LIPS DORDRECHT. BRANDKASTEN- EN SLOTENF ABRIEKEN DE RAIFFEISEN-BODE. 7i Of zou in zoo'n geval het Dagboek in rechte moeten dienen Het tweede: Tijdens de verkeering had juffrouw Zeldenrust haar aanstaande Nooitgedacht wijs gemaakt: ik heb een spaar boekje van f 100.terwijl zij niets bezat. Een tijd daarna zegt Nooitgedacht tegen haar (nu zijn vrouw): „als we dat geld eens haalden van uw boekje?" Zij staat eerst met den mond vol tanden, maar liegt nog eens: O, dat heb ik in de huishouding moeten gebruiken. I Daar kwamen de poppen aan 't dansen; ik zal 't dien kassier eens anders leeren enz. De kassier denkt natuurlijk, vecht jullie 't maar uit' en hij scheept Nooitgedacht af. Gaarne zou ik vernemen, wat U over deze gevallen denkt. Bij voorbaat mijn dank voor de opname. DE KASSIER VAN BEESD. (Van Redactie-wege eenigszins bekort.) Antwoord der Redactie. Wat het eerste ge-! val betreft, de verklaring van den kassier: „het spaar boekje heb je niet, en verder weet ik van niets," zou in een proces niet voldoende zijn. Waarschijnlijk zou de rechter in zulk een geval openlegging der boeken be velen, en dan zou hij zien, dat aan de vrouw was uit betaald. Indien de kassier in het proces als getuige werd gedagvaard, zou hij trouwens moeilijk vol kun nen houden, dat hij van niets meer weet. Wat 't tweede geval betreft, hierin kan de kassier inderdaad den bedrogen heer Nooitgedacht afschepen. Aan beweringen van diens vrouw, die nergens op steu nen, heeft de Bank zich niet te storen. 1 DE BOERENLEENBANK EN HET HUWELIJK. Hoog-Keppel, 18 Februari 1928.1 Aan de Redactie ,,De Raiffeisen-Bode" te Utrecht. WelEd. Geb. Heeren. In verband met het artikel „de Boerenleenbank en. het huwelijk" voorkomende in het laatste nummer van Uw blad, waaruit blijkt, dat de gehuwde vrouw „han- delings onbevoegd" is en het dus noodzakelijk is dat de. echtgenoot bij elke uitbetaling, wanneer het een crediet- of spaarbankrekening ten name van zijne vrouw be treft, mede teekent, zou ik U willen vragen of het niet het eenvoudigst zou zijn dat de man een zoogenaamde „,akte van bijstand" teekende, waardoor hij zijne echt- genoote machtigt, in het algemeen zaken met de Boe renleenbank te doen. I Aan de Juridische afdeeling" zou dan de redactie van dergelijke formuïier-akten kunnen worden overge laten, terwijl deze bij onze Centrale Bank verkrijgbaar konden worden gesteld. Met de meeste hoogachting, l K. G. NOOY, Kassier Coöp. Boerenleenbank ;,Hummelo en Keppel". Antwoord der Redactie. De uitgave van formulieren, zooals door den geachten inzender bedoeld, schijnt ons op zich zelf zeer gewenscht. Wij schrikken er echter eenigszins voor terug, omdat er al zoo dik wijls is geklaagd over een teveel aan formulieren. Ook de uitgave van een formulier voor de opneming van spaargeld door de erfgenamen van den inlegger hebben wij reeds overwogen, maar hetzelfde bezwaar heeft er ons tot nog toe van terug gehouden. Gaarne zouden wij eens de meening van meerdere be- Het goedschrift is zeer belangrijk! Men lette er daarom nauwkeurig op, dat het op de juiste wijze wordt geschreven. Indien een schuldenaar of borg niet kan schrijven, wende men zich tot de Centrale Bank. stuursleden en kassiers vernemen omtrent de vraag, of dit bezwaar werkelijk van overwegend belang is; mocht men van meening zijn, dat er nog wel een of twee for mulieren bij kunnen, dan zullen wij gaarne tot de ver langde uitgave overgaan. Advertentiën. Leverancier aan tal van - Boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1928 | | pagina 7