DE RAI F FE IS EN-B ODE. TER HERINNERING. REDACTIONEEL GEDEELTE. DE ALGEMEENE VERGADERING. De geldmiddelen. De prijs der boeken zal waarschijnlijk als volgt zijn: een boek van 100 folio's f 2.90 200 folio's f- - 4.25 1 300 folio's - 5.65. Volgens art. 13 van het huishoudelijk reglement zijn allle leden van de Centrale Bank verplicht, ek jaar een afschrift der rekening en balans van het voorafgaand jaar vóór 1 Juli aan de Centrale Bank te zenden. Hier aan is reeds door »6oo Banken voldaan. Van -1- 30 Banken ontvingen wij daarenboven gedrukte verslagen, eenige zelfs in boekvorm, waaraan bijzondere zorg was besteed. Aan het voorschrift der Centrale Bank ons vóór 1 Mei de vragenlijst en contrölestaen der uitgegeven spaar-, rekeningcourant- en voorschotboekjes toe te zenden is door -J- 500 Banken voldaan. Wij vertrouwen, dat alle Banken, die nog niet aan bovenvermelde verplichtingen hebben voldaan, dit alsnog vóór 1 Augustus zullen doen. Op 11 Juni werd in Tivoli de algemeene vergadering gehouden van onze Centrale Bank, onder voorzitterschap van den voorzitter van haren Raad van Toezicht, den heer G. W. Stroink, te Steenwijkerwold. Deze opende de goed bezochte vergadering met een woord van wel kom tot de aanwezigen, terwijl hij tevens zijn vreugde uitsprak over het feit, dat weer honderden zich opge maakt hadden, om naar LTtrecht te gaan. „Hetstelsel van Ringvergaderingen heeft gemaakt, dat in een groote bijeenkomst als deze weldoordacht besluiten genomen kunnen worden, zonder dat daarvoor veel tijd benoodigd is." Spreker heette verder welkom den vertegenwoor diger van het Departement van Binnenlandsche Zaken, den heer Kakebeeke. Namens het bestuur bracht de heer Stroink dank aan den {teer Van Hoek, directeur- generaal van den Landbouw, voor al hetgeen hij voor de Bank tot stand heef gebracht. De heer Van Hoek zal eenigen tijd rust moeten genieten in verband met zijn gezondheidstoestand en van harte hopen wij, dat hij deze rust zal vinden en daarmee een volledig her stel. „Het afgeloopen jaar was niet ongunstig. Maar men moet niet vergeten, dat in de zes ton winst ruim twee ton koerswinst zit. Men moet zich niet blind staren op de cijfers, te meer waar de reserve nog steeds onvoldoende is in verhouding tot de belangrijke bedra gen, die aan onze organisatie zijn toevertrouwd en waar voor wij dekking moeten zoeken. De balans wijst aan uit gezette gelden aan een bedrag van ruim 25 millioen. Zonder hulp van de Nederlandsche Bank hebben wij niet minder dan 20 millioen verstrekt aan Boerenleen banken enz. in het voorjaar van 1924, hetgeen tot vreugde kan stemmen (applaus). In 1917 bedroeg het aantal aangesloten Locale Banken 587,'met in totaal 59210 leden, dat is gemiddeld 100 leden per bank. In 1923 steeg het aantal banken tot 686 (op het oogenblik is het het zelfs 705) met een totaal aantal leden van 105:743, hetgeen beteekent 150 leden per bank. Er bestaat eene gelukkige samenwerking tusschen de landbouw-organi- saties en de banken. Nauwlettend dient echter toegezien op de beweging dier plaatselijke vereenigingen, want men dient niet al te scheutig te zijn met crediet. (Meer dere organisaties zijn er, die zich hebben af te vragen of zij op den ingeslagen weg dienen voort te gaan. Spreker heeft vooral op het oog de plaatselijke aankoopvereeni- gingen. In 1923 was bij de Locale Banken gedeponeerd een bedrag van 210 millioen, waarvan aan verschotten waren uitgezet 90 millioen en aan overige credieten 70 millioen. De banken dienen zich bij zulke bedragen voort durend op de hoogte tehouden van de credietwaardig- heid harer debiteuren. De balans en winst- en verliesrekening werden goed gekeurd. Het winstcijfer over 1924 bedraagt per saldo f 650.939.24. Voorgesteld werd hiervan af te schrijven: Op de reke ning „Gebouwen" f 50.434.23, zijnde de resteerende kos ten van verbouwing en inrichting van het nieuwe kan toor; op de rekening „Meubilair" f9265.69, waardoor dit tot op f 1 zal zijn afgeschreven; totaal f59.699.92, zoodat overblijft een bedrag van f 591.239.32. Hiervan moeten in het reservefonds worden gestort de gelden, welke de leden bij hunne toetreding betaal den, ad f45,resteert f 591.194.32. Voorgesteld werd dit bedrag in het reservefonds te storten, dat daardoor zal stijgen tot f 1.764.214.18. De vertegenwoordiger van Vlaardingen maakte de opmerking, dat van 1921 tot 1924 de beleg gingen in effecten gestegen zijn van 4 tot 9 millioen. Spreker zou willen vragen of het mogelijk zou zijn dat de Centrale Bank zich van haar effectenbezit zou kun nen ontdoen, zonder de belangen van de Bank ernstig te schaden. Zou het geen tijd worden, nu de koersen zoo stijgen, dat het bestuur zich van de helft der effec ten dus vijf millioen - zou ontdoen, ten einde dit geld op een andere wijze te beleggen? Een effectenbezit van tien millioen is niet de gepaste wijze van geld belegging voor een Bank als de onze. Zou men niet meer geld kunnen verstrekken als eerste hypotheek op boer derijen met wei- en bouwland, eigendom van leden onzer banken tegen een rente van 51/2 °/o> en op bijzondere voorwaarden De Voorzitter van het Bestuur, baron Van Itter- sum, deelde mede ,dat het Bestuur van oordeel is, dat in deze richting niet moet worden gegaan. Verder gaan met den aankoop van effecten is niet gieraden, maar ver koop evenmin. Uit een oogpunt van liquiditeit is het niet verstandig vijf millioen effecten van de hand te doen en in hypotheken te steken. Als de nood aan den man komt, zijn deze gelden niet onmiddellijk los te maken, hetgeen met de effecten wel het geval is. Verder mogen wij niet meer gelei in hypotheek beleggen dan wij door uitgifte van deposito-obligaties hebben gekregen. Het Bestuur streeft er na^r, de liquiditeit zoo groot mogelijk te maken. Vooral daar onze Bank betrekkelijk -weinig eigen kapitaal heeft. Slechts de reserve is ons eigen kapi taal, dus twee millioen. Daar doen wij zaken mee van vijf tig millioen crediet. Nu is er nog wel de aansprakelijkheid der leden, maar daar mogen wij niet aan tornen dan in het uiterste geval van nood. De bankpolitiek, zooals die op het oogenblik wordt gevoerd, moet worden voort gezet. (Applaus.) De afgevaardigde van den Ring O ver ij s el vroeg hoe het mogelijk was, dat op de winst- en verliesrekening voorkomt een post afschrijving hypotheek, groot f3280.32. De Voorzitter van het Bestuur antwoordde, dat het bewuste pand getaxeerd was op f 18.000 en later bij executie opbracht f8000. Er was -I- f 10.000 hypotheek' gegeven, vandaar dus het verlies. De taxatie was ver richt door het bestuur van de betreffende Boerenleenbank. Het voorstel ten opzichte van de gemaakte winst werd onder applaus aangenomen. De rekening van het Waarborgfonds werd hierna door

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 2