DE RAIFFEISE N-B ODE. 29 ming gehouden. Wanneer ook dan geen volstrekte meer derheid wordt verkregen, wordt, desnoods na tusschen- stemming tusschen de personen, die een gelijk aantal stemmen behaalden, eene herstemming gehouden tus schen de personen,.... enz. Lid 4. ,,Bij meerderheid van stemmen" wordt ver anderd in „bij meerderheid der uitgebrachte stemmen." Lid 5. Een nieuw lid 5 wordt toegevoegd, luidende: In blanco uitgebrachte stemmen zijn ongeldig. Art. 34. Nummer 1. Toegevoegd wordt: „en niet zijn opge dragen aan het Bestuur of den Raad van Toezicht." Nummer 4 luide: te beslissen in geschillen omtrent de beteekenis van de Statuten, het Huishoudelijk Reglement of besluiten der Algemeene Vergadering. Nummer 5 letter a. Geschrapt wordt: „van één per soon of gezin en." Letter c wordt gelezen: één lid in voorschot of loopende rekening of ten behoeve van één lid als garantie mag verstrekken. Nummer 8 wordt gelezen: het benoemen van Commis- sie's voor aangelegenheden, waarvoor zij dit gewenscht acht; dit kan nader worden geregeld bij Huishoudelijk Reglement. Art. 35. Lid 1. Geschrapt wordt „tot." Lid 2. „Waarin" wordt gewijzigd in „Waaraan." Na „gebruik" wordt ingelascht „zooveel mogelijk." Lid 3 luide: De Bank is mede bevoegd tot het doen van incasso's, tot den aan- en verkoop en het in be waring nemen van effecten en het stellen van garantie's, dit laatste alleen ten behoeve van hare leden. Art. 38. Lid 2 luide: Voorschotten en credieten aan vereeni- gingen, Waterschappen en polders mogen niet gegeven worden zonder toestemming der Centrale Bank. Ook mogen geen garantie's ten behoeve van deze instellin gen zonder deze toestemming worden verleend. Art. 39. De eerste zin wordt gelezen: Ingeval de zekerheid in hypotheek bestaat, mag het te verleenen voorschot of crediet het tweederde gedeelte der getaxeerde waarde van de te verbinden goederen niet te boven gaan, zulks behoudens het geval dat nog andere zekerheid wordt gesteld. In den tweeden zin wordt „25" veranderd in „20." Art. 41. Lid 3 luide: Zoodra dit het geval blijkt te zijn, kan de zuivere winst over het loopende boekjaar door de Algemeene Vergadering worden besteed voor het alge meen welzijn binnen den kring der leden. Lid 4. „Tiende" wordt gewijzigd in „vierde." Art. 43. „Vereeniging" wordt gewijzigd in „Bank." Art. 44. Idem. Art. 46. Idem. De laatste vijf regels worden gelezen: „die in ieder geval over de ontbinding kan beslissen, doch alleen met een meerderheid van ten minste drievierde der uit gebrachte stemmen. Art. 47. Lid 1. Geschrapt wordt „geldige." Toegevoegd wordt een nieuw lid 5, luidende: De no- tariëele akte, door de wet op de Coöperatieve Vereenigin- gen gevorderd tot staving van het besluit tot statuen- wijziging, wordt door het Bestuur verleden. Art. 48. Toegevoegd wordt een nieuw tweede lid, luidende; Het Huishoudelijk Reglement moet aan de goedkeuring van laatstgenoemde Bank worden onderworpen. Men ziet, dat reeds een dankbaar gebruik is gemaakt van de gedane opmerkingen. Het is mogelijk, dat de opmerkingen, welke nog in zullen komen, tot nog andere wijzigingen aanleiding zul len geven. Deze zullen dan per circulaire aan de 'leden der Centrale Ringvergadering worden medegedeeld. EENE VRAAG. Een kassier verzocht ons in de Raiffeisen-Bode de volgende vraag te beantwoorden. Kan een bestuurslid, of een ander lid, geld van de bank halen door een ander, somtijds een jongen van 12 of 14 jaar, zonder hem een briefje of zijn boekje mee te geven, die dan p. o. teekent? Ik heb op die wijze al een paar keer geld gegeven, om de goede verstandhouding niet te verbreken, en kan daar geen kwaad mee, omdat toch maandelijks het dagboek wordt afgeteekend, maar als er een ongeluk gebeurde, zou er misschien in troebel water gevischt kunnen worden, vooral als het boven het toe gestane crediet gaat. Op deze vraag kunnen wij het volgende antwoorden: De hier bedoelde handelwijze is zeer verkeerd en ge vaarlijk. Men behoeft hierbij nog niet eens aan kwade trouw te denken. Stel b.v. dat een jongen geld haalt en het onderweg verliest, dan heeft de bank geen rechts geldig bewijs, dat zij het heeft uitbetaald (want zulk een p.o. geteekende kwitantie beteekent weinig, als er geen schriftelijke volmacht aanwezig is), en de loopende-reke- ning-houder heeft het geld niet gekregen, en zal zich dus wel niet door de uitbetaling gebonden achten. Hij kan ook niet eens controleeren of de bank het geld wel heeft gegeven. In ieder geval zal de bank in riechten het loodje leggen. Zij kan dan wel verhaal nemen op dengene die het geld heeft gehaald en p.o. heeft ge- teekend, maar practisch zal dit wel niet veel waard zijn, vooral als het een jongen is. Wij herhalen dus ons advies om zulke dingen, die tegen de goede orde indruischen, niet toe te laten. Is het een loopende-rekening-houder dikwijls lastig om zelf het geld te komen halen, laat hij dan iemand (maar geen jongen!) schriftelijk machtigen om dat namens hem te doen. Als de machtiging op de bank berust, is de zaak in orde en kan de kassier gerust geld afgeven aan de gemachtigde en dezen p. o. laten teekenen. AAN H.H. KASSIERS. Van onze afd. Expeditie. Het komt nog al eens voor, dai HH. Kassiers hunne bestelling betreffende materiaal niet al te duidelijk op geven, waardoor wij dikwijls in twijfel raken en dan soms genoodzaakt zijn de bestellingsorder terug te zenden met verzoek ons nader aan te duiden, wat eigenlijk ver langd wordt. Wij hebben gemeend goed te doen U hieronder enkele formulieren uit onzen voorraad nog eens duidelijk op te geven, waarvan U dan eenigszins gemakkelijker het ver langde kan opgeven en wij zonder eenige stagnatie die bestellingen kunnen uitvoeren.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 3