AFLOSSING HYPOTHEKEN.
8o
DE
RAI F F EISEN BOI) K.
gelijk de Tsjechische, het noodig vindt,om tusschenbèide
te treden. De Nederlandsche coöperatie toone, dat zij
ook zonder wettelijke maatregelen in het gareel kan
blijven. Hoe minder wetten, hoe beter! Want dan is er
des te meer vrijheid. Maar men moet dan geen mis
bruik van de vrijheid maken.
En dat er een misbruik is, wanneer een coöperatie
dingen doet, waarvoor zij niet is opgericht en ingericht,
is toch wel duidelijk!1)
1) Men zie over dit onderwerp ook de Raiffeisen-Bode van
April en Mei 1923.
Hoe vaak gebeurt het niet, dat wij aan een Bank, die
dispensatie vraagt voor het verstrekken van een hypo
thecair voorschot, moeten schrijven, dat wij de bedongen
jaarlijksche aflossing wel wat gering achten en aan
dringen op het vaststellen van een hooger aflossings
bedrag.
Zoo gebeurde het wel, dat een Bank dispensatie,
vroeg voor een hypotheek van f 10.000.waarop jaar
lijks f25.zou worden afgelost, zoodat dit voorschot
dus niet minder dan 400 jaren kon loope|n. Welk een
ongewenschte wijze van beleggen voor de Bank, die op
deze manier haar geld wel snel uitgeeft, maar het o
zoo langzaam terug krijgt! En toch berust het vast
stellen van zoo lage aflossingen vaak op zeer logischp
gronden. De geldnemer toch, moet, gesteld, dat de Bank
hem 5 0/0 in rekening brengt, alleen aan rente de eerste
jaren al ongeveer f 500.betalen, terwijl hij schat, dat
hij jaarlijks in het geheel niet meer dan f525.— zal-
kunnen betalen; op dien grond werd dan een aflossing
van f 25.vastgesteld.
Niet alleen voor de Bank is deze wijze ongewenscht,
maar ook voor den geldnemer, die daardoor jaren en
jaren, ja vaak zelfs zijn gebeele leven (jen na hem nog
zijn erven), in de schuld zit, waarover hij natuurlijk ook
maar steeds rente moet betalen.
Wij hebben gemeend, onze bankfen te moeten helpen,
om aan deze verkeerde methode een eind te maken. Dit
is te bereiken, door de debiteuren elk jaar weder een
zelfde vast bedrag, te laten betalen. Door den debiteur
uit ons bovengesteld voorbeeld zou men dus elk jaar
een vast bedrag van f,525.— kunnen laten betalen. Bij
die betaling op bet eind van bet jaar berekent men dan
de rente over het afgeloopen jaar over het uit lipt,
grootboek blijkende saldo kapitaal, bet overige wordt
dan als aflossing van het kapitaal afgeboekt. Op deze
wijze te werk gaande, zou het bovengenoemde, voorschot
in plaats van in 400 jaar, reeds in 62 jaar geheel gedelgd
zijn, zou dus de Boerenleenbank haar geld weer geheel
terug hebben gekregen en behoefde de debiteur geen
schuld voor zijn erven achter t£ laten.
Na een dergelijk treffend voorbeeld zullen verdere
pleidooien voor deze methode zeker wel overbodig zijn-
Wellicht is het echter niet overbodig, met een voor
beeld een en ander toe te lichten.
Stellen we dus, dat een Boerenleenbank op 1 Nov. '26
aan een lid een hypothecair voorschot ad f 10.000.
verstrekt tegen 5% 'sjaars en dat jaarlijks een vast
bedrag van f525.— zal worden betaald. Nemen we aan
dat de debiteur de eerste keer, dus op 31 Dec. 1926
nog niet zal aflossen, doch alleen de rente zal betalen.
Deze rente bedraagt dan dus f83,33. (2 maanden a 5 ",o
van f 10.000. De hoofdsom blijft dus f 10.000.
Op 31 Dec. 1927 betaalt de debiteur zijn vast bedrag
van f 525.—. De rente is nu dus f 500.(-1 jaar
a 5 0/0 van f 10.000.—). Als aflossing kan dus geboekt
worden f 25.—, zoodat nu de hoofdsom f 9-975-— wordt.
Op 31 Dec. 1928 moet nu een jaar rente a ,5 °/o be
taald worden over f9.975, dat is f498,75. Voor aflos
sing blijft nu dus over f5125.— f498,75 f26,25.
Op 1 Jan. 1929 is dus het saldo kapitaal f9975-
f26.25 f9.948,75. Op 31 Dec. 1929 moet dus aan
rente betaald worden 1 jaar a 5 °/o van f 9.948,75
f 497,44. Thans blijft dus van de f 525.---voor aflossing
over f27.56. Wij geloven niet, dat het noodig is, dit
voorbeeld nog verder voort te zetten.
De hierboven door ons uiteengezette methode (die
niets nieuws onder de zon is wij hadden haar met
een geleerder term kunnen aandienen als annuïteiten-
systeem", achten wij voor onze Banken van zooveel
belang, dat wij bij dezen een beroep doen op de mede1-,
werking van Besturen en kassiers, om haar te doen toe
passen? Voor die hypotheken, waarbij de gestelde jaar-,
lijksche aflossing van dien aard zou zijn, dat zij een
abnormaal langen looptijd tengevolge zou hebben en dan
natuurlijk alleen voor die banken, die voor een verstrek
king van hypothecaire leeningen, in aanmerking mogen
komen. 1
Mocht men hier en daar nog -eens een moeilijkthefd
ondervinden, dan kan men zich steeds 0111 raad tot de
Centrale Bank wenden.
1 Nov. 1926. Verstrekt 10.000.
31 Dec. 1926. Rente betaald f83,33
31 Saldo kapitaal
10.000-
1 Jan. 1927.
31 Dec. 1927.
31
31
1 Jan. 1928.
31 Dec. 1928.
31
31
1 Jan. 1929.
31 Dec. 1929.
3'
3.1
Saldo 1926
Aflossing
Rente betaald f 500.—
Saldo kajtitaal
Saldo 1927
Aflossing
Rente betaald f498,75
Saldo kapitaal
Saldo 1928
Aflossing
Rente betaald f 497,44
Saldo kapitaal
10 0(1(1
1 04)00.—
10.000.—
25
9.975. -
10.000.
10.000. -
9.975
20.25
9.918.75
9.975
9.975 -
9.948.75
27.50
9.921.19
9.918.75
9.948.75
GELD- EN EFFECTENMARKT
gedurende Maart 1926.
De geldmarkt werd minder ruim na zeer lage notesrin-
gen voor pronlongatie en disconto' in het begin der
maand, n.1. van 2-^21/2 ,°/o, trokken de koersen later
aan en waren de noteeringen van 3-31/2
Bij de buitenlandsche wisselkoersen vond voor Bel
gisch 'een Fransche franken een beduidende daling
plaats'. De finantiëele positie der beide landen is nog
allesbehalve gunstig, waarop de wisselkoersen eveneens
in ongunstigen zin reageeren.
De wisselkoersen te Amsterdam waren voor:
1 Maai t
15 Maart
27 Maart
Londen
12.14
12.137 2
'2 l3 V2
Parijs
9.25
9-9 7'h
8.58
Brussel
U-35
10 25
992
New-York
2-497.,
2-492
2-4978
Er vond deze maand weer eens een inschrijving op
schatkistpapier plaats.