WEET GIJ Advertentiën. dat de Raiffeisen-Bode een oplage van ongeveer 6000 exemplaren heeft en gelezen wordt over het grootste deel van ons land, door de kopstukken van onzen landbouw HET LOONT daarom om in dit blad te ADVERTEEREN. Tarief op aanvraag DE' RAI FFE ISEN-BODE. hen, die van dc organisatie voor hun stand ver blijven, vooral bij den landbouwers- en tuindersstand, waar de verecniging zoovee! welvaart gebracht, en achteruitgang voorkomen heeft. Wat zouden thans onze landbouwers en tuinders zijn, als zij geen bonden hadden, die hunne rechten en belangen bij de openbare lichamen bepleiten; geen vereenigingen tot gezamenlijken aankoop, en tot gezamenlijken ver koop, als de veilingen, de boter- en eiermijnen enz.; geen vereenigingen tot gezamenlijke bewerking als de Zuivel fabrieken, en geen vereenigingen, waar zij een goed geregeld en goedkoop crediet kunnen ontvangen, als de boerenleenbanken. En wat zou er nog te bereiken zijn, als de organisatie nog dieper was doorgedrongen, zoodat ook nog dc landbouwers en tuinders zich verbonden, om enket hoeven en landerijen té aanvaarden tegen pacht- vocirwaarden, die billijk zijn en geregeld volgens den aard tan het boerenbedrijf? Er is dus wel reden om steeds propaganda te blijven maken voor de organisatie van den boeren- en tuinders stand. Wat in het bijzonder de boerenleenbanken betreft, cr moet geen landbouwer of tuinder zijn, die geen lid is van dc boerenleenbank. En gewoonlijk is de propaganda hiervoor niet moeilijk. Laten daarom de bestuurderen eens een lijst aanleggen van degenen, die in aanmerking komen om lid te worden, maar het nog niet zijn. En als dan doopersoonlijk bezoek of door uitnoodiging bij alge- meene vergaderingen of door andere middelen getracht wordt dezulken te winnen, dan zal mettertijd de mooie leuze bewaarheid worden: „Allen voor één en één voor allen". UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. Nieuwe Niedorp, 25 Jan. 1927. GEVOEL VAN SAAMHOORIGHEID. Mijnheer de Redacteur! Een paar keeren reeds richtten wij, met insluiting van zegel voor antwoord, eenig schrijven aan eene zuster- afdeeling onzer Raiffeisen-Instelling met het beleefd ver zoek, ons te willen inlichten omtrent de finantieele draag kracht van iemand, ons bekend en aldaar of in de omtrek thuis behoorende. Een en ander in verband natuurlijk met eene bij ons loopende of aangevraagde beleening; mede met bijbehoorende verzekering, dat van eventueele inlichting onder strenge geheimhouding een bescheiden gebruik zou worden gemaakt. En reeds een paar malen kregen we te ervaren, dat op zoo'n verzoek noch eenige inlichting, zelfs geen enkel antwoord inkwam. Den laatsten keer zelf, na herhaald verzoek met de daar aan door ons toegevoegde opmerking: „Mocht U inder daad niet kunnen inlichten, wil ons dan desnoods dit melden, opdat wij ons tegenover aanvrager kunnen ver antwoorden." Wij begrijpen, M. de R., dat er in deze niets valt te forceeren of te gebieden, en een ieder vrij is desverlangd net meest onbeleefde standpunt in te nemen; maar, zou den we willen vragen: Moeten we ons van uit solidari- teitsstandpunt, uit saamhorigheidsgevoel toch eigenlijk niet verbazen, dat men zoodanig verzoek onbeantwoord laat? Als men voor het principe, het wezen der Raiffeisen- beweging zoo weinig gevoelt, deed men dan maar niet beter uit de rij te treden? Wat hebben we nu aan men-, schen, die wel voor het baantje maar niets voor de zaak gevoelen Hoogachtend, J. KEUKEN. Zorgt voor de liquiditeit Uwer bank! Zorgt voor tijdige voldoening der bedongen aflossingen en voor een behoorlijken omzet op de credieten in loopende rekening. Een voorschot mag niet in gedeelten worden op genomen. Heeft de voorschotnemer niet alles terstond noodig, dan plaatse hij het overtollige op een spaar boekje.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1927 | | pagina 6