68 DE RAIFFEISEN-BODE. ONZE FORMULIEREN. In ons vorig nummer gaven wij een opsomming van de bij de Centrale Bank verkrijgbare formulieren. Daar onder kwamen ook' voor de formulieren 12 gem., 12 wat. en 13 gem. Daar deze formulieren in de afgeloopen maand, door, enkele banken, die er blijkbaar eenigen voorraad van wil den hebben, zelfs bij 10 en 12 stuks tegelijk werden aan gevraagd, doelen wij bij dezen nog mede, dat de drie genoemde formulieren slechts worden afgegeven tege lijkertijd met het verleenen van de dispensatie j-oor eene Gemeente- of eene Waterschapsleening. Banken, die deze formulieren thans aanvragen, om een bestaand foutief formulier te vervangen, gelieven bij haar bestelling even op te geven, voor welke leening het formulier bestemd is. Het is dus niet de bedoeling, dat de Banken van deze formulieren er enkele in voorraad gaan nemen. AANSPRAKELIJKHEID TEGENOVER DE CENTRALE BANK. Onze Centrale Bank heeft, zooals uit het spoedig verschijnend jaarverslag zal blijken, een goed zelfs een zeer goed jaar gehad, zoodat de reserve wedjer geducht is versterkt. Ze zou zelfs tegen een stootje kunnen, als dat noodig' was. Onze Centrale is echter gezond en krachtig. Men stelt buiten onze organisatie wel eens de vraag,, of ze sterk is. 1 Nu, de jaarverslagen wijzen dat wel uil, zoodat iedere Boerenleenbank een vrager wel kan beantwoorden. We zagen onlangs in een plaatselijk blad, dat ons werd toegezonden, een verslag van eene jaarvergade ring eener Boerenleenbank, waarin de Voorzitter had uitgerekend, voor hoeveel zijns bank aansprakelijk was tegenover de Centrale Bank. Die Voorzitter was spoedig met zijne berekening klaar en dat viel erg mee. Toch verwonderde het ons, dat de leden onzer Boe renleenbanken nog dergelijken uitleg behoeven. 'Onze Centrale heeft eene reserve van ongeveer eèn millioen achthonderd duizend gulden. iSteeds wordt de uiterste zorg besteed aan belegging en beheer. Trouwens daarvoor staan wel borg de namen en voor al de capaciteiten onzer bestuursleden en leden van den Raad van Toezicht. 1 Het feit, dat de Centrale zich angstvallig op het gebied; van land- en tuinbouw houdt en strakke éischen stelt,; is wel algemeen bekend. Maar nu die berekening van dien Voorzitter. 'Als we stellen het o.i. ondenkbaar geval - de Centrale eens liquideerde, zouden eerst al hare uit staande vorderingen worden geïncasseerd en a 1 s daar van dan eens e;en of andere post was, die niet geheel binnen kwam en a 1 s dan de flinke reserve der Centrale, eens niet geheel voldoende was, om die schade op dien post te dekken, en dien stoot op te vangen, d a |rt - maar ook dan eerst moeten 'de 700 Boerenleen» banken naar verhouding van hare aandeelen elk een duit (wij zouden willen zeggen: een duitje' i:t 't zakje doen. Er zijn ongeveer 4500 aandeelen over de Boeran- leenbanken verdeeld. Die aandeelen zijn groot f500. en op elk dier aandeelen rust eene maximum-verplich ting van f 2000. Zou dus het onderste uit de kan worden gevorderd, dan zou de Centrale eerst hare reserve kwijt moeten zijn en dan nog ongeveer 11 millioen te kort komen. We houden ook wel van berekeningen. Daarom zijn we ook eens aan het rekenen gegaan. Zelfs de grootste pessimist zal nu toch wel overtuigd zijn, dat 't reine zotternij is, zielfs maar zulk eene onder stelling te durven wagen. EEN EN ANDER OVER DE WERKING VAN HET JURIDISCH BUREAU. Zoo af en toe merken wij, dat sommige Boerenleen banken zich nog niet een geheel juist begrip van d':e werking van het Juridisch Bureau der Centrale Bank' hebben gevormd. Vandaar, dat wij het wel goed ach ten, om enkele opmerkingen hierover te maken, en wel aan de hand van vergissingen, die wij den laatsten tijd hebben ontmoet. 1 Het gebeurt nogal eens, dat een kassier ons schrijft: „de schuldenaar kwam bij mij, en bood mij het ver-, schuldigde bedrag aan, maar ik heb hst maar niet aan genomen, omdat U misschien nog kosten hebt"; of, bij het opgeven van een vordering ter incasseering: „de vordering is groot f900,maar daar komen Uw kosten natuurlijk nog bij." Men schijnt dus soms nog van de veronderstelling uit te gaan, dat het Juridisch, Bureau ,,iets rekent voor de moeite" en dat zij als' honorarium het bedrag der vordering met b.v. 10 0/0 kan vermeerderen. Dit is niet juist, gelijk wij al meer' 'hebben uiteengezet. Honorarium rekent het Juridisch Bureau niet. Alleen gemaakte onkosten (b.v. reiskosten moeten vergoed worden en wel door de betrokken Bank,; als regel niet door den schuldenaar;. Maar het is een uitzondering, dat deze voorkomen. Als dus een schul denaar bij den kassier komt om te betalen, kan deze genoegen nemen met het saldo-kapitaal en de rente tot den dag der voldoening eventueel door de Bank zelf gemaakte kosten Als door het Juridisch Bureau onkosten worden gemaakt, wordt dit altijd direct aan de betrokken Bank medegedeeld (gewoonlijk weet cleze het van te voren wel'. Zoodat men hiermee, als meirt er niet over heeft gehoord, niet behoeft te rekenen. Kleine onkosten 'b.v. voor postzegels, een telefoonge sprek rekenen wij ook niet. Deze zijn te weinig de moeite waard. 'Ter voorkoming van misverstand voegen wij hieraan! toe, dat de Bank zelf alleen dan geen betaling mag'aan nemen, wanneer het Juridisch Bureau reeds begonner! is met gerechtelijke maatregelen dagvaarding of fail lissementsaanvrage, enz.1) Zoolang de zaak echter nog ver keert in het stadium Aan aanschrijven, kan de kassier gerust betaling aannemen. Ook gedeeltelijke betaling hij geve dan een kwitantie, waarop staat ,,in minde-) ring" of iets dergelijks). Die betaling; moet dan natuur! lijk wel terstond aan het Juridisch Bureau worden me-i degedeeld. Een tweede punt is er, dat nog niet algemeen bekend, schijnt te zijn. Herhaaldelijk wordt ons geschreven: „iki heb aan den schuldenaar gezegd, dat ik de zaak in handen van de Centrale Bank zal geven," of: ,,ik heb; aan den advocaat van den borg terug geschreven, dat de Centrale Bank de zaak in handen heeft," of: „iki heb den Curator naar de- Centrale Bank verwezen." Men denkt dus, dat het Juridisch Bureau tegenover schuldenaar, advocaten, enz. optreedt als Centrale Bank, en dus ook aan hen schrijft op papier van de Ceptrale Bank. Dit is niet juist. Het Juridisch Bureau treedlt' naar buiten op als „Advocaten," en schrijft dan ook op papier, waarop voorkomen de namen van zijn leden, met de vermelding van het woord: „Advocaten," be-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 2