GELD- EN EFFECTENMARKT GEDURENDE
FEBRUARI 1928.
I05Vs
9778
'°374
997:
99'7
947a
VAN HEINDE EN VER.
ONS LAND EN DE ZUIVEL-INDUSTRIE.
DE RAIFFEISEN-BODE.
69
ving van een postrekening, natuurlijk eenig risico ver
bonden.
Als samenvatting omtrent het zegelen in loopende-
rekening-boekjes kunnen wij het volgende zeggen:
A. Creditposten moeten worden gezegeld:
Uitzonderingen: 1. posten van f 10.of minder;
2. posten, welke een gevolg zijn
van overschrijving van een andere rekening; dit
is echter nog de vraag ten aanzien van overschrij
ving van een postrekening.
B. Debetposten behoeven niet te worden gezegeld.
Uitzondering: een debet-saldo per datum van af
sluiting van de loopende rekening, indien dit
saldo hooger is dan f 10,
De geldmarkt werd veel gemakkelijker en ruimer.
Prolongatie noteerde van 31/2 tot 4 °/o, particulier dis
conto stelde zich ook op ongeveer 334
De wisselkoersen waren te Amsterdam:
1 Fi.br.
15 Febr.
25 Febr.
Londen
12 087/,,
[2. I I
12.1 25/8
Parijs
9-74 'I2
9-7672
9.78
Brussel (Belga)
34 54'/»
34 59
34 62
Berlijn
59.12
59 25
59 35
New-York
2-487,6
2-487/ie
2-4S9/,6
Op de effectenmarkt heerschte voor beleggingsfondsen
een vaste stemming. Verschillende emissie's van buiten-
landsche (Duitsche) fondsen werden weer aangekondigd
en bleken een succes, vooral wegens de aantrekkelijke
rentevoorwaarden. De rubber-aandeelen waren flauw,
wegens de onzekere vooruitzichten van het betreffende
product.
De 6 leening Nederland 1923 B. (coupons April
October) wordt per 1 April a.s. aflosbaar gesteld.
Vervaldagen der
coupons
i Febr.
15 Febr.
25 Febr.
60/0 Nederland 1922 A/B
1 Maart 1 Sept.
106
105*7,6
6°/o Nederland 1923 A
1 Febr. 1 Aug.
100
60/0 Nederland 1923 B (1924)
1 April 1 Oct.
100 3/,6
ioo7„
IOO4
50/0 Nederland 1918
1 Juni 1 Dec.
103'/,
102' 4
IOt'7,6
50/0 Nederland 1919
1 April 1 Oct.
102 7 4
I0Is/4
101'7,6
41/2 Nederland 1916
1 Mei 1 Nov.
IOI
100 */4
'00*7,6
4V2 Nederland 1917
1 Febr. 1 Aug.
IOI
ioo3/4
'OO'V.6
40/0 Nederland 1916
1 April 1 Oct.
98
98
60/0 Ned. Indië (in dollars) A 1922
1 Jan. 1 Juli
1047,6
'047,6
'047,6
60/0 Ned. Indië (in dollars) B C 1922
1 Maart 1 Sept.
'045/,6
'047,6
104 '/8
60/0 Ned. Indië (1921 C) 1923 in Ponden
15 Febr. —15 Aug.
1057,
'05
104'Vi,
60/0 Ned. Indië 1923 D.
15 Maart 15 Sept.
I027
10113/,6
IOI
5V2 Ned. Indië 1921 D (in dollars)
1 Maart 1 Sept.
io33/i6
103
51/2 Ned. Indië 1923 C (in dollars''
1 Mei 1 Nov.
1037a
'037,6
1037»
50/0 Ned. Indië 1915
1 April 1 Oct.
101 v,
IOI
100 7,6
50/0 Ned. Indië 1916
1 Mei 1 Nov.
IOI
101
IOO13/, 6
50/0 Ned. Indië 1917
1 Mei 1 Nov.
1017,
101 74
I OO13/1 6
50/0 Ned. Indië 1923 A
1 Juni 1 Dec.
ioi"4
1017*
ioo'/j
50/0 Ned. Indië (in Ponden) 1923 B
15 Jan. —15 Juli
IOO3 8
1005 '8
10074
41/2 Ned. Indië 1926 A/B
i Jan. 1 Juli
997,6
98'7,6
983'4
50/0 Coöp. Grondkapitaalbank
1 April 1 Oct.
iooV4
IOO3 '4
1 oo3/4
5 0/0 Dinteloord Coöp. Suikerfabriek
1 Jan. 1 Juli
997a
50/0 Friesch-Gron. Coöp. Suikerfabriek
1 Juni 1 Dec.
102
101 74
IOI '/4
50/0 Zevenbergen Coöp. Suikerfabriek
1 April 1 Oct.
97
98
ïo[7„
40/0 Puttershoek Coöp. Suikerfabriek
1 April
95
95
Geen land ter wereld exporteert meer zuivelproducten
dan Nederland, aldus lezen wij in een belangrijk artikel
in het Officieel Orgaan van den Algemeenen Nederland-
schen Zuivelbond. Geen industrie heeft een grooter aan
deel in onzen uitvoer dan de zuivel-industrie. De totale
waarde van de in 1927 uitgevoerde zuivelproducten (boter,
kaas, gecondenseerde melk en melkpoeder) bedraagt
213 millioen gulden.Het op een na belangrijkste export
artikel katoenen goederen, haalde dit cijfer lang niet;
het kwam slechts op 94 millioen, en hierbij moet in he;t
oog worden gehouden, dat dit product voor een groot
deel uit van te voren in ons land ingevoerde grondstoffen
bestaat, zoodat de werkelijke waarde van den uitvoer
hiervan vooi onze nationale welvaart kleiner is, dan het
l) Deze en andere gegevens in dit artikel zijn ontleend aan het
reeds aangehaalde Officieel Orgaan" van Woensdag 15 Februari
1928.
exportcijfer aangeeft. Zuivelproducten daarentegen zijn
een vrijwel voor 100 0/0 Nederlandsch product. Het eenige
buitenlandsche element erin wordt, naar wij meenen, ge
vormd door het feit, dat de machine's gedeeltelijk van
vreemden oorsprong zijn.
Die 213 millioen gulden komt dus geheel of vrijwel
geheel aan ons land ten goede; wat weer naar het buiten
land gaat, kan gerust verwaarloosd worden.
Hieruit volgen twee dingen. Ten eerste, dat de zuivel
industrie van a tot z een nationale industrie is. En dus
een industrie, waarop wij trotsch moeten zijn en die wij
in eere moeten houden. Te meer, waar zij haar bloei
geheel aan eigen werkzaamheid en niet aan staatshulp
heeft te danken.
Maar van die trots eet men geen brood, zegt de lezer
misschien. Aan de zuivel-industrie zit echter ook nog
een materiëele kant. Die 213 millioen beteekenen een
groot aantal brooden voor een groot aantal personen!
Het is zonder meer duidelijk, dat de zuivel-industrie een
der voornaamste welvaartsbronnen van ons volk is. Mis-