54 DE RAIFFEISE N-B.ODE. tutenwijziging over twee akte's verdeeld. Er waren ver scheidene Banken die niet op tijd klaar waren (veelal niet konden zijn, ten gevolge van bijzondere omstan digheden) om aan de akte, die op ongeveer 10 December zou worden verleden, deel te nemen. Om de Banken, die wel op tijd waren, niet te laten wachten, hebben wij voor deze Banken (het bleken er ten slotte 71 te zijn op 24 December een tweede akte laten verlijden. De eerste akte (jvaaraan 581 Banken deelnamen) kon eerst op 1 4 December worden gepasseerd. Zij gaf meer werk dan verwacht was. Vier personen hebben er acht dageri onafgebroken aan ge\Verkt. Het was de grootste akte, die Notaris van Ditzhuijzen ooit onder handen had ge had. Wij zullen haar laten inbinden, en dan is het onge twijfeld een eerbiedwaardige foliant! Wij sluiten thans deze slotbeschouwing over de ge zamenlijke Statutenwijziging. Zullen wij haar thans vergeten? Wij gelooven, dat dit niet mogelijk zal zijn. Vormt zij geen monument van waarachtige samenwerking, van coöperatie in den besten zin des woords? EEN RECHTERLIJKE BESLISSING INZAKE HET HANDELSREGISTER. In verschillende couranten heeft een bericht gestaan, luidende als volgt: ,,In een zaak van K. v. d. B., J. C. S. enC.W.L., .allen tuinders te Rotterdam, door den kantonrech- ,.ter vrijgesproken van een hen ten laste gelegde „overtreding van de Handelsregisterwet beklaag- ,,den hadden als bestuurders van een Boerenleen- ,,bank deze niet laten inschrijven in het Handels register van welk vonnis de ambtenaar van het ,,0. M. in hooger beroep is gegaan, heeft de Recht-1 „bank het vonnis bevestigd. „De Rechtbank overwoog in haar vonnis, dat de „Boerenleenbank niet moet worden beschouwd als „een handelszaak in den zin van de Handelsregister wet. Haar doel is, zooals uit de Statuten, waaraan „■Streng de hand wordt gehouden, blijkt, niet om „winst te maken." Het is begrijpelijk, dat dit bericht velen op de gedachte bracht, dat de Boerenleenbanken nu van het Handels register bevrijd waren. Het staat er zoo algemeen: de Boerenleenbank moet niet beschouwd worden als een handelszaak in den zin der Handelsregisterwet. Dus zij heeft niets met het Handelsregister te maken. Maar het bericht is misleidend. Het geldt niet alge meen voor „de Boerenleenbank", maar slechts voor een bepaalde soort er van. Namelijk voor die Boerenleen banken, welke niet gegoten zijn in den vorm van een Coöperatieve Vereeniging, maar in den vorm van een vereeniging overeenkomstig de wet van 1855 (zedelijk lichaam). De meeste Boerenleenbanken, die bij de Cen trale Bank te Eindhoven zijn aangesloten, zijn zulke veree'nigingen. Voor deze is de beslissing dus van be lang. Maar niet (helaas!) voor onze Boerenleenbanken, die zonder uitzondering coöperatie's zijn. Deze zjjn door de wet wel heel stevig aan het Handelsregister geklonken, en er is niet de minste kans, dat er een rechterlijke uitspraak valt, die haar ervan verlost. Wij vertrouwen, dat het gerezen misverstand door deze korte uiteenzetting is weggenomen. GRADEN VAN BLOED- EN AANVERWANTSCHAP. Men heeft ons verzocht in de Raiffeisen-Bode uiteen te zetten, hoe de graden van bloed- en aanverwantschap berekend moeten worden, in verband met de bepalingen, die hierover kunnen worden opgenomen (en inderdaad ook vrij veel worden opgenomen) in het Huishoudelijk Reglement. Gaarne voldoen wij aan dit verzoek. Om te weten te komen in welken graad van bloedver wantschap iemand staat tot een ander, gaat men na hoevele geboorten er tusschen beiden zijn. Tusschen ouders en kinderen is er natuurlijk slechts sprake van één geboorte; zij bestaan elkander dus in den eersten graad. Broeders bestaan elkander in den tweeden graad; immers er zijn tusschen hen twee geboorten. Dit is heel duidelijk, wanneer men de familieverhouding voorstelt door een teekeningetje, zooals onderstaand: O B B O. beteekent „ouders"; B. beteekent „broeders"; de streepjes zijn de geboorten. Om van de eene broeder naar den ander te komen, moet men dus over twee geboorte's heen. Derhalve bestaan zij elkaar in den tweeden graad. Men kan nu zelf wel verder gaan. Grootouders en kleinkinderen bestaan elkaar ook in den tweeden graad. Een oom en een neef (oomzegger) in den derden graad. Twee neven (zoons van broeders) in den vierden graad. En zoo kan men nog verder gaan. Voor ons is dat echter van geen belang, want bloedverwantschap kan volgens de statuten niet verder worden uitgesloten dan tot en met den derden graad. Wat de aanverwantschap (of zwagerschap) betreft, deze wordt op dezelfde wijze berekend, d.wfz. men telt dan het aantal geboorten tusschen de persoon, door wie de aanverwant in de familie is gekomen, en de per soon, tot wie men den graad van aanverwantschap wil uitrekenen. Dus een schoonzoon staat tot zijn schoon ouders in den eersten graad van aanverwantschap, en zwager tot zijn zwager of schoonzuster in den tweeden graad, enzoovoorts. Wij vertrouwen, dat de zaak hiermede duidelijk is. GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende December 1925. Ook gedurende December een vrije ruime geldmarkt:, zoo nu "en dan met wat hooge koersen voor prolongatie en particulier disconto. Prolongatie noteerde van 3 tot 3V4 0/0. Part. Disconto van 31/4 tot 31/2, De wisselkoersen veranderden niet veel. Ponden waren wat hooger, doch de Fransche f ranken - koers schommelde zeer, en was flauw. De noteeringen waren te Amsterdam voor: 30 Nov. 15 Dec. 23 Dec. Londen 12 047 '8 I2.07'/j 12 o67/8 Parijs 9 67 V. 8.95 Va 9 26 Brussel 11.27 I I 29 11 28'/2 New-York 2.4S 2-435/8 2.48

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1926 | | pagina 4