38 D,E RAIFFESE N-B.OD E. DE BOERENLEENBANK EN HET INCASSO BEDRIJF. Het wissel- en chèqueverkeer heeft de laatste jaren een zeer groote vlucht genomen. Ook op 't platteland is men hoe langer hoe meer van deze gemakkelijke be talingswijze gebruik gaan maken. Vooral de Banken die in de tuinbouwstreken gevestigd zijn, weten wel,; hoeveel vorderingen tegenwoordig door middel van een wissel geïnd worden. Het incasseeren nu, zal in den regel niet door den houder zelf kunnen geschieden; hij zal dus z'n wissels, chèques en kwitanties op andere plaatsen aan een bank ter incasso moeten geven. De Boerenleenbanken zullen dus, willen zij voor den plattelander niet aan belangrijkheid verliezen, zich ook in meerdere mate moeten gaan toeleggen op het incasseeren. De uitbreiding van het aantal incasso's brengt echter noodzakelijk een betere administratie hiervan met zich. Tot dusver werd zulk incassopapier door den houder aan den kassier der bank afgegeven, meestal zonder dat eerstgenoemde daarvan eenig bewijs ontving. De afrekening geschiedde dan een paar dagen later wel, wanneer de Bank zelf opgave van de Centrale Bank had ontvangen. Alles dus heel gemoedelijk. Gezien de tegen woordige uitbreiding lijkt 't ons echter wel wenschelijk ook dit deel van het bedrijf onzer Locple Banken wat meer zakelijk te regelen. In de vorige Raiffeisen-Bode deelden we reeds mee, dat een Regu voor ter inqasso gegeven papier (vrij van zegel) verkrijgbaar is gesteld. Dit mag echter nog niet voldoende worden geacht; ook van de afrekening behoort den cliënt behoorlijk een nota ter hand te worden gesteld. Wij hebben daarvoor een nota ontworpen als inliggend model. Er is op gerekend, dat men ook wissels of chèques in vreemd geld ter incasso kan ontvangen. Voorts bevat de nota een kolom voor 't Hollandsche geld (of voor 't in Holl. geld omgerekende bedrag) en een kolommetje, waarin de op ieder stuk berekende kosten worden genoteerd. Het totaal dezer kosten wordt van het totaal der wissel bedragen afgetrokken, waarna men onder aan de nota het netto-bedrag, dat aan den cliënt ban worden uitbe taald of op zijn rekening kan worden geboekt, overhoudt. Daar meestal degenen, die het papier ter incasso geven wel rekeninghouder der Bank zullen zijn, is onmiddellijk onder de nota gelegenheid gegeven, om den rekening houder mede te deelen, dat het hem toekomend bedrag in zijn rekening is bijgeschreven. Zoo spoedig mogelijk moet een en ander in het rek. ort. boekje van het be trokken lid word,en aangeteekend. In dit boekje behoeft dan geen zegel geplakt te worden en geen handteekening gesteld. Er wordt in de omschrijving vermeld: ..Volgens incasso-nota." Het kan echter ook zeer goed voorkomen, dat de begunstigde geen rekening bij de Bank heeft en dat hem het bedrag dus in contanten wordt uitbetaald. Ook hierin is voorzien. Het onderste deel is ingericht als kwitantie, welke voor de ontvangst van het bedrag door den begunstigde wordt onderteekend. Nu zqu in een dergelijk geval het geheele formulier in tweëen gescheurd moeten worden; men zou dan de nota aan den cliënt moeten geven, terwijl de kwitantie door de Boerenleen bank werd behouden. Het meest practisch is nu, te werken met een doordrukje. Men legt dus onder de te beschrijven nota in het boekje een stuk calqueerpapier en vult dan met een inktpotlood de nota en eventueel ook de kwitantie in. Het bovenste exemplaar stelt men dan aan den- cliënt ter hand, terwijl de doordruk bij de Bank in het boekje achterblijft. Is 't bedrag uitbetaald, dan voorziet men dus de kwitantie op den doordruk van een plakzegel en laat den cliënt hier doorheen teekenen. Deze doordruk is trouwens tegenwoordig noodzakelijk, wijl door 't inwerkingtreden der nieuwe Wet de Bank verplicht is, een copie der uitgaande stukken te houden!. Tenslotte zal 't wenschelijk zijn, een incassoboekje bij te houden, waarin de ter incasso ontvangen stukken in volgorde worden aangeteekend en waarin tevens de af doening wordt genoteerd, zoodat men altijd kan zien welke kwitanties, wissels of chèques nog in behandeling zijn. Dit boek is bij de Centrale Bank verkrijgbaar. („In- cassoboek.") De oorspronkelijk afgegeven regus behooren natuur lijk na de afrekening weer bij de Bank terug te komen. De incassonota's, zijn bij de C. B. verkrijgbaar in boeken van 100 stuks, om de andere geperforeerd, zoodat men dus feitelijk 50 nota's en 50 doordrukken heeft. ONZE VOORSCHOTBOEKIES EN DE ZEGELWET. In het orgaan van onze zuster-instelling, de „Maan- delijksche Mededeelingen" van de Coöp. Centrale Boeren leenbank te Eindhoven, vonden wij onder bovenstaanden titel een artikeltje, welks inhoud wij gaarne aan onze lezers overbrengen. 1 Het is tot nog toe bij onze Banken gewoonte geweest, dat de kassier, wanneer een voorschotnemer voor de eerste maal een aflossing doet, dit in het voorschot boekje op zegel aanteekent. Bij de volgende aflos singen op datzelfde voorschot teekent de kassier in datzelfde voorschotboekje zonder zegel, behalve wanneer hij komt op een nieuw blad, waarop de eerste maal weer op zegel moet worden geteekend. Dit laatste het opnieuw zegelen wanneer men op een nieuw blad komt achtte de Centrale Bank te Eindhoven niet noodig. ,,Deze wijze van handelen" - zoo wordt in bedoeld artikel geschreven „steunt op de bepaling der zegelwet (Art. 36), volgens welke geen afzonderlijk zegelrecht verschuldigd is voor kwitantiën, wegens ont vangen sommen, welke voorkomen op hetzelfde pa pier, waarop reeds een gezegelde kwitantie voor een in mindering van dezelfde schuldvordering ontvangen som voorkomt, mits uit den inhoud der latere kwitantie duide lijk blijkt, dat de betaling betrekking heeft op dezelfde vordering. „Nu is er wel eens twijfel uitgesproken ten aanzien van onze voorschotboekjes in verband .met den eisch omtrent ..hetzelfde papier", omdat die voorschotboekjes niet bestaan in een enkel vel papier maar uit vier vellen zijn samengesteld. Men vreesde, dat de-verleende vrij stelling niet zou gelden voor de kwiteeringen, welke zou den voorkomen op een ander der samengevoegde vel len dan dat, waarop de eerste gezegelde kwitantie was gesteld. „Deze vrees zou inderdaad gewettigd zijn geweest/in dien niet zeer duidelijk in de wet de bedoeling naar voren kwam, om slechts zoo ver te gaan, als noodig is voor een doeltreffende controle, zoodat men zich niejt aan de letter der wet zou houden waar ontduikking der wettelijke bepalingen op dit punt volmaakt uitgesloten is. „Dit laatste nu achtten wij steeds het geval bij onze voorschotboekjes en daarom zijn wij steeds van oordeel geweest, dat deze zoo al niet aan dé letter dan toch aan den geest van art. 36 der Zegelwet voldeden. De vraag werd acuut, toen een ambtenaar op grond van dit verschil met den letterlijken inhoud der bepaling een overtreding constateerde. Al was hij het zeer spoedig met ons eens 1 werd toch besloten, de kwestie aan den Minister van Financiën ter beslissing voor te leggen. En het gevolg hicvan was, dat Zijne Excellentie zich met deze op vatting vereenigde. ,,Na inzage van het door ons verstrekte model voor schotboekje en kennisname van onze toelichting besliste de Minister: „dat, hoewel naar de letter der wet misschien

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 4