DE RAIFFEISEN-BODE. J. Dat moet je niet zeggen, Krelis. Het kassiersschap' is voor velen geworden een belangrijk deel van hun in komen. En weet je wat dan het geval is, dat ztdke be trekkingen soms veel te lang worden waargenomen. Kr. Hoe bedoel je dat, Janbaas? i J. Dat zal ik je zeggen; en ik zou wel willen dat onzfo leiders daar ook hun aandacht aan schonken. Want heti gewicht van die pensioeneering is niet per statistiekje te bepalen. Daar zit veel meer aan vast. Ik ken een kassier, een oud, eerwaardig man, die vele jaren met lust en trouw voor zijn bank gewerkt heeft. Maar als je hem. nu in zijn werken gadeslaat, kan je zoo aan alles merken dat de ouderdom gekomen is. De man doet nog altijd zijn uiterste best; maar de vaste hand van voorheen is beverig geworden, de scherpe blik is verduisterd, het sterke geheugen is verzwakt. Hij moet soms twee, drie maal overtellen bij gëldwisselen, en is het druk op kan toor, dan raakt hij soms den draad kwijt. En het zou niets geen wonder zijn, wanneer ernstige abuizen ge maakt werden. De man is nog best om zijn krant te lezen en zijn vogels te voederen, maar voor financieël beheer en administratie is zijn veerkracht niet meer voldoende. Kr. Ja, maar dan moet die goeie man bedanken. Eri als hij het niet zelf doet, moet het Bestuur hem daartoe een wenk geven. J. Daar heb je nu juist hetgeen ik zeggen wilde, Knelis. In bet belang van de Bank en ook voor den man zelf. was het hoog noodig, dat de functie in andere handen overging, maar het salaris vertegenwoordigt zijn halve inkomen. Hij heeft een zieke vrouw en een paar groote kinderen die te zijnen laste blijven.... de man kan het salaris niet missen. En het Bestuur, ja heel de gemeente die dat weet en óók weet hoe hij zich altijd voor de Bank gegeven heeft, kan er niet toe komen om hem tot been-, gaan te noopen. J. Ja, nu begrijp ik je, Janbaas. Je wilt zeggen: was er nu een goede pensioenregeling, dan was voor Kassier' en voor Bestuur beiden in zulke gevallen de oplossing heel wat gemakkelijker. En zulks niet het minst in het belang van de Bank. J. Juist Krelis. En het is niet alleen met oude kassiers waar bet zoo mee komt te staan. Maar bij ziekte en invalij diteit kan dezelfde moeilijkheid rijzen-. En een bank die vandaag geen behoefte schijnt te hebben aan een pensioenregeling zou er soms zoo spoedig mee gebaat zijn. Het leven gaat zoo snel. Daarom is een statistiekje als de Centrale geeft van zoo betrekkelijke waarde. Kr. Tal van Bestuursfuncties kunnen volgens wette lijke bepalingen bij 70 jarigen leeftijd niet verlengd wor den. Daar zit zeker dezelfde gedachtengang in? J. Juist Krelis. Maar liever dan zulk een limiet, die voor de sterken soms nog te vroeg en voor vele anderen veel te laat is, zou ik de kwestie van tijdig heengaan willen bevorderen door een goede pensioenregeling. Trouwens er zit aan een billijke pensioenregeling nóg een goede kant; ook al in het belang van de bank. De kassier zal zich vaster aan zijn betrekking verbonden gevoelen; hij werkt niet slechts voor het heden, maar ook voor zijn toekomst en voor de verzorging van vrouw en kinderen. En zoo zal de verzoeking tot fraude in een goede pensioenregeling zeker tegenwicht vinden. Kr. Ik moet zeggen. Janbaas, dat zóó bezien aan die pensioenregeling meer vast zit dan oppervlakkig schijnt. Zij is niet slechts een personeel belang maar een bank belang. T. Juist Krelis. En niet voor deze of gene bank in het bijzonder. Maar voor alle banken gezamenlijk. Zij ligt feitelijk op dezelfde lijn waarop de nieuwe controle ligt en waaruit het borgfonds is afgeleid: het scheppen van de meest mogelijke zekerheid voor een goed kasbeheer. Kr. Je moest als afgevaardigde die zaakjes straks op de Alg. Vergadering naar voren brengen, Janbaas, daar zou je goed aan 'doen. J. Ik ben geen man van het woord, Krelis, en dat mag men waarlijk wel zijn om de tribune in Tivoli te betreden. Maar ik zal onze gedachtenwisseling over deze züak in beknopten vorm opzenden naar de Redactie van de Raif.- Bode, en vertrouw dat die met hare bekende gastvrijheid ons wel een plaatsje zal willen afstaan. Hebben wij mis gezien nu ja, dan zal men ons wel terechtwijzen. Doch is er een element van waarheid in, dan mogen wij ver-l trouwen dat onze Leidslieden er rekening mee zullen willen houden. Kr. Dat is een goed idee, Janbaas. En nu moet ik vlug naar huis. Want de vrouw wilde! nog op visite, en dan mag Krelis mee. J. 't Zal wel schikken, maat. Nu een gezellige avond verder, en naar we hopen: tot ziens. pexmond, 11-5-1925. F. d. J. RING „HOOGKARSPEL." Vergadering op Woensdag 20 Mei 1925, in de Nieuwe Witte Engel aan de Veemarkt te Hoorn. Aanwezig 17 banken door 25 personen, terwijl de bank Abbekerk bericht zoind van verhindering. - Voorzitter S. Kuiper Bz., Secretaris J. Ebels. Bij de opening verwelkomt de voorzitter in 't bijzonder de banken Wognum en Hoogwoud II van de Alkmaar- sche Centrale overgekomen en voor de eerste maal ter Ringvergadering aanwezig. Daarna volgt lezing en onver anderde vaststelling der notulen. De voorzitter in kwaliteit van afgevaardigde ter Cen trale Ringvergadering brengt van deze vergadering een breedvoerig en interessant verslag uit. Vooral belang stelling heeft dat deel, waaruit voorstel 8 der agenda voor de algemeene vergadering is voortgekomen. Voorzitter vindt deze zaak niet zoo erg en meent, dat de Gedepu teerde Staten van Noord-Holland 't stellen van dien eisch wel niet lang zullen volhouden n.1. een gemeentebestuur alleen dan toestaan overtollige kasgelden bij de Boeren leenbank te plaatsen, als deze daarvoor een garantie willen stellen, iets waarin voorstel 8 voorzien wil. De vergadering blijkt echter van geheel tegengesteld gevoelen en wil principieel die geëischte garantie niet stellen en de banken adviseeren tegen voorstel 8 te stemmen. Na een zeer geanimeerde discussie verklaart de voorzitter door de debatten een geheel ander inzicht te hebben gekregen en besluit de vergadering met alge meene stemmen bij Gedeputeerde Staten ernstig tc pro testeeren, bij de C. B. steun te zoeken, evenals bij de andere Noord-Hollandsche Ringen en de pers. Ook de Kamer van Koophandel te Hoorn zal om medewerking worden verzocht. (Inmiddels is een adres aan Gedep. Staten gericht, dat ook aan de C. B., de Ringen, de Kamer van Koophandel en de locale pers is toegezonden. Zoo mogelijk is het ook in dit nummer te vinden.) De rekening van den penningmeester sluit met een eind cijfer van f65.94, waarin een batig saldo van t 54.79. De heeren Zwaan en Slagter belasten zich met het nazien en stellen dan goedkeuring voor met dankbetuiging aan den penningmeester. Aldus geschiedt. Bij acclamatie wordt dan de periodiek aftredenden secretaris-penning- meester J. Ebels herkozen. De agenda voor de algemeene vergadering levert wei nig stof tot bespreking, nu voorstël 8 reeds afgehandeld is. Gehoopt wordt dat de belangrijke rede over de nieuwe coöperatiewet zoo vroeg mogelijk aan de orde zal worden gesteld, opdat ze tot haar recht korne.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 7