6
DE RAIFFEISEN-BODE.
zijn dood toe voor anderen heeft opgeofferd, herinnerd
te worden. Ook wij zijn hem grooten dank verschuldigd,
en wij sluiten ons in gedachten aan bij de deelnemers aan
het jubileum, die bij Raiffeisen's standbeeld en bij zijn
graf hebben getuigd van hun eerbiedige hulde en erken
telijkheid.
Dat het „Generalverband" het karakter van de oude
Raiffeisen-beweging, die een positief christelijke kleur
had, goed heeft bewaard, komt duidelijk uit. Twee van
de vier sprekers van den eigenlijken jubileumsdag waren
Geestelijken. Uit den aard der zaak legden deze op het
Christelijke in het doel en het werk van Raiffeisen sterk
den nadruk.
Ook dit is iets, waaraan ook wij wel eens aandacht
mogen schenken. De Raiffeisen-beweging is niet louter
een middel om de boeren meer geld te laten verkrijgen.
Verre van dat! Raiffeisen zag zeer duidelijk, dat het
geld nooit doel mag zijn, en dat het enkel middel
mag zijn. Dat is ook een zijner groote verdiensten, dat
hij een financiëele onderneming daarmede op een
hooger plan heeft geplaatst!
Raiffeisen heeft eens geschreven: „Naar mijn meening
heeft het Duitsche volk een groote zending te vervullen,
namelijk de Christelijke beginselen tot werkelijkheid en
waarheid te maken en daarin andere volken tot voorbeeld
te strekken."
Dit is een andere uiting van vaderlandsliefde dan die wij
in den laatsten tijd zoo dikwijls moesten opvangen! Een
voorbeeld voor andere volken in Christelijke deugden
dat is een schoon ideaal. Een ideaal, dat elk ander volk
moet overnemen, dat ook ieder afzonderlijk mensch moet
overnemen.
Uit dit ideaal is ook de door Raiffeisen verwekte be
weging voortgekomen. De coöperatie een middel tot
zedelijke en geestelijke verheffing! Het is goed, dat de
spfekers op het jubileum van het „Generalverband" dit
niet vergeten hebben. En voor ons is het goed den
naklank van hunne woorden te hooren. En als het kan
te bewaren ook in de praktijk van het dagelijksch leven,
dat het dikwijls zoo moeilijk maakt om het besef van het
hoogere niet te verliezen.
VAN HEINDE EN VER.
HET VOLKSCREDIETWEZEN IN INDIË.
III.
De Afdeelingsbank,
In het vorig nummer wierpen wij een blik op de eigen
aardige dorpsloemboengs en op de dorpsbanken. Nu is
een ander bestanddeel van het volkscredietwezen aan
de beurt: de afdeelingsbank (of volksbank).
De afdeelingsbank werkt, zooals de naam reeds aan
duidt, over een grooter ressort dan de dorpsbank, namelijk
over een geheele afdeeling (gedeelte van een Residentie),
of nog meer. Zij is ook zelf veel grooter, werkt gewoonlijk
met een vrij grooten staf van ambtenaren (40 is niet
ongewoon), heeft een eigen gebouw, enz.
Évenals de dorpsbanken zijn de afdeelingsbanken op
initiatief van regeeringspersonen opgericht en met steun
van overheidswege groot gebracht. Ook thans nog, nu zij
krachtig en groot zijn geworden, heeft de Regeering
hare handen niet ervan afgetrokken. De bestuursambte
naren zijn verplicht zich met de afdeelingsbanken in te
laten. Voorzitter van het Bestuur is gewoonlijk de Assis
tent-Resident, en ook de meeste andere bestuurszetels
worden door regeeringsambtenaren ingenomen, zoodat de
Afdeelingsbanken eigenlijk evenals de dorpsbanken -
semi-officiëele instellingen zijn.
Aan wie verstrekken de Afdeelingsbanken voorschof
ten? Bijna uitsluitend aan inlanders ook deze banken
maken immers deel uit van het volkscredietwezen. En
voor welke doeleinden? Ja, dat weten zij dikwijls zelf niet.
In theorie wordt natuurlijk alleen voor productieve doel
einden uitgeleend: voor den aankoop van een karbouw1),
voor irrigatie van een rijstveld, het opzetten van een
winkel of werkplaats, enz., maar het is bekend genoeg,
dat de leeners met hun opgaven voor het doel der leening
dikwijls niet zeer waarheidslievend zijn, en het geleende
geld gebruiken voor een feest of een maaltijd ter eere
van een gestorven familielid in plaats van voor den aan
koop van een karbouw!
Als zekerheid neemt de bank gewoonlijk het ver
trouwen, dat zij heeft in den debiteur. Alleen bij grootere
leeningen maakt zij gebruik van het zoogenaamde crediet-
verband, d.i. een zakelijk recht op de goederen van den
schuldenaar. Dit is echter voor het meerendeel der lee-
ningen, die f 50.h f 60.bedragen, te duur.
Andere soorten van zekerheid schijnen in de inlandsche
maatschappij niet in aanmerking te komen.
Gelukkig is de inlander over het algemeen een goede
debiteur. En indien hij in gebreke blijft, helpen dikwijls
de bestuursambtenaren een handje mede met de invor
dering. Gelukkig is deze pressie van bestuurszijde in vele
streken niet eens meer noodig, omdat de terugbetaling
door de leeners meer en meer als een maatschappelijke,
plicht wordt beschouwd.
Cijfers omtrent de Afdeelingsbanken.
Op Java en Madoera zijn 71 Afdeelingsbanken, die op
31 Dec. 1925 hadden uitgeleend een totaalbedrag van
ruim 34 millioen gulden. Het totaal aantal leeningen,
gedurende 1925 tot stand gekomen, bedroeg bijna 575.000!
Hieruit volgt reeds, dat het gemiddeld bedrag van elke
leening niet hoog was: f73.
De Afdeelingsbanken hadden eind 1925 een zuiver ver
mogen van ruim negen millioen. Zij hadden opgenomen
meer dan 40 millioen. Over 1925 maakten zij een winst
van ruim een millioen. Hetgeen fabelachtig is als men
bedenkt, dat dit gelijk staat met het winstcijfer over 1925
van al onze Boerenleenbanken, die toch met zoo veel
meer geld werken! Het geld schijnt in Indië, evenals de
natuur, vruchtbaarder te zijn dan hier in het koude
Noorden. Het is echter de vraag of deze groote winsten
in overeenstemming zijn met het doel der Afdeelings
banken. Ware het niet beter de rente, die bij vele Banken
nog 18 0/0 bedraagt, te verlagen?
Ook in de Buitengewesten zijn nog enkele Afdeelings
banken. Eind 1925 waren het er 19, die te samen bijna
10 millioen hadden uitstaan. Met meer cijfers hierover
willen wij den lezer niet vermoeien.
In het volgend nummer hopen wij nog iets mede te
deelen over de Centrale der volkscredietinstellingende
Centrale Kas.
Indisch rund.
GELD EN EFFECTEN/VIARKT
GEDURENDE JUNI 1927.
De geldkoersen bleven vrij vast, prolongatie noteerde
tusschen de 3V2 en 4 0/0. Particulier disconto ongeveer
31/ï °/o.
De wisselkoersen veranderden weinig.
De noteeringen te Amsterdam waren:
1 Juni
15 Juni
27 Juni
Londen
12.13%
12.12
12.12
Parijs
978'/,
977%
9777a
Brussel (Belga)
3470V2
34.66 i/j
34 67'/,
Berlijn
59I4V2
59 i5
59-147a
New-York
2.49%
2-49
2-4978
Op de effectenmarkt vonden weer enkele emissie's
plaats. Een 41/2 0/0 leening van Gelderland, welke ter
inschrijving werd aangeboden tot den koers van 100 o/0,
slaagde niet. Het publiek schijnt dezen prijs te duur te