolom de 60 begin-saldi aan en sluit ze onderaan met het totaalbedrag af. Dan volgt de kolom der uitbetaalde gelden. Geeft het Grootboek-folio geen bedrag, dan draait men eenvoudig de wagen een tand verder. Onderaan sluit men weer met totaal af. De derde kolom geeft nu de inlagen (zonder bijgeschreven rente) en de vierde kolom d;e bijgeschreven rente, waartusschen de uitbe taalde rente wordt getypt, doch niet geteld. Daarna de kolom der eindsaldi. Ten slotte komen dan nog de "Serie- en Folio-nummers, die alleen getypt worden. Se- rieletter moet even met de pen worden aangebracht. Aan het eind volgt nu de recapitulatie van alle saldi. Indien men nu de vellen met „nietjes" vasthecht, dan heeft men tevens een gemakkelijke contröle-lijst voor het bijschrijven van de rente der spaarboekjes. Ik zou nu kunnen doorgaan, met verdere bewerkingen te beschrijven, maar ik vrees te veel plaatsruimte ver gen. Bovendien is het de vraag, of mijn werkwijze de beste is. Misschien zijn er andere en betere manieren. Ik wilde slechts een voorbeeld geven, hoe de machine gebruikt kan worden. Zooveel heb ik echter wel ondervonden, dat ik aan grootere Boerenleenbanken gerust een tel-machine kan aanraden. Het spreekt van'zelf, dat de kassier er veel voor moet voelen. Deze moet er ten slotte toch het meest mee werken. Wat de behandeling betreft, deze is doodeenvoudig, vooral wat betreft de nieuwste ftiachi- nes, die slechts 10 toetsen hebben. Als het grootste voordeel van de machine zou ik willen aanmerken het feit, dat ze verlichting brengt juist in den druksten tijd. De kassier doet daardoor zijn werk met meer genoegen en dus beter. Bovendien blijft hem tijd over, om ook in het drukste seizoen de Bank steeds „bij" te houden. Zoodoende wordt de administratie der Bank verbeterd, wat toch ook het doel moet zijn. Met de meeste hoogachting verblijf ik Uw dw. dr. G. ZEVENBERGEN, Kassier van de Boerenleenbank te Epe. Wegens plaatsgebrek in de vorige nummers kon dit artikel eerst in dit nummer worden opgenomen. Capelle aan den IJssel, 26 April 1928. Aan de Redactie van de Raiffeisenbode Utrecht. In de Raiffeisenbode van Maart 1928 worden de be sturen der Boerenleenbanken gewaarschuwd tegen aan schaffing van dure rekenmachines, inderdaad deze waarschuwing is niet overbodig. Rekenmachines, wan neer men er geen werk voor heeft zijn van weinig nut, men krijgt niet zoo gemakkelijk de noodige. vaardigheid in de bediening en het meubel blijft een luxe. Daartegenover staat, dat als men er wel eenig werk voor heeft een goede rekenmachine van onschatbaar nut is en ik stel mij voor, tiat een Boerenleenbank imet een omzet van eenige beteekenis, daarvoor wel wat werk zal hebben. Ja zeer veel werk zal hebben in de winter maanden bij het opmaken der uittreksels uit de groot boeken, de staffels in Grootboek III, de spaargelden in Grootboek I enz. Elke kassier, al kan hij ook nog zoo goed tellen, zal het met mij eens zijn, dat dit alles een ontzaggelijk werk is. Vooral waar de meeste kassiers hun betrekking als nevenbetrekking waarnemen en dus niet hun vollen tijd aan het werk kunnen geven, doch daaraan in den regel hun avonduren moeten opofferen. Vele kassiers zullen, als zij eens een ongelukktgen avond met tellen hebben gehad, uitgeput naar hun bed zijn gegaan. En in den loop van het jaar is ook nog al eens wat te tellen. De kolommen van het dagboek der Boerenleen bank en dat der spaarbank moeten bij een tamelijkien omzet, toch verschillende malen worden opgeteld en overgebracht. Om nu de noodige vaardigheid te verkrijgen, daartoe kan ook zeker bijdragen de soort machine het merk. Alle machines zijn lang niet even eenvoudig. Doch onze Centrale Bank kan U daarover wel inlichten, terwijl ondergeteekende met een machine bekend is, die zeer eenvoudig te bedienen is en waarmede de vaardigheid in enkele dagen verkregen wordt. Wat rest en wat hindert dus nog om een machine aan te schaffen? De prijs. Deze is inderdaad te hoog. Een goede machine koopt men nog niet onder de 350 of 400 gulden. Toch stel ik mij voor, dat een goede machine veel goedkooper te verkrijgen zou zijn, wanneer deze in massa gekocht zou kunnen worden. Zou het daarom niet mogelijk zijn, dat onze Centrale Bank in onderhandeling trad met een leverancier van een goed merk. Wanneer dan de Centrale Bank aan de bgsturen van alle Boerenleenbanken vraagt of zij tegen een sterk gereduceerden prijs aan zoo'n collectieven koop willen meedoen, dan zullen er m.i. vele banken, of lie ver vele kassiers zijn, die hiervoor gevoelen en zou men zoodoende aan een goede en goedkoope rekenmachine kunnen komen, die zeer zeker van onschatbare waarde en nut voor Heeren kassiers zal zijn. Hoogachtend, P. TIMMERS, Kassier der Coöp. Boerenleenbank Capelle a.d. IJssel. MEDEDEELING DER VEREENIGING VAN KAS SIERS IN ZEELAND. De Vereeniging van kassiers in Zeeland hield derden Paaschdag haar jaarlijksche vergadering te Goes. In plaats van den aftredenden voorzitter, de heer J. van Dijke, werd gekozen den heer A. Dominicus. De voornaamste onderwerpen van bespreking waren: ie. De positie der kassiers in onze Boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1928 | | pagina 5