REDACTIONEEL GEDEELTE. DE BOERENLEENBANKEN EN DE FISCUS. EEN ZEGELKWESTIE. 44 DE RAIFFKiSEN-BODE. Serie V. Alle resteerende nummers. Serie W. No. |02a 402b 418a 418b 420a 420b 424a 424b 439a 439b 450a 439b 475a 475b 477a 477b 478a 478b Serie X. No. 404a 404b 405a 405b 406a 406b 417a 417b 421a 421b 432a 432b 445a 445b 455a 455b 458a 458b 464a 464b 469a 460b 482a 482b 489a 489b Serie Z. No. 412a 412b 423a 423b 455a 455b 470a 470b 490a 490b Serie A. A. No. 214a 214b 454a 454b 458a 458b 467a 467b 477a 477b 478a 478b 483a 483b 496a 4Qfih 497a 497b Serie C. C. No. 454a 454b 455a 455b 463a 463b 474a 474b 483a 483b 484a 484b 500a 500b Serie D. D. No. 478a 478b 482a 482b Serie E. E. Nb. 408a 498b 500a 500b Serie H. H. No. 494a 494b 497a 497b Serie J. J. No. 480a 480b 484a 484b 487a 487b 490a 490b 499a 499b Wij maken de houders van deze obligaties er opmerk zaam op, dat deze uitgelote stukken rente dragen tot 31 December a.s. Na dien datum wordt daarop geen rente meer vergoed. De Banken worden verzocht met de toezending der uitgelote stukken niet tot den laatsten dag te wachten, maar dit reeds in den loop der maand December te doen: per 31 December worden zij er dan voor gecre diteerd. I Voor obligaties, welke na 31 December in ons bezit komen, wordt men gecrediteerd op den dag, waarop wij ze ontvangen. Van deposito-obligaties, welke bij de Centrale Bank in bewaring zijn geget en, gaan wij zelt de uitloting na en zorgen wij. dat uitgelote stukken per 31 December wor den geboekt, zoodat men ons dit niet behoeft te schrijven. Voor zoover de voorraad strekt kan men voor uitgelote obligaties nieuwe 41/0 pet. stukken krijgen. Daarvoor worden twee nieuwe series 41/2 pet. obligaties uitgegeven; van deze series loot elk jaar minstens één tiende gedeelte uit. Banken die deze nieuwe obligaties willen hebben, worden verzocht dit op te geven. De Boerenleenbanken, welke obligatiën bij particu lieren hebben geplaatst, zijn verplicht dezen van even- tueele uitloting in kennis te stellen. De Inspecteur der Registratie te Delft heeft aan tal van leden der in zijn ressort gevestigde Boerenleenbanken een briefje van den volgenden inhoud gezonden Ik uoodig U uit onderstaande verklaring te doen in vullen'en nnderteekenen en spoedig terug te zenden. DELFT. 16 Nov. 1927 De Inspecteur der Registratie Paraaf Onder.geteekende, penningmeester der Coöp. Boeren leenbank te verklaart dat (volgt naam van den betrokkene) te geen andere gelden te zijner beschikking had per 1 Mei ro2fj, 1 Mei 1926 en 1 Mei 1927 dan Nov. 1927. De penningmeester voornoemd De bedoeling van den Inspecteur was dus, dat de betrokkenen met dit briefje naar den kassier tpenning meester noemt hij hem!) zou gaan. en dat deze de verlangde gegevens zou invullen. Wij vestigen de aandacht erop, dat de redactie der verklaring van dien aard is, dat de kassier haar niet kan invullen en onderteekenen. Hij weet niet, welke gelden de betrokkene te zijner beschikking had. Hij kan alleen nazien, welke gelden deze bij de Boerenleen bank of de Spaarbank te zijner beschikking had Voorts deelen wij mede. dat de Kassier of het Bestuur geenszins verplicht is zulk een verklaring in te vullen en te onderteekenen, óók niet. wanneer de betrokkene het vraagt. Zelfs schijnt ons een principieel afwijzende houding hiertegenover zeer aan te bevelen. Immers, wan neer de Inspecteur bemerkt, dat de verklaring wordt afgegeven, als de betrokkene genoeg erop aandringt, dan zal hij er wel voor zorgen dat de andere leden óók gaan aandringen (d.w.z. hij zal ze in het nauw brengen), en dan is het mét het bankgeheim gedaan. Weigert echter de Bank in beginsel en in alle gevallen een ver klaring af te geven, dan zal de Inspecteur zijn methode wel spoedig opgeven. Eenigen tijd geleden werd de Centrale beboet, omdat zij ongezegeld had afgegeven credit-nota's, waarbij opgave werd gedaan van de boeking van een zeker bedrag, af geschreven van een postrekening, in het credit van een rekening-courant-houder. De Centrale meende, dat zulke credit nota's vrij van zegel waren op grond van art. 37 nr. 5 der Zegelwet, dat vrij stelt ,,de stukken, vermeldende de boeking op een rekening-courant in het credit van den rekeninghouder, welke worden afge schreven van eene andere rekening". De fiscus was het met deze meening niet eens: een uitvoerig verzoekschrift, door de Centrale tot hem gericht, werd niet eens een gemotiveerde beslissing waardig gekeurd. Het was niet zonder leedvermaak, dat wij eenige dagen geleden in de courant lazen, dat de fiscus het in deze kwestie heeft moeten afleggen in een procedure voor de Rechtbank te Amsterdam. Deze Rechtbank besliste op 21 November j.1.. dat een stuk. als waarvoor de Centrale was beboet, zegelvrij is. Vermoedelijk zal de fiscus beroep tegen dit vonnis aanteekenen: zoo niet. dan kunnen wij binnenkort de betaalde boete (f 25.terug vragen! Het is ook wel vermakelijk, dat de Rechtbank te Arnhem enkele jaren geleden den fiscus gelijk heeft gegeven, toen zij over deze kwestie te oordeelen had En dat de Minister van Financiën in 1922 heeft uit gemaakt, dat het bedoelde stuk zegelvrij is terwijl hij in IQ26 verklaarde, dat bet gezegeld moet worden. Er

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 4