D,E RAI F FE
I S E N-B ODE.
97
Dit betreft echter evenals het nalaten van de noodige
recherche een duidelijk blijkend en den notaris zeker'
toerekenbaar verzuim en juist daarom is het gevaar
van den geldschieter al zeer gering. Het notariaat is
is een zoodanig vertrouwensambt dat elke notaris zich
zeker zal haasten, ook zonder eenige procedure, de
geleden schade te vergoeden of in het tweede geval de
zaak, zoo spoedig mogelijk zonder eenige kosten voor
derden in het reine te brengen.
Wal het laatste aangaat vergete men ook niet dat'
gewoonlijk de schuldenaar voor zijn tweede hypotheek
weer bij denzelfden notaris terecht zal komen of dat
anders de andere notaris, van den schuldenaar verne
mende, dat deze reeds een eerste hypotheek heeft geno
men zeker een onderzoek daaromtrent zal instellen.
Ik vind hiervan schijnbaar een paar gevallen in de
Raiffeisen-Bode vermeld, meen echter wel met zekerheid
aan te mogen nemen dat het daar iets geheel ander t
betreft, namelijk dat verzuimd is de afgeloste hypo
theek welke eerder op het vaste goed rustte door te
laten halen, hetgeen mogelijk is omdat uit de aard der
zaak geen royement wordt verleend voordat met de
gelden van de nieuwe hypotheek de eerder bestaande
is afgelost.
In dat opzicht heeft controle inderdaad waarde, mij
zijn hiervan ook een paar gevallen uit de practijk bekend.
Men stelle zich de gevolgen hiervan echter niet te
ernstig voor. Bij die welke mij bekend zijn was het moi
gelijk door eenvoudig alsnog, alweer buiten bezwaar
van den geldschieter, een royement in te dienen het
verzuim te herstellen en overigens is toch de eerste hy
potheek door de aflossing der schuld teniet gegaan
zoodat ook al komt het tot een executie de geheeld
opbrengst van het vast goed tot waarborg voor de nu
nominaal tweede hypotheek strekt. Meni mist de een
voudiger executie volgens art. 1223 van het B.W. maar
verhaal op .het vast goed blijft nog op verschillende
andere wijzen mogelijk.
Ook hier geldt wat ik reeds eerder over de aanspra
kelijkheid van den notaris noemde.
Wat het eveneens gemoernde geval betreft van ver7
wisseling van de ie en 2e hyp. te'n behoeve van dezelfd^
Boerenleenbank meein ik te moeten opmerken dat dit
ook zonder staat van inschrijving al heel eenvoudig te
constateeren zou geweest zijn door den datum van in
schrijving voorkomende op de borderellen na te gaan.
Zooals ook al uit het bovenstaande blijkt zijn mij bij.
een zes en veertigjarigen werkkring in het notariaat,
waarbij overlegging van staten van inschrijving hooge
uitzondering vormde, geen gevallen bekend waarin door
niet behoorlijke hypotheek-bezorging schade door de
crediteuren is geleden en ik vermoed ook niet dat JJ(
ooit financiëele schade hebt geconstateerd; de moge
lijkheid daartoe blijkt dus alleen theoretisch te zijn,
tegen welke theoretische mogelijkheid, zooals U ook
wel uit het vorenstaande is gebleken, de staten van
inschrijving slechts een gebrekkig wapen vormen.
Practisch zijn ze zeker van weinig nut, en nu aans
nemende dat jaarlijks voor de Boerenleenbanken onge
veer 3000 hypotheken worden gepasseerd waarvoor de
staten van inschrijving gemiddeld op ongeveer f 9.
(ie en 2e hyp.) of de verkorte staten gemiddeld op f6.1
komen, alzoo jaarlijks een bedrag van f18000 tot f27.000
vorderen, ben ik ervan overtuigd dat deze bedragen,'
waar schade niet bekend is, ver buiten verhouding van:
het risico zijn. 1
Het komt mij dan ook voor dat de Boerenleenbanken
hiermede niet op den juisten weg zijn, eene navolging vain
andere credietinstellingen kan in dit opzicht zeker geen
aanbeveling verdienen. In deze kan ik mij geheel aan-i
sluiten bij het door den heer K. te N:. ingezondene; de
Laat borgen uitstel-formulieren teekenen, wanneer
uitstel wordt verleend. Dat voorkomt moeilijkheden!
verhoudingen zijn hier anders en wettigen niet ee|nt
standpunt als schijnbaar door vele credietinstellingen
worden ingenomen „hoe wapen ik me tegen den meest
gewetenloozen geldnemer toegerust met volledige kennis
omtrent het hypotheekwezen" waarbij dan de kosten als
komende voor dien geldnemer van weinig belang zijn.
Mijne conclusie is dus dat de staten van inschrijving
bijna uitsluitend van theoretisch belang. zijn, als zoo
danig eenerzijds te weinig waarborg geven en anderzijds
meer bevatten dan waarvan voor de practische controle
gebruikt wordt gemaakt terwijl de kosten ervan tegen
hun waarde als controlemiddel ook al in verband met
het geringe gevaar voor geldelijke schade, veel te groot
zijn.
Acht men een controlemiddel gtewenscht dan vrage
men overlegging van eene verklaring van be-
zwaardheid afgegeven door den beëedigden klerk
ten hypotheekkantore, welke juist die dingen bevat (aan
duiding van het vast goed, bedrag en datum der in
schrijving met dezelfde gegevens omtrent eventueel be
staande eerste hypotheken) welke ons bij controle inte
resseeren, eene verklaring, die wat haar juistheid betreft
zekei niet zal achterstaan bij den staat van inschrijving
en waarvan de kosten ongeveer 1/5 daarvan bedragen,
alzoo heel wat meer in verhouding van het belang.
Dezer dagen kon ik nog constateeren dat ook een
credietinstelling die m.i. wat de hypotheek-bezorging
beslist overdreven eischen stelt, met een dergelijke ver
klaring genoegen neemt.
Desnoods zou men clan kunnen verlangen dat deze
verklaring binnen een bepaald aantal dagen door den
beëedigden klerk direct aan den kassier wordt toege
zonden; onmiddellijke toezending zal niet mogelijk blij
ken, omdat in de meeste gevallen een eerdere inschrij
ving zal moeten worden geroyeerd, dus vooraf moeten
gaan toezending of overbrenging der gelden tot aflos
sing daarvan, terugontvangst volmacht tot royement,
ter registratie zenden en terugontvangst van het roye
ment en opzending daarvan naar het hypotheekkantoor,
waarbij dan in de allergunstigste gevallen toch alleen
maar de twee eerstgenoemde manipulaties kunnen ver
vallen. Met hoogachting,
H. DE BOER.
Noot fl e r Redactie. Met toestemming van den
heer de Boer en op verzoek van een inzender jn ons blad
geven wij gaarne een plaats aan bovenstaanden brief.
Het zij ons allereerst veroorloofd den heer de Boer
hier dank te zeggen voor zijne belangrijke en belang
wekkende beschouwingen over het vraagstuk, dat ver
scheidene gemoederen bezig houdt.
Wij meenen daaruit te mogen concludeeren, dat er
ten slotte slechts een „kosten" verschil tusschen hem
en ons bestaat. Immers wordt door hem niet ontkend,
dat een „controlemiddel" op het tijdig inschrijven der
hypotheek met een rang overeenkomstig de bedoeling,
en op de hoegrootheid van eventueel bestaande inschrij
vingen, inderdaad waarde heeft. Enkele gevallen worden
door hem genoemd, waar schade denkbaar is, zoo b.v
ie. ials de notaris te langen tijd wacht met het doen
inschrijven der borderellen (hetgeen dikwijls voor
komt), en een schuldenaar van de Boerenleen
bank bij 'een anderen notaris een tweede hypo
thee zou sluiten, welke dan eerder wordt inge-
schreven.
ze. als verzuimd is, een afgeloste hypotheek, welke