74
DE RAI F.FE I SE N-B ODE.
zich de Boerenleenbank tegen stroppen of stropjes, welke
niettegenstaande de uiterste voorzichtigheid en waak
zaamheid, door onvoorziene omstandigheden, toch kun
nen voorkomen. j
Een ieder weet ten slotte, dat de Boerenleenbanken,
steunende op deugdelijke beginselen, werkende zonder
Aantal Boerenleenbanken
Aantal leden
Aantal spaarboekjes
Bedrag spaargelden
Aantal voorschotboekjes
Bedrag voorschotten
Aantal rek. crt.. boekjes
Debiteuren in rek. crt.
Crediteuren in rek. crt.
We hebben ons onwillekeurig laten verleiden eenigszins,
uitvoerig over de Boerenleenbanken te spreken. We zijn
ervan overtuigd voor onze lezers weinig nieuws te hebben
gezegd. Het was echter niet alleen onze bedoeling op
de bekende, beproefde beginselen nog eens het licht te
doen vallen en de belangrijkheid aan te toonen, maar
we meenden tevens, dat bij eene bespreking van de Cen
trale Bank eene beschouwing omtrent de soliditeit van
de samenstellende deelen de in de Centrale aan
sprakelijke Boerenleenbanken niet kon worden gemist.
We bepalen ons verder tot de gestelde vraag omtrent
werkwijze en het beheer der gelden bij de Centrale.
Uitsluitend, omdat ernaar gevraagd werd en nog met
een zekere aarzeling hebben we ons aan de beantwoor
ding gezet. Men loopt zoo licht de kans in tegenwoordige
omstandigheden verkeerd te worden begrepen.
We hebben het er echter op gewaagd dit artikel te
schrijven omdat ons de vraag van de zijde van de Boe
renleenbanken gewettigd voorkwam. De vraag n.1.: ,,Hoe
staat het met de gelden der Boerenleenbanken, welke
daar over zijn en bij de Centrale Bank, hetzij voor
korteren, hetzij voor langeren termijn worden gedepo
neerd?"
Immers zoo vele banken hebben in de laatste jaren
van zich doen spreken in minder gunstigen zin.
Het is voor de verdere behandeling van ons onderwerp
goed de oorzaken na te gaan, welke de débacle dezer
instellingen tot gevolg hebben gehad.
Daartoe hebben we slechts de rapporten van curatoren
na te slaan en vinden dan als oorzaken genoemd:
te. onoordeelkundige en roekelooze credietverleening.
2e. verstrekken van blanco of onvoldoende gedekt
crediet.
3e. speculaties in vreemde valuta en fondsen.
4e. finantiëele deelname in groote bedrijven, waar
mede men b.v. door bet nemen van aandeelen te
nauw verbonden was en noodzakelijk bij slechte
gang van zaken de klappen mede moest krijgen.
5e. het vastleggen van te veel (vreemd) kapitaal in
gebouwen.
6e. het nalaten van noodzakelijke afschrijvingen.
We hopen straks aan te toonen, dat men, wat betreft
deze feiten, bij de Centrale gerust kan zijn.
Hier reeds mag er op worden gewezen, dat specu
laties in vreemde valuta en fondsen ook volgens de Sta
tuten zijn uitgesloten, dat slechts een zeer gering bedrag
winstbejag en elk gevaarlijk terrein vermijdende, haar
naam van degelijke, betrouwbare instellingen ten volle
verdienen. i
Dat haar ook het vertrouwen steeds -in ruimere mate
wordt geschonken, moge ten overvloede blijken uit de
volgende (afgeronde cijfers).
31 Dec. 1913
34 Dec. 1919
31 Dec 1923
475
632
686
40800
77000
105600
57000
136000
205600
27.000.000.
124.800.000.
188.000.000.
20500
306000
522000
17.200.000.
51.200.000.
92.200.000.
5290
15500
26300
6800000
37.500.000.
70600000
1600000
14.600.000.
22.000.000.
is vastgelegd in gebouwen en dat ruime afschrijvingen
steeds zijn toegepast.
Bij de bespreking van de uitgezette gelden zal blijken
dat geen van de hierboven onder 1, 2 en 4 genioemde
daden aan de Centrale zal kunnen worden verweten.
I ot goed begrip moet een uiteenzetting voorafgaan
over den gang van zaken in hoofdtrekken bij onze
Centrale Bank.
De hoofdfunctie van de Centrale is als instituut op
te treden, dat de geldwisselmg regelt tusschen hare
Boerenleenbanken. Het doel van de Centrale is de ver
zorging en verbetering van het landbouwcrediet en zij
tracht dit do-el eerst en vooral te bereiken door het in
depot nemen van gelden van de aangesloten Boeren-i
leenbanken en het verleenen van credfet aan deze ver-
eenigingen. Immers de Boerenleenbanken hebben zoo
wel groot belang bij -een veilige belegging van de haar
toevertrouwde gelden als bij een goed geregelde crediet
verleening in tijden van grootere behoefte.
De Boerenleenbanken staan met de Centrale in rek-
crt. Overtollig geld wordt daar gedeponeerd, tijdelijk
benoodigd geld opgenomen.
Men kan de Centrale 't is een eenigszins primitief
beeld vergelijken met een reservoir waarin de over
tollige gelden van de banken vloeien en waaruit getapt
wordt om in kasbehoeften t-e voorzien.
Doorgaans zijn er belangrijke bedragen over. In de
wintermaanden vooral is het reservoir steeds goed ge
vuld, maar ieder jaar in Maart en April wordt er flink
uit getapt en ziet de Centrale hare deposito's afnemen
om einde April den laagsten stand aan te wijzen. Ge
leidelijk nemen ze dan weer toe tot October, terwijl tegen
November steeds een lichte afname wordt geconstateerd.
Het niveau der voorschotten beweegt zich juist in
tegengestelde richting. Tegen Mei zijn de voorschotten
het hoogst, verminderen dan geleidelijk, terwijl weer
tegen November een lichte toename valt te constateeren.
Die toe- en afname van het geld houdt natuurlijk ten
nauwste verband met de credietbehoefte in het land
bouwbedrijf, welke in het voorjaar het grootst is bij
aankoop van zaai-- en pootgoed, kunstmeststoffen en-
veevoeder, en vooral ook voor aankoop van weidevee en
in het najaar en in den winter het kleinst omdat dan de
productietijd is afgeloopen, de oogst binnen is, het vet
gemeste vee is verkocht, de gelden dus binnenkomen