GELDBELEGGING TEN PLATTELANDE.
70
I) E RA I I' V E I SE N-B ODE.
DE PIJNLIJKSTE URE.
Ziezoo, de kassier is na veel tellingen en veel zoekjen
met zijn Rekening klaar gekomen. De boel klopt rond
om en er is, dank zij de drukke relaties, een mooi
winstcijfer. Nog weer belangrijk hooger dan het vorige
jaar. Maar er is dan ook heel wat meer omgezet en
hard gewerkt.
Nu komt voor den kassier de kroon op zijn arbeid:
de algemeene vergadering. Daar neemt men goede nota,
van de zaken der bankdaar verheugt men zich in haar
gestadigen groei: daar ziet men hoog op tégen de gema
tigde en degelijke leiding van Bestuur en Raad 'van
Toezicht; daar vraagt men zich vooral af: waar de Bank
ook dit jaar zulk een reuzenstap vooruit deed, wordt,
daar wel bedacht, wat vermeerdering van werk en ver
antwoordelijkheid zulks medebracht voor den kassier??
Dacht ge dat heuseh? Och, kom!
Van al de moeilijke momenten, die de kassier een
heel jaar lang door te maken heeft, is de avond der
alg. vergadering voor hem wel de moeilijkste. Neen.
het moest niet zoo wezen. Hij behoorde vroolijk te
wezen als de landman die na moèizamen arbeid die
schooven in de schuur ziet rijden. Maar als een vale.
schaduw spreidt zich daar voor hem punt.... van de
agenda: vaststelling salaris van den kassier." Het stuit
hem tegen de borst, om altijd weer zelf te moeten wijzen
op het billijke van verhooging overeenkomstig de uit
breiding der bank.
Het bestuur heeft er hem, nu ja, even terloops naar
gevraagd of misschien ook niets gevraagd maar
een ferm voorstel waar waardeering uit spreekt, komt
niet ter tafel. Gelukkig, hij is niet afhankelijk van de
Bank, al geeft hij er het meeste, en beste van zijn tijd aan.
Daar valt de hamer van den Voorzitter.
,,Aan de orde is: vaststelling salaris van den kassier.
„Wie verlangt daarover het woord?"
,Juf, geef mij bittertje," klinkt het achter uit de, zaal.
,,Mij een 'klaartje, zus en een paar sigaren," galmt het
links uit de flank.
,,Niemand der aanwezigen die daarover het woord
verlangt."
„Dan wilde ik het maar weer vaststellen als het vorige
jaar. Of wil de kassier daar soms zelf wat van zteggen
„Dank je, voorzitter," zegt de kassier. Ein tot de
gedienstige achter het buffet: „geef mij ook maar een 1
zoethoudertje, juf"
Zie zoo, dat is dok weer voorbij.
„Hoe is het gegaan, man," vraagt zijn vrouw.
„Er is zeker nog al gerookt, want je brengt de tabaks
lucht mee."
„Ja, 't was er rookerig en duf." j
„Pieterse is er nog geweest, man, over dat voorschot.
Of je al met het Bestuur gesproken had.
En de notaris heeft gebeld. Die wilde morgen de
hypotheek passeeren van Hein Kregel.
O, ja, Sijmen Slim moest je noodig spreken en zou
morgen vroeg aankomen, en Kobuis Keuter had nu een
paar beste borgen. En dan zijn d'r een stuk of acht d'i
boekje wezen ophalen. O ja, Flip Langvandraad heeft
een briefje achtergelaten, ik geloof over spaarboekjes
voor zijn kinderen. En Thomas Rechtuit wilde je spre
ken over uitbreiding van zijn crediet. Ik zei al dat het
morgenavond zitting was; maar de lui wilden je liever
alleen hebben en hun zaakjes niet dadelijk aan de klok
hangen.."
„Ja, ja, de menschen zijn erg gecharmeerd op hun
kassier, als het eigen voordeel, gemak en geheim betreft.
Maar vanavond heb ik er niet veel van gemerkt"
„Och, man, we zullen allevel wel eten."
„Gelukkig ja, vrouw. Maar als men een heel jaar lang
voor iedereen klaar staat, dan zou men toch ook wel
eens een blijk van waardeering .willen zien.."
,,'k Zal nu de deur maar op slot doen, manneke, anders
komt nog deze of gene voor een avond-visite even
aanwippen."
„Ja vrouw,' 't is al weer welletjes van avond"
X.
N.B. Tot voorkoming van verkeerde gevolgtrekkingen
sta hier de mededéeling dat schrijver persoonlijk niet
anders dan lof heeft voor zijn Directeur en mede-be
stuursleden; doch in deze eenigzins schel gekleurde prent
alleen wilde doen uitkomen hoe die jaarlijksche salaris
vaststelling voor den eergevoeligen kassier tot een peni
tentie kan worden. X.
NOOT REDACTIE. De schrijver is nog al somber
gestemd en wellicht niet ten onrechte.
Wij achten met hem de jaarlijksche vaststelling van
het salaris v,an den kassier door de algemeene ver
gadering iniet juist.
In de laatste uitgaven der model-statuten voor de
Boerenleenbanken wordt de salarisvaststelling aan het
Bestuur onder goedkeuring van den Raad van Toe
zicht opgedragen en wordt het vastgesteld voor onbe-
paalden tijd.
BOERENLEENBANK-COMITÉ, WATERSNOOD
1916.
Rekening over het jaar 1924.
Ontvangsten
Saldokapitaal 1923 f5879-
Rente daarvan over 1924 - 214.80
Totaal ontvangsten f 6093,80
Uitgaven:
Rentevergoeding 1923 aan 27 personen f674.75
Drukwerk-Administratiekosten - 4:-25
Totaal uitgaven f716.
Recapitulatie.
Ontvangsten f6093.80
Uitgaven - 716.—-
Saldo kapitaal 1925 f 5377-8°
De Administrateur,
C. UITENTUIS.
Bovenstaande rekening nagezien en accoord bevonden
den 5-en Maart 1925.
De Commissie tot nazien,
J. VAN MEERVELD.
J. J. GROOT Jnz.
Broek in Waterland, 5 Maart 1925.
Aan de Redactie van De Raif-
feisen-Bode te Utrecht.
- Naar aanleiding van het artikel Geldbelegging ten
-plattelande", in de Maart-aflevering van „De Raiffeisen-
Bode", neem ik de vrijheid in mijn kwaliteit als be
stuurslid van eenie Boerenleenbank, U eenige in
lichtingen te vragen over een soortgelijk geval als in
bedoeld artikel wordt besproken. De situatie is namelijk
als volgt. Een zekere D. Eekhof te Hattum bewerkt in
deze streken de landbouwers, als agent van het Admini
stratiekantoor voor Uitlootbare Fondsen Adelheidstr. 139