62
DE RAIFFEISE N-B ODE.
leenbanken alleen administratieve lasten van deze wet
hadden, maar geen financieele.
Kort geleden werd echter toch een Boerenleenbank
door een aanslag verrast, en wel, omdat zij wekelijks
aan al hare leden gratis een exemplaar van een land
bouwblad toezond.
De Inspecteur meende, dat het bedrag der abonne
mentsgelden eene uitdeeling vormde aan de leden der
Bank en dat betaling er van geschiedde uit de reserve,
dus uit de winst
Hoe iemand zoo iets in ernst kan beweren is ons on
begrijpelijk.
Deze Boerenleenbank, welke zich volgens hare sta
tuten ten doel stelt den stoffelijken en zedelijken toe
stand harer leden te verbeteren, verricht toch zeker
op juiste wijze, met het verspreiden van een dergelijk
blad een gedeelte van haar voorgeschreven taak.
Bovendien vormt dit een onderdeel van haar bedrijf
en zijn de kosten daarop vallende, bedrijfskosten, waar
door de betaling niet uit de winst geschiedt. Van eene
belastbare uitdeeling is derhalve geen sprake.
Deze Inspecteur ging in zijn ijver wel wat te ver;
wij zijn voor de Boerenleenbank van den aanslag in
beroep gegaan en hopen dat de Raad van Beroep een
meer juist inzicht zal toonen.
DE AFZONDERLIJKE SPAARBANK EN HET
HANDELSREGISTER.
Het komt voor, dat een ijverig secretaris van een
Kamer van Koophandel verlangt, dat de afzonderlijke
spaarbank eener Boerenleenbank in het Handelsregis
ter wordt ingeschreven. Het komt ook voor, dat het
Bestuur der betrokken Bank denkt: „Laten wij maar
goede vrienden blijven met het Handelsregister", en
aan dit verlangen gevolg geeft.
Wij willen daarom nog eens speciaal onder de aan
dacht onzer lezers brengen, dat de Kamer van Koop
handel geen recht heeft om inschrijving der afzonder
lijke spaarbank te eischen. Derhalve meenen wij ook,
dat een bestuur, dat aan zulk een ongerechtvaardigden
eisch gehoor geeft, niet juist handelt. Immers het laadt
daardoor op zijn Bank een jaarlijks wederkeerende uit
gave, die wel niet groot is, maar toch bespaard kan
worden en daarom bespaard moet worden. Stel, dat
alle Besturen de afzonderlijke spaarbanken lieten in
schrijven, dan zou dat voor onze heele organisatie ko
men op een jaarlijksche uitgave van ongeveer f 1500.
Vele kleintjes maken een groote. Waarom zou onze
organisatie nog eens f 1500 per jaar aan de toch reeds
zoo rijke Kamers van Koophandel cadeau doen? Wij
zien daartoe te minder reden, waar de Boerenleenban
ken toch al meer geld voor het Handelsregister betalen
dan het haar eigenlijk waard is. Bovendien is de ver
houding der afzonderlijke spaarbank tot de Boerenleen
bank zóó, dat men kan zeggen, dat zij praktisch en eco
nomisch één zijn. Moet dus voor beide aan het Han
delsregister betaald worden,dan wordt één lichaam
dubbel belast.
Waarom behoeft de afzonderlijke Spaarbank niet in
geschreven te worden? Omdat zij geen „handelszaak"
is in den zin van de Handelsregisterwet. Een zaak of
onderneming is slechts dan te beschouwen als een han
delszaak, zegt de Hooge Raad, (arrest van 2 Juni 1924)
als de koopman van het drijven daarvan zijn beroep
maakt, dat wil zeggen, dat hij tracht daarin een bestaan
te vinden door daarmede winst te behalen. Het is dui
delijk, dat de afzonderlijke spaarbank niet onder deze
omschrijving valt. Al direct niet, omdat zij geen cent
winst maakt.
De Kamer van Koophandel te Groningen heeft eens
geprobeerd een Nutsspaarbank (welke o. i. niet veel
verschil vertoont met de Spaarbank eener Boerenleen
bank) tot slachtoffer van het Handelsregister te ma
ken. De Kamer heeft daarbij echter leelijk de kous op
den kop gekregen. Eerst van den Kantonrechter te Gro-
ning'en, daarna van de Rechtbank en vervolgens van
den Hoogen Raad
Wij zijn dus van meening, dat de Besturen onzer
Banken met gerust geweten kunnen weigeren de Spaar
bank te laten inschrijven.
UIT DE KINDERJAREN DER CENTRALE BANK.
Toevallig kwamen ons de oude jaarverslagen der
Centrale Bank weer eens onder oogen. Wij kunnen
niet nalaten onzen lezers enkele dingen daaruit voor
te zetten. Het is niet onvermakelijk te zien, dat de
groote Centrale Bank van thans eenmaal een nietige
zuigeling is geweest, die met melk en levertraan moest
worden opgebracht.
De Balans over het eerste boekjaar (18981899)
sloot met een bedrag van f47.868.99 (wij noemen nu
een 1 o c a le Bank, wier balans zulk een cijfer vertoont,
zeer klein!). De Verlies- en Winstrekening sloot met
het kapitale bedrag van f672.66 )4 (saldo verlies
f 246.22).
„Er wordt dus gewerkt," aldus verderop het verslag;
„met een gestort kapitaal van f 1150.Een klein
deel daarvan, f 302,is belegd in effecten; een deel
diende voor oprichtingskosten; een ander deel is ge
bruikt tot aankoop van materiaal, zijnde registers,
enz., door ons in het groot ingeslagen voor boerenleen
banken, aan wie ze tegen redelijken prijs, worden afge
staan."
Nog verder lezen wij
„Het hoofd „Oprichtingskosten" moet zoo spoedig
mogelijk van de balans verdwijnen, waartoe de winst,
in volgende jaren te maken, bestemd zal moeten wor
den.
Dit jaar bestaat daarvoor nog geen gelegenheid.
De Winst- en Verliesrekening toch sluit met een sal
do van f 246,62 verlies.
Zeker zou dit cijfer veel grooter geweest zijn, wan
neer de leden van den Raad van Toezicht en van het
Bestuur hunne declaratie voor reiskosten hadden inge
diend en indien niet onze tegenwoordige inspecteur zich
tevreden had gesteld met een remuneratie, die in geene
verhouding stond noch tot de diensten aan onze ver-
eeniging bewezen, noch tot den tijd, door hem besteed
aan het inrichten van onze Centrale Bank en aan de
controle der aangesloten Banken. Onder de f 223.65
zijn zoowel zijn salaris als zijne reiskosten begrepen.
Bovendien bespaarde de gastvrijheid van ons mede
lid, jhr. W. E. Bosch van Oud-Amelisweerd, ons het
huren van een eigen lokaal en de daarmede gepaard
gaande onvermijdelijke onkosten.
Daar ons bedrijf in de eerste jaren een behoorlijke
renumeratie wel niet zal toelaten, hebben wij pogingen
in het werk gesteld een rijkssubsidie te verkrijgen. De
onlangs door de Staten-Generaal aangenomen begroo
ting maakt het mogelijk, dat zulk een subsidie verleend
zal worden.
Onder het cijfer van f 440.01 voor „onkosten" is
begrepen f 325.als salaris voor den administrateur.
Wij moeten het op prijs stellen, dat voor zulk eene
ongeëvenredigd kleine belooning zoo veel en zoo dege
lijk werk verricht werd.
Van de overige posten vordert alleen het hoofd
„Effecten" f 8.97, eene nadere toelichting. In den aan
vang, toen nog geen voorschotten gevraagd werden,
hebben wij een deel "van ons kapitaal tijdelijk in effec
ten belegd, welke wij weder met een kleine winst ver
kocht hebben."
Tot zoover het eerste verslag. De aangehaalde zin
sneden zijn inderdaad niet van humor ontbloot, als