VAN HEINDE EN VER. UIT BRAZILIË. DE RAIFFEISENBODE. Ieder vecht voor zijn principaal en de derde arbiter heeft dikwijls de beslissing in handen. Heeft bij de aanwijzing van den derden arbiter, een der beide anderen de kans iemand benoemd te krijgen, van wiens medewerking hij vrijwel verzekerd is, dan is de zaak soms feitelijk al beslist, eer ze behandeld is. Heel vaak ook hebben allerlei voorbesprekingen plaats tusschen de partijen en den door hen aangewezen arbiter, wat wel bijdraagt tot het stichten van verwarring, en de kans op een onjuist vonnis vergroot, maar het in stituut vari arbitrage slechts schaden kan. Het wekt verwondering dat niet meer wordt ingezien dat een aanwijzing van arbiters als bovenbedoeld, vol strekte afkeuring verdient, dat elke voorbespreking van de partijen met hun arbiters moest verboden zijn, en Üat alle arbiters absoluut vrijstaande mannen moeten zijn, zonder eenig contact met een der partijen. Het komt ook voor dat de regeling zoo is, dat een of andere centrale of provinciale organisatie de arbiters aanwijst voor een eventueel opgekomen geschil. Dat is al een heele verbetering, maar ideaal is ook deze regeling nog niet. Ook dan nog geeft meermalen een bepaalde over weging den doorslag bij het aanwijzen van de arbiters, een overweging die niet steeds vreemd is aan een zekere sympathie of antipathie met een der partijen. Als de meest juiste regeling moet geacht worden dat een vaste lijst van arbiters bestaat met b.v. 6 tot 10 namen. De arbiters worden dan aangewezen in de volgorde waarop zij op de lijst voorkomen, in dien zin dat achter elkaar de heele lijst wordt afgewerkt bij de behandeling van meerdere geschillen. Niemand heeft dan eenigen invloed op de aanwijzing der arbiters; alle arbiters kun nen het geschil onbevangen en onbevooroordeeld be kijken, en staan buiten den invloed van welke partij ook. De mogelijkheid tot wraken van een arbiter behoort zoo ruim mogelijk te worden gesteld, zoodat zekerheid verkregen wordt dat een arbiter nimmer om andere dan zuiver zakelijke overwegingen tot een bepaalde conclu sie komt. Het vaststellen van de arbiterlijst levert geen moeilijk heden op. Bij de Zuivelorganisatie zouden het Provinciale Zuivelbonden kunnen doen; bij aankoopvereenigingen eveneens de Provinciale bonden en bij de credietcoöpe- ratie de Centrale Vereenigingen. Het lijdt geen twijfel dat het arbitrageinstituut bij de. landbouw-coöperatie meer belangstelling en toepassing zou vinden, wanneer bij de reglementeering daarvan' steeds naar de grootst mogelijke objectiviteit gestreefd werd. SENIOR. Wij gaan onze geachte lezers ditmaal naar een zeer ver land voeren. Wij troffen onlangs in -de „Revue In ternationale des Institutions économiques et sodales," eenige bijzonderheden aan omtrent het landbouWcrediet in Brazilië. Reeds in 1924, 1925 en 1926 werden in Bra zilië congressen gehouden om een betere economische organisatie der landbouwers te bevorderen, speciaal wat betreft het landbouwcrediet volgens het Raiffeisensysteem. In de genoemde congressen werden verschillende be sluiten genomen, ten doel hebbende, het coöperatief land bouwcrediet op een technisch- en financieel solider basis te stellen. Dank zij de krachtige propaganda, niet alleen van particuliere zijde, alsook van de zijde der overheid, heb ben de Raiffeisenbanken zich sterk verbreid. Eind 1926 telde Brazilië 129 Raiffeisenbanken, welke als volgt over de verschillende staten waren verdeeld: Bahia 34, Ria Grande du Sud 29, Rio de Janeiro 25, Parana 10, Rio Grande du Nord 6, Alinas Geraes 4, Ceara 4, Parahyba du Nord 4, St. Paolo 3, District fedé- ral 3, Acre 2, Pernambuco 2, Alagoas 1, Sergipe 1, Espirito Santo 14. 't Onderstaande geeft ons een overzicht van den om zet der banken van 19091925: Jaar: Aantal Totaal Gemiddeld transacties bedrag: bedrag: 1909 9 2.200 milreis* 244 milreis 1910 32 15.300 473 ii 191 1 55 29.800 542 ii 1912 63 35.000 55o ii 1913 78 48.400 621 ii 1914 72 47.500 600 ii 1915 94 68.900 733 ii 1916 "5 96.200 836 ii 1917 3H 422.500 1-343 1918 611 744.000 1.211 ii 1919 2.318 1.938.000 836 ii 1920 4.482 3.548.000 790 ii 1921 5.981 6.430.000 1.079 ii 1922 6.912 7.425.000 1.074 ii 1923 8.117 9.890.000 1.218 11 1924 10.413 17.385.000 1.669 11 1925 13-211 35.850.000 2.712 ii Bijzonder bloeiend is het bedrijf in de staat Bahia, waar in één enkel jaar 24 landbouwbanken werden ge sticht, waaronder die van Itabuna, die in ongeveer 15, maanden, van October 1924 tot 31 December 1925, zoo snel groeide, dat zij op laatstgenoemden datum reeds een reservefonds had van 54.000 milreis en een totaal aan deposito's van 2.756.08 milreis een een totaal bedrag aan leeningen ad 1.1388.161 milreis, toegestaan aan 383 leden. Behalve aan steun van Gouvernementszijde is hier de groote bloei te danken aan de buitengewone activiteit van de „Centrale Commissie voor Landbouwbanken in Bahia". Deze commissie 'voert haar krachtige propa ganda o.m. door een periodiek en een goed ingericht handboek, tevens treedt deze Commissie op als raad gevend lichaam. Van hoeveel belang deze Commissie wordt geacht, blijkt wel uit het feit., dat zij geroepen werd om mede tei werken aan de tot stand brenging van de Staatswet van 13 Juni 1925, die behelst, dat de Banken worden vrij gesteld van de Staatsbelastingen en krachtens welke aan de Banken een premie tot 10.000 milreis wordt toegekend, zoodra haar uitstaande leeningen de 100.000 milreis heb ben bereikt. Voorts was het ook de Centrale Commissie, die de organisatie van een crediet-centrale in studie nam. De grondregelen, waardoor in Brazilië de crediet- coöperaties worden beheerscht, zijn neergelegd in een decreet van 5 Juni 1917. Bij dit decreet werd ook inge steld een speciale, onder het Ministerie van landbouw, handel en nijverheid ressorteerende dienst, die er voor heeft te waken, dat de regelen van het voormelde decreet worden nageleefd. Voorts heeft deze dienst ervoor te zorgen, dat de vrij dom van port en het genot van andere door de federale wetgeving toegestane faciliteiten worden gecontroleerd en dat de gegevens betreffende den algemeenen gang van zaken der crediet-coöperaties in het land worden geverifiëerd en gepubliceerd. Voor de uitvoering van een en ander is een hoofdinspecteur aangesteld met de noodige helpers. i milreis f 0.39.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 5