6 DE RAIFFEISEN-BODE. UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. Baflo, den 8sten Juni 1926. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode. Geachte Redactie, Mag ik U een vraag stellen naar aanleiding van een stuk in de Raiffeisen-Bode van Mei j.1. no. 11, getiteld: „Opzegging door het Bestuur." Daarin wordt aangegeven hoe het Bestuur moet han delen wanneer het aan een lid het lidmaatschap wil op zeggen. Alles is zeer duidelijk en begrijpelijk, maar de aanhef van het stuk doet denken dat men van die maat regel kan gebruik maken, maar er staat niet dat heb moet. De aanhef is: Indien men van de nieuwe wijze van opzegging gebruik wil maken," enz. Dus is het Bestuur het niet verplicht? Ik doel hier op het gewone bij iedere plaatselijke Boerenleenbank voorkomende geval, dat één of meer leden met Mei gaan verhuizen naar eene niet aangren zende gemeente en dus vallen buiten het werkgebied der Bank. Wordt voor zulke steeds weerkeerende gevallen, ge- eischt dat het Bestuur van de nieuwe wijze van opzeg ging gebruifk maakt en wordt daartoe een besluit van de Algemeene Vergadering geëischt? of mag het Bestuur zoo'n lid gewoon uithoeken met de vermelding: „wegens vertrek Vooropgesteld dat het bewuste lid is vertrokken zonder het Ledenregister te hebben geteekend. Onze Bank heeft op het moment 2 leden, die naar elders zijn vertrokken; een naar de gemeente N., één naar de gemeente S. Beide deden den laatsten tijd geen zaken met de Bank en beide lieten na het Ledenregister af te teekenen. Onze Algemeene Vergadering werden den 28sten April gehouden en zonder iets buitengewoons is de volgende Algemeene Vergadering allicht in April 1927. Moeten die leden nu hier zoo lang lid blijven? Zoo ja! Loopt men dan niet het groote gevaar dat zulke leden op twee plaafsen als lid worden ingeschreven? Kan men zoo niet in botsing komen met het Handels register, waar jaarlijks 't ledental moet worden opge geven of wel aangevuld? Kan in zulke gewone gevallen het Bestuur niet Vol staan met eenvoudige uitboeking: ,,wegens vertrek"? UEd. bij voorbaat dankende voor te nemen moeite, te eken ik: G. BRUINS, Kassier. toespraken, uit sommige waarvan duidelijk blijkt, welke politieke strooming in den Boerenbond heerscht: de Vlaamschgezind-democratisch-katholieke. Wij wenschen den Boerenbond van harte toe, dat de politiek haar nooit kwaad zal doen! Want over het algemeen komt het ons alles behalve gewenscht voor, dat landbouw-organisatie's aan politiek doen. Maar waarschijnlijk ontmoet dat in België minder bezwaren dan bij ons. GELD EN EFFECTENMARKT gedurende Juni 1926. Deze maand gaf wat hoogere koersen voor prolon gatie, meestal was de noteering van 28/4 tot 31/4 "Zo- Particulier disconto noteerde van 28/4 tot 27/g o/0 Daggeld was zeer goedkoop ongeveer 2 0/0 en ruim aangeboden. De wisselkoersen bleven stabiel, behalve de Fransche frank, natuurlijk zouden wij haast zeggen. Finantiëele reorganisatie schijnt men in dat land niet te kunnen doorzetten, telkens en telkens treedt weer een nieuwe minister van financien op, die het niet verder brengt dan tot de samenstelling van een programma, dat niet wordt aangenomen door de Kamer. Indien zulks op deze wijze blijft doorgaan is een verdere ineenstorting van de Fransche frank zeker niet uitgesloten. De wisselnoteering waren te Amsterdam voor: t Juni 15 Juni 28 Juni Londen 12.10'/, 12.1 i3/„ 12.113/8 Parijs 8.13 6.97 7 24 Brussel 7 85 7 15 7 13 New-York 2.487, 2.48"/,6 2.483'4 Inschrijving op schatkistpapier vond ook deze maand niet plaats. De effectenmarkt gaf weinig reden tot bijzondere op merkingen. De emissie der iste Indische conversieleening vond met succes plaats. Geconverteerd werd de 6 0/0 leening van 1919 ten laste van Ned. Iridië. Het aangeboden bedrag was f 148,5 millioen. De koers van uitgifte 97 °/o. Meerdere conversie's van Indische leeningen staan ons waarschijnlijk nog dit jaar te wachten. De Staatsfondsen noteerden te Amsterdam: 1 Juni 15 Juni 28 Juni 6 0/0 Nederland 1922A 5 °/0 1918 5 °/o >9'9 4V2 °/o 1917 4 °/0 1916 6 O/o Nederl. Indië 1919 io6s/g I°23/.6 IOI'7i6 9915/ ie 96s/8 ioo3/8 I°6"/l0 102'/16 1013/4 99j, 967/ ie ioo'/16 106% ioi»/4 101% IOO 96V2 ioo'/b Antwoord der Redactie. Als een lid verhuist naar een niet aangrenzende gemeente, (en in het algemeen als hij een vereischte voor het lidmaatschap verliest) is opzegging door het Bestuur ni e t verplicht. Daarom spreken de Statuten (art. 7 eerste regel) Van „kan" en zegt de Raiffeisen-Bode:, ,,I n d i e n men van de nieuwe wijze van opzegging gebruik wil maken." Dit beteekent echter niet, dat het Bestuur zulk een lid (dat zelf ook niet opzegt) maar mag uithoeken wegens wegens vertrek. De nieuwe Coöperatie-wet en de nieuwe Statuten kennen deze wijze van beëindiging van het lid maatschap niet meer. Dus als het lid, dat verhuisd is, zelf niet opzegt, en het Bestuur zegt ook niet op, dan b lij f t hij lid. Dan bestaat natuurlijk het gevaar, dat zoo iemand ook lid wordt van een andere Bank. Volgens de Statuten is dit niet geoorloofd, maar het Bestuur van die andere Bank zal het gewoonlijk niet weten. Zorgt voor de liquiditeit JJwcr bank! Zorgt voor tijdige voldoening der bedongen aflossingen en voor een behoorlijken omzet op de credieten in loopende rekening.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1926 | | pagina 6