DE RAIFFEISEN-BODE. OVERGENOMEN (uit ,,De Veldpost" van 11 April j.1.) Op den uitkijk. Zet u niet te veel in den, beer! Anders gezegd, beteekent dit opschrift: maak niet1 te veel schulden! Dit is een goed advies aan het adres van alten: voor ons ieder persoonlijk, vooï vereenigingen, ook op landbouwgebied, waaraan we op dit oogenblik allereerst denkenvoor gemeente, provincie en staat. Wie zich in schulden zet, zij er op (bedacht, dat hij daarvan rente moet betalen, en vrage zich af, of de mogelijkheid daartoe zal be-' staan. Men zette dus de onderneming (magazijn, maalderij of wat ook) niet grooter op, dan noodig is, om in de te verwachten behoeften behoorlijk te voorzien. En het „groot", als het dan zoo wezen moet, zij nimmer grootschIs de zaak al gevestigd, dan geschiede het beheer zoo beleidvol mogelijk; aflossingen en afschrijvingen geschieden geregeld en behoorlijk. I Schulden kunnen zwaar drukken. Voelen wij het niet allen in dezen na-oorlogschen tijd? Klagen we' niet over drukkende belastingen, en over de duurte1 der levensberioodigdheden ?'En wat is de oorzaak van' een en ander? Wij zitten te diep in de schulden! De oorlog verhoogde onze staatsschuld met ruim twee milliard: twee duizend nültiae\n gulden. De ge beele oorlog kostte zoo heeft men becijferd aan rechtstreeksche uitgaven 492 milliard. En reeds' vóór den oorlog bedroegen de staatsschulden in to taal ongeveer 100 milliard. Waarbij we dan nog moeten denken de provinciale, gemeente- en andere1 obligatieschulden. Zou het menschdom, bij hard wer ken, niet zuinig moeten zijn? Bedachtzaam bij zijn uitggaven 't Zij een ieder aanbevolen, ook onzen Coöperaties op landbouwgebied! Pust op uw centen! Lieden van allerlei slag bezoeken 't platteland om aan den boer, als 't kan, wat te verdienen. Is dat voor eerlijke, gezonde zaken, dan is daar niets tegen. Maar lang niet altoos is dit het geval. Niet zelden' is er misleiding in het spel, en is de geheele opzet om door mooie valsche voorspiegelingen geld mach tig te worden. Gaat men daar op in, dan is men öf1 veel te duur uit. öf zijn geld voor goed kwijt. Dfe verstandige plattelander houde 2ijn handen af van aandeelen, loten, enz., waarop groote winsten, hooge prijzen, in uitzicht worden gesteld. Meestal is daar mee zijn geld foetsie! Wil hij absoluut een hoogere dan gewone rente voor zijn belegging, clan raadplege hij in ieder geval een vertrouwd man, 't zij notaris of een ander, in zijn omgeving. Voorzichtigheid is in dezen tijd zeer geboden. In het ,,Geklersch Ver eenigingsnieuws" waarschuwt Mr. v. d. Deure tegen, de praktijken van de Holl. Crediet- en Obligatie- bank, P. C. Hooftstraat 165, Amsterdam, die Pa nama-loten aanbiedt, waarvoor zij een winst neemt van ruim 250 procent! In het Weekblad van den Brabantschen Boeren bond wordt door Rector van Kessel gewaarschuwd, om geen betrekking aan te knoopen met den Inter nationalen Premie-effectenhandel Herweijer en v. d. Berg, Anthonie Dijkstraat 57, Den Haag. Er zijn meer zulke adressen te noemen, 't Best doet de landbouwer zijn zuur verdiende penningen te bren gen bij de plaatselijke Boerenleenbank. Daar moet hij zich met een matige rente (meestal 31/2 en 4 pet.)1 tevrêe stellen, maar kan dan ook gerust zijn, dat hij niet gedupeerd wordt. Bovendien heeft hij dan nog de innerlijke voldoening, dat met zijn geld anderen worden geholpen op schappelijke voorwaarden. En dat het waarschijnlijk ook den landbouw ten goede komt. Gewaarschuwd wordt nog van meerdere zij den, om maar niet klakkeloos zijn geld te offeren aan of te steken in ondernemingen, welke jonge landbouwers en arbeiders aan een bedrijf willen hel pen door grondontginning. Daar wordt veel beloofd, dat niet verwezenlijkt kan worden! Ontginning is geen zaak, om er hooge verwachtingen, vooral niet voor de eerste jaren, aan te verbinden. Noch voor den geldschieter, noch voor den ontginner. Dat geeft slechts bittere teleurstelling! Ter waarschuwing. Wi'e zich aan een ander spiegelt, spiegelt zic'h zacht. Het gebeurde bij ,,de Hanzebank" kan mo gelijk ook ten deele nog een les inhouden voor sommige besturen onzer plaatselijke Boerenleenban ken. Wij lazen namelijk de mededeeling der Directie, dat groote verliezen geleden werden door relaties bij de schoen- en lederindustrie, textielnijverheid, si garen-, manden- en klompen-industrie, en den han del in manufacturen en levensmiddelen. Onze Boe renleenbanken houden zich daarbuiten, loopen dus niet dat gevaar. Toch beperken alle locale banken zich met hun credietverleening niet tot de landbou wers en landarbeiders. Dat behoeft ook niet; wij zelf achten dit ook geenszins noodig of gewenscht. Velen buiten den eigenlijken boerenstand kunnen door dc banken geholpen worden; zonder dat er maar eenig gevaar dreigt, en het is tot bevordering der alge- meene welvaart van de plaats of de streek. Op die wijze kunnen de gelden, die toch ook niet enkel van den boer afkomstig zijn (in vele gevallen komt de grootste inleg van anderen) in den ruimst mogelijken kring van nut zijn. Maar met die verstrekking van voorschotten aan niet-landbouwers mag niet te ver worden gegaan. Waar het zakenmenschen betreft, zij men uitermate voorzichtig! Vooral in dezen tijd. De omstandigheden van een boer kan men kennen; men weet, hoe zwaar hij weegt; zijn bedrijf kan men ook voor de toekomst in den regel vrij wel beoordeelen. Maar op zaken" heeft men weinig kijk. En op den zakenman zelf even min. Of hij al of niet speculeert, en hoe hij verder zijn zaken doet, zijn affaire drijft, is moeilijk na te'; gaan. En dan kunnen stroppen het gevolg zijn. ,,Onze bank bestaat ongeveer 20 jaar", zei me laatst een bestuurder eener Boerenleenbank. ,,In dien tijd moes ten slechts twee maal de borgen voor de schulden opdraaien; in beide gevallen was het voor zaken menschen, die failliet waren gegaan." De Boeren leenbank blijve dus zooveel mogelijk aan den oor- spronkelijken opzet getrouw! Denk aan uw eigen instelling! Niet vaak en niet dringend genoeg kan de land bouwer gewezen worden op zijn eigen spaar- en cre- dietinstelling: de Boerenleenbank. Deze is zoo niet uitsluitend, dan toch hoofdzakelijk voor hen, dat wil zeggen: voor den individueelen boer, voor de landbouw-coöperatie, voor clen geheelen 'boerenstand, in 't leven geroepen. Daar ontvangt men voor zijn geld een billijke rente, en men kan gerust zijn. 't Is wat waard, in deze onzekere tijden zijn belegging veilig te weten. Omdat men van een uitnemend, des kundig beheer verzekerd mag zijn niet alleen gelijk de ervaring de laatste jaren heeft bewezen maar omdat controle en nog eens controle de ge binten vormen van het stevig, solied opgetrokken gebouw. Waarom stelt dan nog zoo menige boer zich bloot

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 6