OFFICIEEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. No. 2 AUGUSTUS 19É7 Dertiende Jaargang DE RAIFFEISEN-BODE Verschijnt den eersten van iedere maand. Abonnement f 0.50 per jaar. Losse nummers 10 Cent, franco per post. Redactie en Administratie KR. NIEUWE GRACHT 19 UTRECHT. Tel. Interc. No. 15867. INHOUD: a. Redactioneel gedeelte. I. Rectifi catie van het verslag der Algem. Verg., gehouden 10 Juni 1927. 2. Vervolg verslag Algem. Verg., gehou den 10 Juni 1927. (Inleiding te dier verg. gehouden door Mr. O. Gezelle Meerburg). 3. Geld- en Effectenmarkt. b. Me de deelingen. a. Verantwoording ingekomen bijdragen stormramp, b. Jaarverslagen, c. Adverten- t i n. REDACTIONEEL GEDEELTE. RECTIFICATIE. In het verslag der laatstgehouden Algemeene Ver gadering, opgenomen in het voorgaand nummer der Raiffeisen-Bode, werd onder het hoofd „De Stormramp" gesteld, dat de Ring „Oost-Friesland": voorts zou willen, dat hier meteen besloten werd, voor welke be dragen de Banken zullen deelnemen." Dat is onjuist. De Bank te Zutphen had dit voorgesteld. De geachte vertegenwoordiger van bovenvermelden Ring maakte ons op deze vergissing attent, welke wij bij dezen gaarne herstellen. INLEIDING ter Algemeene Vergadering van 10 Juni j.1. gehouden door Mr. O. Gezelle Meerburg: Vergelijking van de organisatie van ons Landbouwcrediet met die van eenige andere landen. Mijnheer de Voorzitter! Geachte vergadering! Het is geen gemakkelijke taak, die mij hier is opgelegd, n.1. eene vergelijking te maken tusschen het landbouwcre- dietwezen hier en elders. Ik heb deze taak aanvaard, laat ik het maar eerlijk zeggen, omdat onze agenda niet veel punten vermeldde, zoodat mijne lezing dus meer als eene bladvulling is te beschouwen. Deze dag is, gelijk door onzen Voorzitter vanmorgen reeds zoo kernachtig is gezegd, een gedenkwaardige dag voor de Raiffeisenbeweging. Immers, heden op dit uur viert het Generalverband der deutschen Raiffeisengenos- senschaften ,,am Grabe und am Denkmal Raiffeisens" zijn 50-jarig bestaan. Ook voor ons is deze dag merk waardig. Immers, onze geheele organisatie is eene plant van Duitschen bodem, die naar hier is overgeplant, pro duct van eene Duitsche gedachte. De naam „Raiffeisen" -en ik moet hier bij Duitschland even stilstaan, om eene vergelijking te kunnen maken de naam „Raif feisen" is verbreid over welhaast de geheele wereld. Niet alleen in Duitschland en bij de daaraan verbonden volkeren, maar zelfs in Mexico, Japan, Britsch-Indië en vele andere landen, is de gédachte van vader Raiffeisen in de daad omgezet. Het is U bekend, dat Raiffeisen in 1888 te Neuwied is overleden, na een zeer werkzaam leven te hebben geleid. Als Burgemeester van de Ge meente Hecldesdorf bij Neuwied leefde hij geheel mede met de boerenbevolking. Toen in de jaren 1846 en 1847 de grootste misoogst plaats had, die in de Europeesche geschiedenis bekend is, zag hij, hoe de boerenstanddoor dien misoogst haast ten gronde ging. Hij begon met op te richten philanthropische vereeni- gingen tot meelinkoop en stichtte bakkerijen. Hij zag echter, dat hij er daarmede tenslotte ook niet kwam. Philanthropie had de boer niet noodig; alleen: verlossing- van de feitelijke credietloosheid, die er in den boerenstand was. Het geheele crediet van den boerenstand werd, zoowel in Duitschland als hier, en als wel overal elders, niet verzorgd door de eene of andere bankinstelling. Men verkeert heusch in een waan, wanneer men denkt, dat de commerciëele banken zich van den boerenstand iets aantrokken. Het crediet werd verzorgd door den handel, door de handelaren en industrieëlen, die geld gaven op den komenden oogst. Toen Raiffeisen den toestand goed had doorzien, gaf hij het idee om door philanthropische vereenigingen den boerenstand er bo venop te helpen, op. Hij stichtte daarom aankoop vereeni gingen en die zijn, als het ware, de grond geweest, waaruit de Raiffeisenbeweging, als bankwezen, is opgebloeid. Daarom ziet men in Duitschland ook de Raiffeisenban- ken nagenoeg alle tevens als aankoopvereenigingen fun- geeren. In 1862 richtte Raiffeisen op de eerste Spar- und Darlehnkasse, welke de credietverzorging ter hand nam en zich ten doel stelde, door die credietverzorging de zedelijke en geestelijke verheffing van den landbouwen den stand te bevorderen. Dat is een geheel ander doel, als de banken zich gewoonlijk voorstellen, n.1. winst bejag voor zich zelve. Raiffeisen stelde daarentegen op den voorgrond: hulp voor den boer en geen uitgesproken winstbejag voor de bank. Dat hooge zedelijke gehalte van het doel heeft dan ook de beste en edelste naturen in zijn dienst getrokken; personen, die voor niets of voor nagenoeg niets hun arbeid, hun intellect hebben gesteld ten dienste van de boeren, mede omdat zij wisten, dat de versterking van den boerenstand beslist noodzakelijk is, ook voor de welvaart van de geheele maatschappij. Het stelsel van Raiffeisen moge dus gebaseerd zijn op naas tenliefde, bij de uitwerking bleek zulk eene solidariteit, dat zijne banken krachtig insloegen, waardoor de energie, die sluimerde in den boerenstand, zich schitterend kon ontplooien. De banken van Raiffeisen zijn als het ware uit vruchtbaren, maar tot dien tijd braakliggenden grond opgeschoten. Hij voerde de onbeperkte (in Duitschland de hoofdelijke) aansprakelijkheid van de leden in, en om deze niet te zwaar te maken, stelde hij daartegen over de bekende grondprincipen van het Raiffeisen- systeem, zijnde: het werken over een kleinen, overzich telijken kring, de plaatselijke verantwoordelijkheid en het plaatselijk beheer, uitsluiting van winstbejag, geen verdeeling van winsten maar opstapeling in reserves, geen blanco-crediet, en de stichting van eene centrale bank met een specialen inspectie- en voorlichtingsdienst.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 1