34 DE RAIFFEISE N-B ODE. Wij zouden dan echter een amendement erop willen voorstellen. En dat is dit, dat de kosten voor een ge deelte worden afgewenteld op degenen, die het handels register raadplegen. Dit is niet meer dan billijk. Het handelsregister is ten slotte alléén ingesteld ten dienste van hen, die het raadplegen. Waarom hen dan niet een gedeelte der kosten te laten betalen? Dit is ook billijk ten aanzien van die lichamen, die weinig of niet van het Handelsregister gebruik maken, zooals de Boerenleen banken. Verdere details laten wij rusten. Die zijn van nader order. EEN SCHOONE FINANCIËELE INSTELLING. Uit Friesland komt veel goeds voort. Dat weet ieder. Niet ieder weet echter, dat deze provincie kan bogen op het bezit van een „Eerste Leeuwarder Hypotheek- en Credietbank". Tot voor zeer korten tijd was ook ons dit niet bekend. Deze bank, die bij nadere kennismaking eigenlijk niet meer blijkt te zijn dan de handelsnaam, waaronder de Heeren O. Hoekstra, G. W. Petersen en PI. A. Siemonsma zaken doen, tracht met een nieuw systeem van vee-aankoop op afbetaling den Frieschen boe gelukkig en rijk te maken. Zij verkoopt hem een koe voor f300.hij betaalt in 20 maandelijksche ter mijnen; daarbij moet hij een spaarcontract bij de bank sluiten, waarop tien jaar lang jaarlijks f 50.gestort wordt en waarvoor na 12 jaar f 575.-wordt terugbe taald over de geheele koopsom wordt direkt 20 maanden rente ad 6% berekend (bij de aflossingen wordt deze rente niet gerestitueerd); bovendien is 1 provisie ver schuldigd, en moet de kooper het gekochte rund bij of door bemiddeling van de Bank verzekeren voor 4% als de kooper met betaling van een termijn in gebreke blijft, kan de Bank de koe terug halen en is de kooper de betaalde termijnen kwijt; in het spaarcontract konten ook nog van die schoone bepalingen voor, die wij kort heidshalve maar niet vermelden. Het aantrekkelijke in het systeem is, dat de kooper kan volstaan met een eerste storting van f 25. Het Friesche Landbouwblad heeft de contracten van de Bank nauwkeurig nagepluisd (waarover men wel dankbaar mag zijn het licht dezer Bank moet niet onder een korenmaat verscholen blijven!) en is daarbij tot de volgende conclusie gekomen 1. Aan rente op het achterstallige bedrag en premie verzekering wordt te zamen ruim 15% per jaar be rekend; bovendien aan provisie 1.10% van de aan koopsom 2. De bepalingen van het spaarcontract dat aan de koopers van vee op afbetaling wordt voorgelegd, zijn van dien aard, dat wij ten sterkste ontraden hierop in te gaan 3. De Eerste Leeuwarder Hypotheek- en Credietbank lijkt ons allerminst de aangewezen plaats voor aan koop van goed gebruiksvee tegen marktprijs. Er schijnen door de Bank al aardig' wat koeien volgens dit profijtelijke systeem verkocht te zijn (zij zelf spreekt van 300). Wordt de mensch nooit wijzer? DE ECONOMISCHE CONFERENTIE EN DE LANDBOUW. II. In het vorig nummer namen wij op de algemeene resolutie's, terzake van den landbouw aangenomen door de eenigen tijd geleden gehouden economische conferen tie te Genève (waarvan de conferentie over de opheffing van in- en uitvoerverboden, die thans bijeen is en onder voorzitterschap van den heer Colijn staat, een direkt gevolg is) wij laten nu hier volgen de bijzondere resolu tie's, voor zoover zij betrekking hebben op de coöperatie. 1Landbouwcoöperatie: verhouding! tusschen de productie- en verbruiks coöperaties.. (I.) De landbouwers der verschillende landen arbei den aan de verbetering hunner bestaansvoorwaarden en dragen tegelijkertijd bij tot de algemeene welvaart door meer en meer gebruik te maken van alle vormen van coöperatie coöperatie's ter voorziening, hetzij in de be hoeften van het beroep, of in die van het gezinverkoop- coöperatie's voor den regelmatigen afzet der producten coöperatie's voor de verwerking van de voortgebrachte grondstoffencredietcoöperatie's voor de behoefte aan kapitaal (het op peil houden van de werktuigen, grond verbetering, het opslaan der producten). De coöpera- tieve instellingen verhoogen zoodoende de koopkracht der landbouwers als producenten en als verbruikers. Zij bevorderen tegelijkertijd den economischen vooruitgang, zoowel door verhooging der productiviteit als door ver betering der kwaliteit en door het scheppen van de moge lijkheid om de geoogste producten en hunne bijproducten ten volle te benutten. Ten slotte dragen zij bij tot de regeling der markten, door de toepassing van methoden, welke de kosten van distributie tot een minimum be perken. (II.) De landbouwcoöperatie's zullen tot nog belang rijker rationaliseering van het economische leven bijdra gen, naarmate haar betrekkingen met de verbruiks- coöperatie's nauwer worden. Directe handelsrelatie's tus schen producenten en verbruikers, of vereenigingen van beiden, schakelen de onnoodige tusschenpersonen uit, en wanneer zij voldoende verbreid zijn, leiden zij tot voor beide partijen voordeeliger prijzen. Bij het materieele voordeel komt nog moreèle winstde producenten en verbruikers leeren door de rechtstreeksche handelsbe trekkingen elkaar kennen en rekening houden met eikaars bijzondere omstandigheden en behoeften. De productie- en consumptiecoöperatie's leeren het voordeel op prijs stellen, dat voor haar ligt in onderlinge directe betrekkingen, welke met haar gemeenschappelijke prin- cipe's in overeenstemming zijn. Het duidelijk besef van de mogelijkheid eener onderlinge samenwerking en van wederzijdsch vertrouwen bij de onderhandelingen vor men de onmisbare voorwaarden voor een practische oplossing van het vraagstuk der directe handelsrelatie's tusschen landbouwproductie- en consumptiecoöperatie's, een vraagstuk, dat theoretisch reeds lang is opgelost. De pogingen om tot een practische verwezenlijking i te komen zouden gesteund moeten worden van de zijde van den landbouw door de voortbrenging van artikelen van een bepaalde kwaliteit en een uniforme soort; var de zijde der verbruikscoöperatie^ door den wil om zoo veel mogelijk de landbouwproducten te koopen bij de landbouwproductiecoöperatie'svan de zijde der Staten en openbare lichamen door steun aan de coöperatieve beweging door middel van het stichten van leerstoelen aan universiteiten of andere wetenschappelijke inrichtin gen, door middel van het geven van cursussen ter behan deling' van de coöperatieve beweging en door een belas- tingpolitiek. welke zich onthoudt van het nemen van maatregelen, welke nadeelig voor de coöperatieve bewe ging kunnen zijn. Een doeltreffende samenwerking, eventueel in den vorm van gemeenschappelijke ondernemingen, zal te gemakkelijker te bereiken zijn, naarmate de productie- en consumptiecoöperatie's der verschillende landen natio naal meer in gemeenschappelijke economische comité's vereenigd zijn. Om aan de coöperatie een normale ontwikkeling te verzekeren op elk gebied, waarop zij werkzaam is, is het van het grootste belang, dat de wetten, welke haar regelen, op uniforme grondslagen rusten, voorzoover dit nog niet het geval is, en dat zij haar zoo min mogelijk belemmering in den weg leggen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 2