DE RAIFFEISEN-BODE. 79 lijk gebruik van machines en werktuigen in verband met de bodemcultuur; voorts die voor de bereiding van vlas en dergelijken, van deze is weinig bekend. Electrici- teits-coöperaties, waarvan er in Duitschland ongeveer 6000 bestaan, kennen wij bij ons te lande nog niet. Ziedaar in uiterste kortheid de organisatie en opbouw. Maar nu ontbreekt nog de vermelding der zakelijke beteekenis, d.w.z. de bedrijfsuitkomsten als onmisbare tweede maatstaf en hulpmiddel van beoordeeling. Daar toe wil ik eenige geldswaarden noemen. Voor 1924 worden de navolgende geldswaarden opge geven: 1. de aankoopen ruim 90 millioen gulden. 2. den afzet in drie soorten t.w.: den zuivelproducten 300 mill. gul dei van de veilingen 80 van suiker, carton en aardappelmeel 100 eieren en andere producten 25 Dus in het geheel aan inkoop en afzet 600 millioen gulden. Daarbij komen aan spaargelden en deposito's 340 dat wordt van deze groepen totaal 940 Rekent men er nog bij, wat in het verzekeringsbedrijf en in de andere tot de zesde groep behoorende coöpe raties omgaat, dan komt men stellig boven één milliard gulden, dat is dus, luister wel, boven 1000 millioen gul den; ik herhaal: deze beweging is dus geheel en wel voorgoed uit de kinderschoenen en heeft waarlijk niet meer in schuwen ootmoed te zeggen: „vergeef mij, dat ik leef en groei." De feitelijke ontwikkeling heeft het goede recht van bestaan en de maatschappelijke noodzakelijkheid van deze kerngezonde beweging in deugdelijken bedrijfsvorm wel afdoende bewezen; vooral ook als men denkt aan den korten tijd, die er noodig is geweest, om die hoogte te bereiken en aan de feiten, tekortkomingen en stroefheden, die dien groei hebben belemmerd. Maar men kan ook hierbij zeggen: ,,De Zon straalt ook als zij vlekken heeft." Moge de coöperatie in den land- en tuinbouw op den grondslag van de in 1925 herziene coöperatiewet blijven doorgroeien en bloeien als tot dusverre en moge men, hoe moeilijk het ook valle, alle vlekken en tekort'' komingen willen en kunnen verdelgen en uitroeien tot heil van land- en tuinbouw zelf en dus van de geheele volkshuishouding en volkswelvaart van Nederland. Moge echter ditzelfde ook plaats hebben met de hier niet besproken en ondanks haar veel hoogeren leeftijd veel zwakker gebleven verbruikscoöperatie en deze spoe dig haar achterstand kunnen inhalen, ook en niet het minst ten belange van land- en tuinbouwers, die er tot dusverre veel te weinig aandacht aan hebben geschonken. NOGMAALS EEN WAARSCHUWING. Voor de zooveelste maal kwamen wij in aanraking met een geval, waarin een boer van een obscure bank effecten had gekocht ver boven de waarde. Dat de menschheid nooit wijzer wordt! Men zou denken, dat de geschiedenis met de Brusselsche Bank, die toch in alle kranten heeft gestaan, en andere dergelijke historie's' haar de oogen wel eens open hadden gedaan. Maar steeds weer loopen de menschen er in, en steeds weer met dezelfde fondsen: Premieloten Hollandsche Grond- kredietbank, Congo-loten, Premieloten Witte Kruis, en dergelijke, die voor veel meer van de werkelijke waarde aan den man worden gebracht. Wij stellen voor, dat al onze kassiers in hun kantoor ophangen een duidelijke x) Dit is niet geheel juist; het is ons bekend dat er enkel'e. electriciteits-coöperatie's bestaan. Red. WAARSCHUWING. Koop geen effecten en vooral geen premie-loten alvorens U te hebben vergewist van de werkelijke waarde daarvan. Misschien dat zooiets den boerenstand verlost van parasieten, die al heel wat van zijn geld hebben opge zogen. VAN HEINDE EN VER. Het Volkscredietwezen in Indië. 1. Een groot werk. Er is in tropisch Nederland een werk aan den gang, dat nauw verwant is aan het onze. Reeds daarom ver dient het onze belangstelling. Het verdient deze des te meer, omdat het zoo verschillend is van het onze, omdat het heeft te maken met zulke gansch andere) toestanden, die moeilijkheden baren, waarvan wij hier niet droomen. En het is een werk in grooten stijl; zijn omvang staat bij het onze niet achter, en zijn ontwikke lingsmogelijkheden zijn grooter. Wij bedoelen het Volkscredietwezen in Nederlandsch- Indië. Wij wisten, dat er zoo iets bestond, maar veel meer ook niet. Een jaarverslag en enkele boekjes, ons welwillend toegezonden door de Centrale Kas te Welte vreden, hebben ons meer geleerd, en wij stellen er veel prijs op hiervan iets aan den lezer mede te deelen. Het Volkscredietwezen en de Indische toestanden. Het Volkscredietwezen heeft ten doel verbetering van de credietverstrekking aan de inlandsche bevolking (die zich voor het grootste deel met landbouw bezig houdt). Dit doel is vrijwel gelijk aan dat van onze Boerenleen banken. De weg, waarlangs men in Indië tracht dit doel te bereiken, is echter zeer verschillend van den weg,.welke hier te lande is gevolgd. Dit is te begrijpen, als men bedenkt, welke groote verschillen er bestaan tusschen den Indischen „tani" (boer) en zijn Hollandschen collega, tusschen de Indische maatschappij en de Hollandsche. Een van de hoofdtrekken van den Inlander is zijn zorgeloosheid. Hij maakt zich geen zorgen voor 'den dag van morgen. Spaarzin, hier te lande een nationale deugd, is hem te eenenmale vreemd. Hij heeft ook zeer weinig behoeften (volgens de jongste gegevens leeft een gemiddeld inlandsch gezin van nog geen f 200.per jaar!). Daarbij komt zijn gebrek aan ontwikkeling: de meeste Inlanders kunnen lezen noch schrijven. Een zorgeloos mensch is altijd slecht bij kas. Zoo ook de Inlander. Hij moet dus telkens geld leenen. Na tuurlijk altijd kleine bedragen. Is een zorgeloos mensch tevens onontwikkeld, dan valt hii zeer licht in handen van woekeraars. Zoo ook de Inlander De cijfers, die men omtrent den woeker, die op Indië's vruchtbaren bodem rijk heeft gebloeid, te lezen krijgt, doen U werkelijk de haren te berge rijzen. Men ontmoet rente-percentage's van 50 (dat is laag) tot 3000!! Dat hangt ten deele af van de geboden zekerheid en van de grootte van de leensom. Kleine bedragen worden door de heeren woekeraars wel zonder waarborg geleend, maar dan moet ook een behoorlijke rente worden betaald: voor een gulden b.v. 10 cent per dag, dat is 3650 0/0 'sjaars. Men moet hierbij in het oog houden dat de normale rentestand in de Inlandsche Maatschapppij veel hooger is dan bij ons (de dorpsbanken van het Volkscrediet wezen rekenen gemiddeld 18 °/o per jaar), dat de leenin- totaal van den afzet 500 mill gulden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 5