DE RAIFFEISE N-B ODE. 15 NOG IETS IN VERBANDl MET DE NIEUWEl WET. De vraag kwam tot ons, wat er moest gebeuren, als een lid van een Boerenleenbank failliet verklaard is of uit den werkkring der Bank vertrok. In het vorige nummer der „Raiffeisen-Bode" schreven wij hierover, dat men in zulke gevallen het lidmaatschap niet als geëindigd moest beschouwen (gelijk tot nog toe de ge woonte was), en dat in de nieuwe Statuten hierover cene andere regeling zou worden gegeven. Nu blijkt, dat er nog wel enkele maanden overheen zullen gaan, voordat deze nieuwe 'Statuten in werking kunnen treden (het zal wel November of December worden), willen wij reeds thans te kennén geven, dat in jaedoelde gevallen nu als volgt gehandeld moet worden: op de eerstvolgende algemeene vergadering na het voor vallen van het feit, dat tot beëindiging van het lidmaat schap aanleiding moet geven (faillissement, curateele, vertrek, huwelijk van eene vrouw), deelt het Bestuur dit aan de vergadering mede; de algemeene vergadering besluit vervolgens dat dit feit zich inderdaad heeft voor gedaan, en draagt op grond daarvan aan het Bestuur op om aan het betrokken lid zijn lidmaatschap op te zeg gen; het Bestuur geeft hieraan gevolg, en zegt schrif telijk het lidmaatschap aan bet lid op, met vermelding der reden; ten slotte teekent het dit aan in het leden- register (onderteekening door twee bestuursleden). Dit is dè regeling der nieuwfe wiet te dézer zake, en zij kan zonder bezwaar reeds nu, voordat zij in de Statuten staat, worden toegepast. HET CONTRoLE FORMULIER. Het 'controle-formulier van het Bestuur is het voor- Wierp geweest van een aanval van den fiscus. Wij hebben dezen aanval met .man en macht trachten te keeren, doch helaas hebben wij het onderspit gedolven. Tot stichting onzer lezers laten wij hier het relaasl van den langdurigen strijd volgen. In het begin van dit jaar berichtte de kassier deirt Boerenleenbank te Raalte ons, dat de Ontvanger der Registratie aldaar het controle-formulier zegelplichtig achtte, en wel omdat het een saldo-biljet zou zijn. Wij antwoordden hem, dat deze Ontvanger het bij het ver-I keerde eind had. De Ontvanger scheen hiermede weinig tevreden te zijn, en wendde zich tot den Minister van Financiën, teneinde van dezen een beschikking over de al- of niet-zegelplichtigheid te verkrijgen. Als tegenzet deden wij hetzelfde, want wij dachten, dat de Ontvanger den Minister misschien wel wat eenzijdig in zou lichten. Dit eerste gevecht verloren wij: de Minister stelde den Ontvanger in het gelijk. In de beschikking kwam o. a. het volgende voor: „Bij gebruik voor controle op voor- sc'hotboekjes is het niet zegelplichtig, tenzij de opgave zou bevatten vermelding van een debet van de Bank aan den houder van het boekje." Hieruit blijkt wel vol doende de scherpzinnigheid van den ambtenaar, die door den Minister met het maken dezer beschikking is belast. Wij voelden ons wel verslagfen, doch niet buiten ge vecht gesteld. Wij vroegen en verkregen een onderhoud met den chef van de afdeeling Zegel en Registratie van het Departement van Financiën. Dit onderhoud was van den meest aangenamen aard. Deze hooggeplaatste amb tenaar toonde, dat hij 'een duidelijker inzicht had in zulke zaken dan zijn onderrgeschikte, die tijdens zijn afwezig heid de beschikking had gemaakt, en was het zeer spoedig met ons eens, dat het controle-formulier niet aan .zegelrecht was onderworpen. Hij verzocht ons alleen 'bm nog eens schriftelijk onze bezwaren tegen de be schikking uiteen te zetten, en dan zou hij voor een nieuwe beschikking zorg dragen. Als overwinnaars verlieten wij het bekende gebouw op den Kneuterdijk, hoogst voldaan over het feit, dat wij door dit onderhoud aan onze organisatie een (jaarlijksche uitgave van ongeveer f7000.hadden bespaard. En nadat wij het bekende gebouw op de Kromme Nieuwe Gracht wederom waren binnengetreden, zetten wij ons onverwijld aan de verlangde uiteenzetting, die wij op 12 TVlei j.1. verzonden. Hoewel ons toegezegd was, dat'de nieuwe beschikking spoedig zou afkomen, duurde dit eenigen tijd. Wij ont vingen haar op 11 Juli. En voelden als het ware een koud-; stortbad op ons neerkomen, toen wij lazen, dat de Minister het onschuldige controle-formulier toch weer wél een saldo-biljet en dus zegelplichtig achtte! Verdwenen waren nu weer onze gevoelens van over winning. Smadelijk hadden wij de nederlaag geleden. Tenminste uiterlijk. Innerlijk voelen wij ons nog even vast overtuigd als vroeger, De Minister heelt ons dit niet kunnen ontnemen. Maar met dat al, wij hebben te retireeren. Echtër doen wij dit, gelijk onze beroemde Stadhouder Willem III ons heeft geleerd, zonder onzen vijand de gelegenheid te geven de vruchten zijner overwinning te plukken. Wij nemen eenvoudig een andere positie in, en wachten daarin met vertrouwen een nieuwen aanval af. Een aanval, die, gezien de sterkte der positie, wel niet zal komen, of in ieder geval zeker afgeslagen zal worden. Om in minder militaire termen te spreken: wij laten een nieuw controle-formulier drukken, waarin alles wat zweemt naar een saldo-biljet, zooveel mogelijk is ver meden. Wij verzoeken aan alle Banken om van nu af aan alleen dit formulier te gebruiken. Het is thans reeds bij ons verkrijgbaar. Indien men doorgaat met het gebruik der oude for mulieren, stelt men zich natuurlijk bloot aan een boete. Het zou dus tamelijk onvoorzichtig zijn. Zoo is het verhaal van den strijd, dien wij hebben! gevoerd om het controle-formulier. DE AFZONDERLIJKE SPAARBANK EN HAAR ADMINISTRATIE. Enkele weken geleden zonden wij allen kassiers een model van het dagboek der afzonderlijke spaarbank toe. Naar aanleiding daarvan bereikten ons enkele vragen. We zullen trachten 'hier in een klein bestek de zaak nog eens te behandelen -en hopen dan, dat hieruit de verschillende vragers zelf het antwoord op hun vragen zullen vinden. In de eerste plaats hebben enkele zich er over ver wonderd, dat de C.B. eerst had gezegd, dat geen afzon derlijke boeken noodig waren en dat alles gewoon over het dagboek der leenbank zou blijven loopen en dat zij nu toch plotseling wel met een afzonderlijk dagboek aankomt. De schuld ligt in deze niet bij ons, maar in 't feit, dat de nieuwe \Vet op de Coöperatieve Vereenigingen de boerenleenbanken voortaan zal beschouwen als k o op- li eden. Dit heeft ten gevolge, dat voortaan door die ambtenaren, die de nakoming der Zegelwet moeten con- tröleeren, inzage van het dagboek kan worden ver-eischt. Indien deze van hun bevoegdheid eens misbruik zouden willen maken, zouden zij zich dus door aantee- keningen een beeld kunnen maken van dep toestand van bepaalde spaarders. (Zie het artikel „De Boerenleen banken en de Fiscus" in het vorig'nummer van dit blad)'. Van de administratie eener s'tichting (die niet als

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 3