LIPS BRANDKASTEN KLUISDEUREN DORDRECHT. BRANDKASTEN- EN SLOTENFABRIEKEN MARTENS' DE RAIFFEISE N-B ODE. 79 Neen, niet de eigen-geërfde boer, of hij die toch wel leeft zonder inkomen van de boerderij maar den boer die een behoorlijke doorsnee pacht moet betalen en rente van zijn bedrijfskapitaal, dan geloof ik niet dat er in de zuivelindustrie één is die behoorlijk brood heeft, tenmin ste wat men brood mag noemen. 't Kan zijn dat velen zich laven aan de bron door U be doeld; doch de boer zelf toch zeker niet. Nu zou U mij kunnen vragen, hoe kunt U als kassier dan nog optimistisch wezen tegenover de Boerenleen bank Dan antwoord ik daarop, omdat de ondervinding mij heeft geleerd dat zeker 90% van onze boeren liever niet eet, dan niet aan zijn verplichtingen te voldoen en het naar mijn oordeel nog altijd de categorie (al wordt het niet gewaardeerd) die door werken er tracht bovenop te komen. Dat is voor Besturen van Boerenleenbanken, en laat ik zeggen ook voor kassiers, het mooie, om hem daarin zooveel mogelijk te helpen. Hoogachtend, D. VELS, Kassier Coöp. Boerenleenbank te Kwadijk. Noot der Redactie. Het is juist, dat er nog meer van buitenlandschen oor sprong in onze zuivelproducten is, dan wat wij in ons artikel noemden (machine's). Dat dit echter een groot bedrag vertegenwoordigt, gelooven wij niet. Het schijnt ons uitgesloten, dat er voor 60 a 70 millioen 's jaars hulpmest en krachtvoeder wordt ingevoerd ten behoeve van de melkveehouderij. Intusschen is dit heel moeilijk uit te maken en het ligt ook buiten het bestek van ons blad. Het is misschien iets voor het Officieel Orgaan van den F.N.Z. Het onderwerp is in ieder geval zeer belang wekkend, en het zou ons genoegen doen, wanneer iemand het eens grondig bestudeerde. De geachte inzender is het ook niet eens met onze meening, dat de zuivel-industrie een der voornaamste welvaartsbronnen van ons volk is. Toch gelooven wij deze meening te kunnen handhaven. Ook al geven wij toe, dat er momenteel misschien heel weinig winst in het zuivelbedrijf wordt gemaakt. Maar men moet niet alleen het oog slaan op het oogenblik, waarin wij juist verkee- ren, maar ook op het verleden. En dan zal men toch moeten toegeven, dat er heel wat jaren zijn geweest, waarin de boer aan zijn zuivelbedrijf heeft verdiend. En waarom zou dit voor het vervolg tot de onmogelijkheden behooren Al geeft het zuivelbedrijf den boer geen brood, dan nog zijn er vele anderen, die ervan leven. Wij denken aan de arbeiders der boeren, die toch in ieder geval betaald moeten wordenaan het personeel der zuivelfabrieken, enz. Met den slotzin van den geachten inzender zijn wij het natuurlijk van harte eens. BOERENLEENBANK-COMITÉ WATERSNOOD 1916, Rekening en Verantwoording over het jaar 1927. OntvangstenUitgaven Kapitaal einde 1926 ƒ4712.57 Vergoeding van rente Rente over 1927 177.aan 21 personen 364.80 Administratie, druk werk en porto's30.10 Totaal ƒ4889.57 Totaal 394.90 Recapitulatie. Ontvangsten ƒ4889.57 Uitgaven 394.90 4494-67 De Administrateur, C. UITENTUIS. Bovenstaande rekening nagezien en in orde bevonden. Broek in Waterland, 5 Maart 1928. De Commissie tot nazien: w.g. J. GROOT Jz. w.g. J. UBBELS. Advertentiën. Leverancier aan tal van Boerenleenbanken. EN DOETINCHEh FILIAAL AMSTERDAM Hobbemastr.6.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1928 | | pagina 7