DE RAIFFEISEN-BODE.
75
en wat niet direct noodig is natuurlijk wordt belegd op
de Boerenleenbank en via de Boerenleenbank bij de
Centrale belandt.
Men kent dus bij de Centrale met vrij groote nauw
keurigheid de kapitaalbehoeften van de boerenleenbanken
voor iedere periode van het jaar en kan de bedrijfsgeste
er naar regelen. Deze kennis is zeer zeker van belang,
vooral met het oog op. den aard der te kiezen beleg
gingen.
Bovendien mag de Centrale rekening houden met het
blijvende, vaste karakter der toevertrouwde spaargelden-
bij onze boerenfepnbanken. Het gevaar van opvragingen
als voortvloeisel van gebrek aan' vertrouwen bij het pa-
bliek is van geheel ondergeschikte beteekenis. De depo
santen bij' de Centrale d-e boerenleenbanken hebben
uit kracht van hare organisatie, het volle vertrouwen bij
hei publiek. Dat vertrouwen is wel van geheel bijzonderen
aard. In de zelfstandigheid van de boerenleenbanken, in
de onbeperkte aansprakelijkheid in de keuze van door en
door bekende, hoogst betrouwbare, vooraanstaande be
stuurders schuilt het geheim.
Behalve de bovengenoemde bijzondere omstandighe
den waarmede de Centrale kan rekening houden;, moet
ze de leidende beginselen voor oogen houden naar welke
zich in het algemeen een bankinstelling bij de beleg
gingen en credietverleening moet regelen.
Men heeft daarbij op drie zaken te letten, n.1. op:
ie. de soliditeit.
2e. de liquiditeit.
3e. de rentabiliteit.
De eerste eisch heeft geen nadere verklaring noodjg.
Hij brengt mede, dat alle geldoperaties, aan welke meer
dan toelaatbaar risico is verjbonden, worden vermeden.
De tweede eisch, een eisch, aan welken zeker in da
huidige omstandigheden door alle banken moet worden
voldaan is de liquiditeit. Daaronder verlstaat men dan
de meer of mindere mogelijkheid om ten allen tijde
aan de' geldelijke verplichtingen te kunnen voldoen.
Deze verplichtingen zijn:
ie. de terugbetaling op aanvrage van de gedeponeerde
gelden.
2e. de uitbetaling van gelden, door credietnemers op
gevraagd uit de aan hun toegestane credieten.
We willen echter opmerken, dat de Centrale, en geen.
enkele andere bank, hoe goed ook beheerd, volmaakt
geldelijk liquide is. Dat zou veronderstellen, dat zij
steeds, dus ook in tijden van geldcrisis, in abnormale,
tijden, volledig en direct, opeischbare verplichtingen ten
volle moest voldoen uit eigen middelen. Moesten de ban
ken aan deze voorwaarden voldoen, dan was hare be
teekenis in het economische leven vrij gering; immers ze
zouden zelfs niet een gedeelte van de gedeponeerde gel
den kunnen bestemmen voor credietverleening.
De banken hebben dan ook bij een gewone loop van
zaken een relatieve liquiditeit, welke veronderstelt, dat
ze in bijzondere omstandigheden afhankelijk zijn van
cïe hulp van buiten, meestal van de circulatiebank en
wel voor ons land van de Nederlandsche Bank.
Zooals we boven me enen te hebben aangetoond
waar wij vooral op het vertrouwen wezen bij onze Boeren
leenbanken en de bekendheid met de kapitaalbehoeften
mag men, wat betreft den pi sch van liquiditeit de
Centrale en Boerenleenbanken niet geheel op een lijn
stellen met andere banken.
Toch blijft het van overwegend belang dat ook
de Boerenleenbanken, maar vooral de Centrale, wil zij
haar taak de verzorging van het coöperatieve land-
bouwcrediet goed vervullen, steeds in staat moet zijn
de aangesloten Boerenleenbanken loopende te houden.
Nooit mag ze zonder afdoende redeneji de Boerenleen
banken in den steek laten. Daartoe is volstrekt noodig
dat zij har.e middelen zooveel m-ogelijk vlottend houdt
en dus geen langloopende leeningen verstrekt uit de
gelden, welke haar met d a gelijk sch en opzeggingstermijn
zijn toevertrouwdVan de boerenleenbanken mag ver
wacht worden dat opk zjj njet dit beginsel geheel met
voeten treden en dus pok hare direct opeischbare mid
delen niet teveel vastleggen.
Onder de rentabiliteit verstaan we de meerdere of
mindere kans op winsten uit het bedrijf.
Bij commerciëele banken moiet noodzakelijk gedacht
worden aan hen, die het benoodigd kapitaal bijeen
brachten.
Bij Naaml. Vennootschappen zal een goed rendement,
een flink dividend noodig zijn om verzekerd te zijn
van blijvenden steun.
Hier stuiten we vooral op een groot verschilpunt tus-
schen de Centrale Bank en de commerciëele banken.
De Centrale toch heeft alleen rekening te houden met
het meerdere of mindere rentevoordeel, dat ze kan be
halen, ten einde een reservefonds te vormen. Wij komen
hier nog nader op terug.
Tot zoover over de vereischten, met welke een bank
instelling bij de uitzetting der toevertrouwde gelden heeft
rekening te houden.
Wij noemden opzettelijk de volgorde: soliditeit, liqui
diteit en rentabiliteit, omdat deze o.i. ook is de rangorde
naar beteekenis van deze eischen.
'Nu is het ontegenzeggelijk een groote fout geweest
van meerdere banken en vooral van die, welke in moei
lijkheden z'ïjn geraakt, dat ze 'den derden eisch, die van
rentabiliteit, zwaarder hebben laten wegen dan de twee
andere, welke toch van vieel grootere beteekenis z'ïjn.
Ze stelden de rentabiliteit vóórop; dc zucht naar groote
winsten, ter wille van aandeelhouders of uit andere over
wegingen kreeg de overhand, met het bekend gevolg.
Gelukkig kan de Centrale de eischen laten wegen
in volgorde van hare beteekenis. Zij toch heeft geen
aandeelhouders te vriend te houden; het maken van
groote winsten 'kan haar ten deele onverschillig laten,
hoewel natuurlijk winst niet kan worden gemist om on
kosten te dekken en om een krachtig reservefonds te
kunnen vormen.
Wanneer men zich bij het uitzetten der gelden voor
namelijk laat leiden door de vraag naar winst is men
op een gevaarlijk pad. Want bijna nooit gaan soliditeit,
liquiditeit met groote rentabiliteit hand aan hand.
Hoe liquider de bezittingen zijn, hoe gemakkelijker ze
te gelde kunnen gemaakt worden, des te geringer zal
veelal ook de kans op groote winst zijn.
Zoo is de rente voor beleggingen op korten termijn
meestal geringer dan die voor beleggingen op langen
tiermijn.
Evenzoo zal men voor solide beleggingen en credieten
minder rente kunnen bedingen dan voor zwakkere posten.
In de hoogere rente voor de laatste moet de geld
schieter eenige compensatie vinden voor het risico dat
hij lijdt.
De Centrale Bank verkeert, juist omdat haar streven
niet gericht behoeft te zijn op het maken van winst in
de gelukkige omstandigheid, dat ze aan de beide voor
naamste eischen van soliditeit en liquiditeit haar volle
aandacht kan wijden.
lEene groote mate van liquiditeit wordt vooral van haar
geëischt tegen het voorjaar, waarin zich alles samenspant
wegens de groote credietbehoefte van het landbouw
bedrijf. Met deze omstandigheid houdt de Centrale dan
ook terdege rekening.
Zoo is wel in den loop van I924 gebleken, dat de
liquiditeits-positie van de Centrale Bank niet te wenschen
overliet, dat de gelden dus vlot voor de hand waren.