7
DE RAIFFE
ISEN-BÖDE.
Bank gevraagd, of de Banken niet met ingaing van
15 Juni de letters, die de aansprakelijkheid aanduiden,
in haar naam moesten gaan voeren. Voor degenen, die
toen niet aanwezig waren, herhalen wij het ontkennend
antwoord, dat op deze Vraag werd gegeven'. De vóór
de inwerkingtreding der nieuwe wet bestaande coöpe-
ratie's zijn zelfs niet verplicht om de letters bij Statuten
wijziging in haar naam op te nemen, en als zij niet
willen, behoeven zij die dus nooit te voerenr Wij ge
voelen zeer veel voor het denkbeeld, dat al onze Banken
van 'deze mogelijkheid (die de Regeering zelf heeft
aangewezen) gebruik maken. Immers die letters zijn
leelijk en lastig. Als men ze vergeet, kan men gestraft
worden met eene boete van ten hoogste honderd gulden.
Bovendien is de soliditeit der Boerenleenbanken wel
zoo bekend, dat zij de letters W. A., die zij eventuëel
zouden moeten aannemen, heusch niet noodig hebben.
De wet legt den Besturen verder enkele nieuwe ver
plichtingen op ten opzichte van het Handelsregister. Binnen
drie maanden na de inwerkingtreding der wet (dus
vóór 15 September a.s.) moeten zij aan het Handels
register opgeven, wat in de Statuten is bepaald ten
aanzien van de aansprakelijkheid der leden. En binnen
zes maanden (dus- vóór 15 December a.s.) moeten zij
een gewaarmerkt afschrift van het ledenregister aldaar
nederleggen. Dit afschrift behoeft natuurlijk niet alles
te bevatten, wat in het ledenregister staat, doch alleen
eene opgave van degenen, die lid zijn ten tijde van het
nemen van het afschrift. De waarmerking moet ge
schieden door het Bestuur. Men kan het afschrift mis
schien het beste op de volgende wijze inrichten:
AFSCHRIFT
van het Ledenregister der Coöperatieve Boeren
leenbank te voor
zoover daaruit blijkt welke personen op
1925 lid dezer Boerenleenbank waren.
(Volgen de namen der leden met vermelding van
woonplaats).
Voor afschrift,
het Bestuur der Coöperatieve
Boerenleenbank te
Indien het Handelsregister formulieren verschaft voor
de opgave der leden, kan men hiervan gebruik maken-
Noodzakelijk is dat echter niet. Wel moet men gebruik
maken van de formulieren, die eventueel worden ge
geven voor opgave der aansprakelijkheid.
Men heeft bemerkt, dat men voor een en ander ruim
den tijd heeft. Er is dus in het geheel geen reden om
gehoor te *geven aan de onhebbelijke circulaire, die
verscheidene Banken reeds van een Kamer van Koop
handel hebben ontvangen en waarin maar even om
gaande de vereischte opgave werd verlangd.
Meer hebben wij thans niet te zeggen. Mochten onze
lezers ons nu vragen willen stellen, dan zullen wij deze
met genoegen beantwoorden.
DE CENTRALE BANK.
(Slot).
We hopen in de vorige artikelen erin geslaagd te
zijn aan bestuurders en kassiers eenig inzicht te hebben
gegeven in de wijze van beheer der gelden, welke door
de boerenleenbanken bij de Centrale zijn gedeponeerd.
We meenen te hebben aangetoond, dat men de Cen
trale niet kan verwijten zich te hebben schuldig ge
maakt aan de gewraakte feiten, gesignaleerd in ons
eerste artikel. Trouwens ook de namen en capaciteiten
van de leden van het Bestuur en van den Raad vairt
Toezicht en het geheele gunstige verleden van de Cen
trale, onder hun leiding en toezicht, waarborgen ons
een goed beheer der toevertrouwde gelden1.
Mochten bufte\nsktajid\er£ nog gevaren zien, dan moge
het hun een „geruststelling" zijn te vernemen, dat de
zekerheid voor de terugbetaling der gedeponeerde gel
den, niet enkel en alleen zit in de beleggingen'. 1
Eerstens heeft de Centrale een reservefonds dat op
31 Dec. 1924 ongeveer f 1.800.000.bedroeg.
Zou dit op een gegeven oogenblik niet toereikend
blijken om een verlies te dekken, dan is er nog wat?
achter de hand.
Immers kennen we bij de Centrale eene aanspra
kelijkheid der Boerenleenbanken. Deze aansprakelijkheid,
geregeld bij art. 8 en 9 der Statuten, is wel een be
perkte, maar biedt toch, gezien ook den aard der uit
staande credieten en da beleggingen, ruim voldoende
zekerheid.
Het is bekend, dat elke boerenleenbank welke lid
wordt van de Centrale, verplicht is een aandeel te
nemen van f 500.waarop 10 0/0 moet worden gestort.
Het nemen van meerdere aandeelen hangt af van
het gebruikmaken van het door de Centrale B.ank ver
leende crediet. Bij gebruikmaken van dit crediet boven
fzioooo.moet n.1. telkens één aandeel ad f500.
(waarop 2 °/o te storten) worden' genomen, voor elke
f 10000.of gedeelte daarvan.
Een boerenleenbank alzoo, welke een crediet heeft
van f20000.en op zekeren tijd b.v. f13000.bij
de Centrale heeft opgenomen, is verplicht een 2>e aajn-
'deel van f 500.te nemen.
Volgens art. 9 der Statuten van de Centrale bedraagt
de maximum aansprakelijkheid van een boerenleenbank
in de Centrale f 2000.boven het bedrag van het aan
deel zelf; m. a. w. de hoogste som, welke eene boeren
leenbank ooit zal behoeven bij te dragen in een verliels
van de Centrale, bedraagt f2500.per aandeel.
Daar er door 'onze banken per 31 Dec. j.1. 4486 aan
deelen waren genomen in het kapitaal der Centrale
Bank, bedroeg de totale aansprakelijkheid f 11.215.000.
Deze aansprakelijkheid zou slechts gemobiliseerd be
hoeven te worden', wanneer het bedrag der Reserve,
dus méér dan f 1.800.000.zou verloren zijn. Eerst
als méér verloren wordt, komt deze „aansprakelijkheids-
reserve" aan bod, en eerst als de Centrale kans zag
13 millioen gulden te verliezen, zou tejï voilé door de
boerenleenbanken moeten worden bijgestort.
De boerenleenbanken zijn onbetwistbaar goed voor de
bedragen, welke gestokt zouden moeten worden. Ieder,
die weet wat de obbeperkte aansprakelijkheid beteekent,
die ook de voorzichtigheid van het Bestuur der Centrale
bij de credietverleening aan de banken kent en die boven
dien weet, dat de boerenleenbanken reeds tezamen een
reservefonds bezitten van ongeveer 6 millioen gulden,
moet ervan overtuigd zijn, dat zoo noodig boven het
bovenbedoelde bedrag ad f 11.200.000.bij elkaar ge
bracht zod worden.
We kunnen dus coincludeeren, dat de Centrale onge
veer 13 millioen zou kunnen verliezen, voordat er eenig
gevaar is voor de gedeponeerde gelden.
Waar de Centrale, met het verleenen van de credieten,
zich. houdt op het gebied van den landbouw; waar het
overal in het land bekend is, dat er strenge eischen ge
steld worden, zoowel aan' het bedrijf als aan de crediet-
waardigheid van credietnemende boerenleenbanken en