DE RA1FFEISEN-BODE.
tingen gevraagd over de zaak van de Centrale Bank
contra de gemeente Hoogkerk.
De voorzitter antwoordde, dat bij arrest van den
Hoogen Raad deze zaak weer is teruggewezen naar het
Hof te Leeuwarden. De vordering van f 50.000 op de
gemeente Hoogkerk bestaat dus nog steeds.
Door den afgevaardigde van Blija werd gevraagd, of
de gemaakte zuivere winst (na aftrek van koerswinst
en winst der reserve) van 11/2 ton wel groot genoeg is,
zulks naar aanleiding van de opmerkingen in het ver
slag der Nederlandsche Bank over coöperatieve ver-
eenigingen op bankgebied.
De voorzitter verduidelijkte, wat de bedoeling der op
merkingen der Nederlandsche Bank is, n.1. dat het kapi
taal van coöperatieve banken, dat bestaat uit de obligo's
der coöperanten, ongemerkt kan slinken door uittreding
van coöperanten, dat de liquiditeit te gering is, omdiat
er geen noemenswaard gestort kapitaal is, en dat er geen
voldoende reserve's gevormd worden, omdat de winsten
te klein zijn. De Nederlandsche Bank spreekt de wen-
schelijkheid uit, dat Coöp. Banken deze punten eens
ernstig onder de oogen zien.
De afgevaardigde van Vinkeveen wees erop, dat jdeze
waarschuwing van de Nederlandsche Bank telken jare
óók gehoord wordt van de bestuurstafel der Centrale
Bank. De Nederlandsche Bank miskent evenwel het doel
der Boerenleenbanken. Het centrale instituut staat mach
tig sterk, zoo sterk dat verschillende groote instellingen
er jaloersch op zijn. Zou die jalouzie misschien de oor
zaak van de miskenning van ons doel zijn? Tegen die
miskenning dient een woord van protest te worden ge
sproken. (Applaus). 1
De voorzitter was blij, dat deze zaak hier besproken
werd. Zou dat niet gebeurd zijn, dan zou de schijn zijn
gewekt, alsof de Raiffeisen-Bank het 'boetekleed had
aangetrokken. Spreker is overtuigd, dat de organisatie
kerngezond is (applaus) en dat er niet de minste aan
leiding bestaat voor vrees, en niet de minste aanwijzing,
dat er vrees moet worden gekoesterd als de Nederland
sche Bank heeft gedaan. Men mag veilig tot de Neder
landsche Bank de uitnoodiging richten om uit de afge-
loopen 26 jaar feiten aan te wijzen in het leven van de
Raiffeisen-Bank, die de woorden, in het verslag der Ne
derlandsche Bank neergeschreven, kunnen rechtvaardigen
(Applaus). Nooit zijn de beginselen van hechtheid en
soliditeit uit het oog verloren, steeds is aangedrongen
op het vormen van reserve's, steeds is gewaarschuwd
tegen het zich blindstaren op de aansprakelijkheids
regeling alléén. Wij beseffen onze verantwoordelijkheid
ten volle, ook ten aanzien van de aansprakelijkheid, en
wij laten het op dit punt niet alleen bij woorden, wij
deinzen ook voor daden niet terug. Het is sprekers
overtuiging, dat er géén aanleiding is voor de minste
ongerustheid en hij riep allen op, om te waken/ dat nooit
om den hoek komt gluren datgene, wat is geschreven1
in het verslag van de Nederlandsche Bank.
De heer F. A. R. A. baron van Ittersum, voorzitter
van het bestuur, voegde aan deze woorden nog enkele
toe, opmerkende, dat de Nederlandsche Bank wel spreekt
over coöp. vereenigingen, maar niet over de Centrale
Bank te Utrecht. Ook wordt er niets in gezegd over een
minder goed beheer van eenige Bank, maar alleen gecri-
tiseerd het systeem van een Raiffeisen-Bank, zooals er
twee in ons land bestaan. Dit systeem heeft in' het buiten
land groote navolging gekregen bij Banken, die overal
gerespecteerd worden. Die worden dus ook door de
Nederlandsche Bank aangevallen. Daar staat tegenover,
dat de regeering het Raiffeisen-systeem toejuicht.
Waarom zou zij ons anders vroeger subsidie hebben
verleend? Wat nu de Centrale Bank te Utrecht aangaat,
op het oogenblik hebben de bij haar aangesloten Locale
Banken 120.000 leden. Van die leden beschikt 1 pet.
reeds over f 135 millioen onbezwaard eigendom (applaus).
Als men nu weet, dat de Centrale Bank toegestaan heeft
voor 45 millioen crediet, dan mag gezegd worden, dat
de soliditeit van de Centrale Bank niet veel te wenschem
overlaat (applaus). Er bestaat 11 a 12 millioen aan
sprakelijkheid bij de Centrale Bank. Die Boerenleenban
ken beschikken over een reserve van 7 millioen, de
Centrale Bank over 2 millioen. De aansprakelijkheid kan
dus al grootendeels door de reserves gedekt worden.
En wat nu de liquiditeit aangaat, vroeger stond de
Nederlandsche Bank ons altijd ter zijde bij het verdis-
conteeren van de promessen van de Leenbanken. In
dien tijd was het veel, als er 5 millioen. werd opgevraagd.
Nu heeft de Centrale Bank zichzelf heelemaal gered bij
een totaal aan opvragingen van 30 millioen. Op de
liquiditeit wordt dan ook zeer streng toegezien, opdat
geen steun van andere Banken noodig is. Het is spre
ker wel eens opgevallen, waar de Nederlandsche Bank
en de regeering vroeger de Centrale Bank steunden,
dat de steun van de Nederlandsche Bank veel minder
is geworden, nu de Centrale Bank -een groot en machtig
lichaam is geworden. We zullen ons daarbij moeten
neerleggen. Hooge boomen vangep nu eenmaal veel
wind. Spreker wees er nog op, dat de accountants zijn
gekomen tot een liquiditeit der Centrale Bank van
ruim 80 pet.
De discussie werd hierna gesloten. De rekening en
verantwoording en het voorstel ten opzichte van de
gemaakte winst werden zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd.
De voorzitter stelde als stemming der vergadering
vast, dat men ongeschokt het vertrouwen handhaaft in
Boerenleenbanken en Centrale Bank. (Daverendapplaus.)
De rekening en verantwoording over 1925 van het
onderling waarborgfonds werd goedgekeurd, waarna aan
de orde kwamen de verkiezingen. De voorzitter stelde
voor deze in de pauze te doen houden, en verzocht
enkele, aanwezigen het stembureau te willen vormen. Hij
schorste hierna de vergadering.
Na heropening deelde de voorzitter den uitslag der
verkiezingen mede.
Tot lid van het bestuur werd herkozen mr. dr. G. F. M.
Baron van H|ugenpoth tot Aerdt te 's-Gravenhage.
Tot lid van den Raad van Toezicht werden herkozen
de heeren G. W. Stroink te Steenwijkerwold en C. S. van
Beuningen te Maarsbergen, terwijl als zoodanig gekozen
werd in de vacature-H. J. M. Baumann te Arnhem, de
heer P. F. Veelenturf te Hazerswoude.
Tot plaatsvervangende bestuursleden werden benoemd
de heeren F. P. E. van Ditzhuijzen te Baarn en C. S. van
Beuningen te Maarsbergen.
Allen verklaarden hunne benoeming te aanvaarden.
Naar aanleiding van de herkiezing van den Heer Stroink
getuigde de Heer Collot d'Escury in enkele welgekozen
woorden van de waardeering, die men voor hem koesterde.
Wij zouden U als voorzitter vain den Raad van Toe
zicht en van de Algemeene Vergadering niet kunnen
missen, aldus de Heer Collot. Een krachtig applaus
bewees hoe zeer hij hiermede de gevoelens der vergade
ring vertolkte.
Daarna kwam aan de orde de Statutenwijziging. De
Het goedschrift is zeer belangrijk! Men lette er
daarom nauwkeurig op, dat het op de juiste wijze wordt
geschreven. Indien een schuldenaar of borg niet kan
schrijvenwende men sicji tot de Centrale Bank.