2 DE R A I F F E ISEN-BODE. voor hare verbintenissen. Een onbeperkte aansprakelijk heid was naar de meening der oprichters niet noodzake lijk. Van stonde aan heeft men zich dus op het standpunt der beperkte aansprakelijkheid gesteld. Eerst was een regeling ontworpen als die, welke geldt bij de Centrale Bank. Echter is deze regeling vervangen door een, waar bij de aansprakelijkheid werd beperkt tot de verplichting tot volstorting der aandeelen. Dit is gedaan, toen het in verband met de mogelijkheid van de plaatsing van obli gatie-leeningen op de publieke markt wenschclijk bleek een groot aandeelenkapitaal te formeeren. Hoe grooter het kapitaal, hoe kleiner natuurlijk de aan de aan deelen verbonden aansprakelijkheid behoeft te zijn. F o r- m e e 1, in den zin der Coöperatie-wet, is er nu in het geheel geen aansprakelijkheid, want buiten de stortings verplichting op de aandeelen rust op de leden geen enkele andere verplichting tot dekking van een tekort. Het is daarom, dat de grondkapitaalbank zich heeft moeten sieren(?) met de letters U. A. Het bleek noodzakelijk, zeiden wij, om met een flink aandeelenkapitaal te beginnen. Het groote publiek, dat een deel der obligatie-leeningen zal moeten opnemen, kijkt allereerst naar het aandeelenkapitaal, gewend als het is om dit bij de Naamlooze Vennootschappen als een der maatstaven voor de soliditeit te beschouwen. Ter verkrijging van dit kapitaal is de hulp ingeroepen en niet te vergeefs! van onze Boerenleenbanken. De leden, die een geldleening bij de Grondkapitaal bank sluiten, moeten natuurlijk aandeelen nemen üi ver houding tot de grootte van de leening. Dit op grond van het juiste beginsel: aansprakelijkheid naar de mate, waarin men voordeel van de Vereeniging geniet. Voor elke fio.ooo,die een lid van de Bank leent, moet het een aandeel van fiooo,-nemen. Als vereischte voor de toetreding is gesteld, dat in de Statuten van de betrokken Coöperatie een voldoende aansprakelijkheid is neergelegd. De band met de Centrale Bank. Een der andere beginselen, die aan de organisatie der Grondkapitaalbank ten grondslag liggen, is dit: een nauwe band met de Centrale Bank. Deze band komt in vele dingen uit: voor de eerste maal zijn als bestuurders aangewezen de leden van het Bestuur der Centrale; bij vacature's in het Bestuur wordt een bindende voor dracht opgemaakt van drie personen, behoorende tot het Bestuur of den Raad van Toezicht der Centrale Bank; laatstgenoemd college benoemt een derde ge deelte van de leden van den Raad van Toezicht der Grondkapitaalbank; de administratie der Grondkapitaal bank berust bij de Centrale; de kasgelden van de Grond kapitaalbank mogen alleen bij de Centrale worden gede poneerd. Onnoodig te zeggen, dat de Centrale lid is van de Grondkapitaalbank. Waarom is deze band zoo stevig gemaakt Om ver schillende redenen. In de eerste plaats vond men het algemeen gewenscht, dat de Centrale de leiding van de nieuwe instelling op zich zou nemen; immers zij bezit groote en langdurige ervaring op het gebied van het landbouwcrediet; ook bezit zij gezag en geniet overal in den lande een uitstekenden naam. In de tweede plaats worden hierdoor wrijving en concurrentie voorkomen, en wordt de eenheid in de verzorging van het landbouw crediet in al zijn geledingen bevorderd. Stond de Grond kapitaalbank geheel los van de Centrale, dan zou zij deze laatste en de Boerenleenbanken in de wielen kunnen rijden, en omgekeerd. Ook komt deze band ten goede aan de mogelijkheid van een juiste beoordeeling van de aangesloten Landbouwcoöperatie's. Komt er nu een Coöperatie bij het Bestuur der Grondkapitaalbank, dan kan dit zeer gemakkelijk te weten komen, welke verplich tingen zij bij de Boerenleenbank of de Centrale heeft. Anderzijds kan een Boerenleenbank, waarbij zulk een Coöperatie aanklopt om bedrijfscrediet, gemakkelijk te weten komen of zij vaste leeningen heeft loopen bij de Grondkapitaalbank. Dit is zonder twijfel een groot voor deel van de entente cordiale" tusschen de Centrale en de Grondkapitaalbank. De deelname der Boerenleenbanken. Ook dit is een zeer belangrijk punt. Niet alleen uit een oogpunt van kapitaalverkrijging. Het is ook belang rijk, omdat de Boerenleenbanken, althans de groote meerderheid daarvan, door haar lidmaatschap zeggen schap in de Grondkapitaalbank verkrijgen. Dat heeft ten gevolge, dat zij haar zullen blijven gevoelen als een schepping, uitgegaan van haar zelve en van de Centrale Bank, en dat zij te allen tijde' bereid zullen zijn om tot haar welslagen mede te werken, en om haar die werkkring te laten, die haar krachtens haren aard toekomt. Zij blijven als leden ook op de hoogte van wat er met de Grondkapitaalbank geschiedt. Zij hebben het recht om de Algemeene Vergaderingen bij te wonen en zij ontvangen de jaarverslagen. Het is bovendien niet onwaarschijnlijk dat het aandeel na verloop van tijd een goede belegging wordt (een dividend van ten hoogste tien procent is mogelijk, zoo dra de reserve twee ton bedraagt.) Toekomstblik. Wat zullen wij zeggen over de toekomst? Profeteeren is een moeilijk en gevaarlijk werk. Toch durven wij wel dit te zeggen, dat wij omtrent de toekomst optimis tisch gestemd zijn. Het begin geeft ons daartoe reeds voldoenden grond. Immers wij zijn er zeer gemakkelijk in geslaagd een leening van een millioen te plaatsen tegen een koers van 100 °/o, bij een rentevoet van 5 Nemen wij de omstandigheden in aanmerking, dan is dit zonder twijfel een mooi resultaat. Want de Grondkapitaalbank is voor het groots publiek nog een absoluut onbekende instelling. Een verleden, dat hare soliditeit heeft doen ervaren, staat nog niet achter haar. Bovendien is de rentevoet nog hoog andere instellingen moesten kort geleden nogl tegen een lageren koers uitgeven. (Wij denken o.a. aan "de conversie-uitgifte van de Kon. Ned. Stoomboot-Mij., die tegen 99 0/0 geschiedde, ook bij een rentevoet van 0/0en die lang niet zulk een succes had als de onze). Voor dit millioen is ook reeds emplooi gevonden, en wel op een basis, die eenige winst oplevert. Zoodat het bedrijf terstond op een gezonden grondslag komt te rusten. Het staat te bezien, dat het millioen spoedig zal blijken ontoereikend te zijn. Dan zullen dus andere uitgiften fnoeten volgen. Het is niet onmogelijk dat deze dan tegen nog voordeeliger voorwaarden kunnen geschie den, zoodat de voorwaarden voor het verstrekken van grondkapitaal iets kunnen worden verlicht zij zijn thans reeds alles behalve zwaar!) en tegelijk de winst iets kan worden vergroot. Moge het der Grondkapitaalbank tot in lengte van dagen gegeven zijn om werkzaam te zijn tot heil van onzen landbouw en onzen boerenstand! Want dat is haar doel. Het is niet haar doel 0111 groote winsten te maken. Evenals de gansche Raiffeisen-beweging voert zij als devies: ik dien! Blijft zij aan dit devies getrouw, blijft zij getrouw aan het ideaal van onbaatzuchtigheid, dan zal zij een schoon en waardig bestanddeel uitmaken van de Raiffeisen-organisatie in ons land, een bestand deel, dat onzen grooten pionier, Vader Raiffeisen, eer aandoet, en hem, leefde hij nog, met goedkeuring en trots zou hebben vervuld! DE ALGEMEENE VERGADERING. Onder voorzitterschap van den heer G. W. Stroink te Steenwijkerwold, voorzitter van den Raad van Toezicht, had op 10 Juni j.1. in de groote zaal van Park Tivoli te Utrecht onze algemeene vergadering plaats. DE R AI F F E I S E N-B O D E. 3 Opening. De Voorzitter ving aan met een woord van welkom, in het bijzonder tot den heer Koudijs, referendaris aan het Departement van Binnenl. Zaken en Landbouw, die 1 den Minister van Binnenl. Zaken en Landbouw vertegen- woordigde. Spr. wijdde dan woorden van deelneming met het lot van de door den stormramp getroffenen. Ons medegevoel zullen wij moeten omzetten in daden, niet alleen particu lier. Namens het Bestuur en de Raad van Toezicht zal spr. een voorstel doen, om ook de Raiffeisen-Bank te doen deelnemen aan de steunactie. Op de resultaten van het afgeloopen jaar kan met tevredenheid worden teruggezien. De eigenlijke bedrijfs resultaten van 1926 overtreffen die van 1925. Toen .werd f 180.000.aan bedrijfswinst gemaakt en in 1926 f195.500.--. Dit moge men in aanmerking nemen als men ziet, dat het totale winstcijfer in 1925 ruim 7 ton bedroeg, waarbij ruim 4 ton aan koerswinst, en in 1926 f384.000.waarbij ruim f82.000.aan koerswinst. Het reservefonds zal weer versterkt kunnen worden, maar spr. acht het noodig deze versterking nietwelletjes" te achten, doch bij voortduring in die richting door te gaan. Spr vestigt in 't bijzonder de aandacht op den finan- tiëelen toestand in het voorjaar van 1926. In de maanden April en Mei werd toen ruim 30 mil lioen opgevraagd. Toch beschikte de bank nog over 19 millioen meer dan aan voorschotten was opgevraagd. Deze belangrijke opvrage vroeg de aandacht. In 1927 bleven in denzelfden tijd de opvragen beperkt tot 20 mil lioen, terwijl aan deposito's méér dan aan voorschotten aanwezig bleef ruim 28 millioen. Spr. bracht dank aan de Locale Banken voor hun medewerking aan de Centrale Bank. Meer en meer dringt het door, dat goede samenwerking allen ten zegen is. Spr. doet een beroep op allen, die medewerking bij voort during te blijven verleenen. Het blijft noodig l3ij het ver- leenen van voorschotten voorzichtig te werk te gaan. We behoeven elkaar niet opzettelijk pessimistisch te stemmen, maar we weten allen dat de toestand in land- en tuinbouw niet zeer gunstig is. Streng moet de hand gehouden worden aan de verplichte aflossingen. Op 29 April was het voor de Bank een historische -dag. Toen werd voor notaris Van Ditzhuijzen de acte verleden van de oprichting van de Grondkapitaalbank. Moge deze bank even krachtig worden als de Raiffeisen-Bank zelve Ook hier moet spr. de medewerking van de Locale Ban ken roemen, op wie niet tevergeefs een beroep werd gedaan voor het nemen van aandeelen. Eergisteren is de oprichtingsacte in de Staatscourant opgenomen en nu kan de eerste emissie volgen. De verwachting is gegrond dat deze een succes zal zijn; dit mede in ant woord op een vraag van de Ring-Overijssel. Spreker stelde ten slotte voor aan het „Generalverband der Deutschen Raiffeisengenossenschaften", dat zijn 50- jarig jubileum vierde, een telegrafische gelukwensch te zenden, welk voorstel met applaus werd aangenomen. Hij verklaarde de vergadering hierna voor geopend. Notulen vorige vergadering. De notulen van de vorige vergadering, aan alle leden in druk toegezonden, werden zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Rekening en verantwoording over 1926. De verlies- en winstrekening over 1926 en de balans per 31 December 1926, eveneens aan alle leden toege zonden, werden hierna aan de orde gesteld. De voorzitter noodigde hierbij degenen, die iets over den gang van zaken bij de Centrale Bank wenschten op te merken, uit, om zulks thans te doen. Daar niemand het woord ver- langde, stelde hij vervolgens goedkeuring van de verlies- en winstrekening en de balans voor. Zonder hoofdelijke stemming werden zij goedgekeurd. Voorstel ten opzichte van de gemaakte winst over 1926. Het winstcijfer over 1926 bedraagt per saldo f 384.100.49. Voorgesteld wordt hiervan af te schrijven f 1856.51 op de rekening Meubilair", waardoor dit tot op f 1. - zal zijn afgeschreven; van het resteerende bedrag ad f382.243.98 zal volgens de statuten in het reservefonds f35. - worden gestort aan gelden, die de leden bij hun toetreding be taalden. Voorgesteld wordt het dan resteerend bedrag ad f 382.208.98 overeenkomstig de statuten in het reserve fonds te storten, waardoor de reserve stijgt tot f 2.835.744.08 (reserve koersverschillen te brengen op f520.000. Vinkeveen merkte op, dat f7.678.500. aan 5 pet. deposito-obligatiën werd uitgegeven, waartegenover slechts f6.587.939.50 aan leeningen op langeren termijn als be zitting staat genoteerd. Vinkeveen ziet daar een gevaar in. De Voorzitter van het bestuur, F. A. R. A. Baron van Ittersum, wijst er op, dat daarin geen kwaad steekt. Dat er op het oogenblik ter Centrale Bank ruim een mil lioen gulden in voorraad is, zonder dat dit direct strikt noodig is, kan spr. niet als een gevaar zien. ("Applaus). Het is niet ongewenscht, dat een zeker kapitaal voor eventuecle aanvragen in reserve is. Na een toelichtend woord van den heer Stroink verklaarde Vinkeveen zich voldaan en gerust gesteld. De afgevaardigde van den R in g-Ut recht betreurde het, dat Vinkeveen over deze kwestie een vraag heeft gesteld. Vinkeveen werd in de Ring-Utrecht tevoren al ingelicht. De Voorzitter meende, dat de afgevaardigden deze kwestie maar verder in eigen huis moeten uitvechten, (Applaus.) Het voorstel van het bestuur betreffende de winst - bestemming, wordt dan zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Rekening en verantwoording over 1926 van het Onderling Waarborgfonds. De vergadering (nu optredende als algemeene vergade ring van het Waarborgfonds) keurde vervolgens de reke ning en verantwoording over 1926 van dit fonds goed, en wel zonder hoofdelijke stemming, nadat door den Voorzitter enkele mededeelingen over de daaruit ver richte betalingen waren gedaan. De stormramp. Als extra-punt op de agenda stelde de Voorzitter aan de orde: Steun voor de door den stormramp getroffenen. Flij deelde allereerst mede, dat van de Boerenleenbank te Zutphen een voorstel is ingekomen om ten behoeve van de getroffenen een bedrag te bestemmen, te putten uit de reserves van de Centrale Bank en uit die der Locale Banken, door de laatsten af te staan naar ver houding van de inspectiekosten, die door de banken jaarlijks moeten worden betaald. Men zou die kosten voor ditmaal kunnen verdubbelen. De Voorzitter wees op het bepaalde in de statuten, dat een gebruik van de reserve's voor een doel als thans voor oogen wordt gesteld, nadrukkelijk verbiedt. Spr. zou het ook ondoordacht vinden, wanneer men in deze de reserve's aansprak. Hij kon echter mededcelen, dat het Bestuur en den Raad van Toezicht hebben besloten voor de slachtoffers van de stormramp uit de exploitatie rekening 1927 beschikbaar te stellen een bedrag van f 5000.terwijl men een circulaire aan de Locale Banken zal zenden, waarin gevraagd zal worden of ook deze banken een bedrag willen afzonderen. Zutphen dankt het bestuur voor de in deze aan genomen houding. De Ring O o s t-F r i e s 1 a n d zou willen voorstellen de gift te verdubbelen, en zou voorts willen, dat hier meteen besloten werd, voor welke bedragen de banken zullen deelnemen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 2