56 DE RAI F F EISEN-BODE. die dan uit den aard der zaak blij is dit stofje weer te kunnen wegblazen. Geef ik nu een antwoord op de vraag van den allo niemen schrijver, welke luidt: Moet de kassier zorgen dat de formulieren ingevuld en geteekend klaar komen, dan geloof ik, behoeft die kassier daar niet voor te zorgen, want de stukken zijn - als boven gezegd gericht aan het bestuur. Het bestuur is verantwoordelijk voor de bank, het bestuur doet rekening, heeft voor de administratie een ambtenaar, die inderdaad moet worden gewaardeerd. Ook in verband met dit laatste, zal het bestuur het opgedragen contrölewerk met lust en toewijding vol brengen. Het bestuur zal deze werkzaamheden verrichten, om dat het is een voorschrift, veel meer echter omdat htet is zeer gewenscht voor hen zelf als bestuursleden, in het belang van hunne instelling en eindelijk ook voor hunnen kassier, die uit den aard der zaak ook wel eens wil zien, dat eens per jaar al zijn werk eens goed wordt nagegaan, om meer nog dan eerdgr, met kennis van zaken te kunnen worden gerespecteerd. Naar mijne bescheiden meening zal de controle van bovenaf voorgeschreven, medewerken, dat de bestuurs leden van boerenleenbanken meer inzicht erlangen van datgene wat tot hun ressort behoort. Daardoor kan mede ontstaan meerdere en betere samenwerking met den kassier en juist door deze samenwerking zal fraude meer en meer worden uitgesloten. Broek in Waterland, 19 Januari 1925. C. UITENTUIS, Bestuurslid B.L.B. te Broek in Waterland. Geachte Redactie! Naar aanleiding van wat in uw blad van Januari onder ..Een vraag" wordt geschreven door z.n. Kassier, vraag 'ik beleefd eenige plaatsruimte. Ik weet niet waar of Kassier woont, wat of hij als zoo danig presteert, maar uit zijn schrijven maak ik op dat hij in eigen oogen een reuze-Kassier is en zeer laag' denkt over het meerendeel der Besturen. Ook mijn persoon heeft de eer Bestuurslid-Voorzitter eener Boerenleenbank te zijn, en wel dat die te Lange- zwaag en ik vind het schande om zoo de Besturen te becritiseereri. Ongetwijfeld zullen er menschen gekozen worden die geheel ongeschikt zijn voor hunne taak, maar, hoeveel Kassiers zijn voor hunne functie bekwaam? Welke treurige ervaringen doet de inspectie somwijlen op, en het zal de vraag zijn of de helft der Kassiers de noodige kennis bezit en geheel aan de eischen van het kkassierschap kan voldoen, zonder hulp van derden of die der Centrale in te roepen. Jammer dat ..Kassier" niet zijn naam onder zijn be- leedigend stuk heeft durven plaatsen, maar af te gaan op de bespottelijke inhoud, zou ik U willen vragen in welke sfeeren leeft ge, heb je het werkelijk zoo slecht getroffen met uw Bestuur, nu dan is het jammer, maar vadertje, dit geeft U niet het recht over 't algemeen te spreken en zoo laag te denken over de Bestuursleden der Coöp. Raiffeisenbanken, dat U het beter zou vinden inplaats van boeren andere menschen te nemen. Het getuigt dat je niet meeleeft in het boerenbedrijf van tegenwoordig, het zou U anders bekend zijn dat onder hen zeer heldere en tamelijk ontwikkelde men schen voorkomen, in ieder dorp of ressort waar eene, bank is of wordt gevestigd, en ongetwijfeld met eenige routine (die heeft eene beginnende kassier ook noodig) spoedig in staat zijn een gewoon bankje te controleeren. Het was m.i. beter, dat U zich eens had ingedacht hoe- vele opofferingen deze Bestuursleden zich moeten ge troosten, als ze hunne plichten naar behooren vervullen,, steeds z. m. op de zitting aanwezig, telkens het veld in,, om diverse besprekingen met aanvragers, borgen enz. te houden of de waarde hunner eigendommen te schatten en hiervan rapport uit te brengen. Hoe moeilijk is dikwijls hunne taak„ aan de eene kant de financieel hulpbehoevende, aan de andere kant het hun toevertrouwde geld. Aan de eene zijde wil men graag helpen, aan de andere de groote zorg voor de veilige belegjging, ver gaderingen. maandelijksche controle, onverwachte kas opname, veel aanloop van leden en allerlei aanverwante werkzaamheden. Steeds nauwkeurig toezicht 'houden op de werk zaamheden der kassiers (ook deze zijn niet alle even accuraat), hieronder komen ook vergeetachtige menschen voor die men telkens op hunne plicht moet wijzen. En dan het loon, geen salaris, hoogstens eenige pre sentiegelden, en de dank, enkele leden die niet hun zin konden krijgen en toch ih. i. met soliede borgen aan klopten, waarvan 't Bestuur beter weet (en de moed heeft te weigeren), zijn kwaad geworden en onvriendelijk jegens een of meer Bestuursleden, o neen, boeren, de zaak behoort niet in uwe handen, de bladen papier bie(n je niet aan gewend, je deugt niet voor dia zaak! Als je niet aan vele teleurstellingen in het leven ge wend was, zou je spoedig het bijltje er bij neerleggen, maar mede-Bestuursleden in den lande, laat je niet uit het veld slaan, maar laten wiji allen onzen plicht beseffen, steeds zooveel mogelijk ons inwerken, steeds trachten in overleg met onze Kassiers (die gelukkig niet alle zoo eigenwijs zijn als „Kassier,") de zaken aan de hand der voorschriften der Centrale in de richting sturen en be heer en. Nogmaals in ieder dorp zal men menschen vinden, wien, wanneer zij er zich eenigermate hebben ingewerkt, spoedig heel goed de zaken als Bestuurslid zijn toever trouwd. Eene cursus voor Bestuursleden kan dan wel achter wege blijven, maar zou dit ook van groot nut zijn voor vele kassiers? En ten slotte moet men niet vergeten dat de kassier, betaald wordt, al is het over 't algemeen te laag, maar! de bestuursleden doen hun werk voor niemendal, uit sympathie, uit maatschappelijk belang, in de geest zooals de stichtei vader Raiffeisen beoogde. Hiermee sluit ik, in de hoop dat men later met een beetje meer waardeering gaat spreken over het werk der Bestuursleden. Bij voorbaat dankend voor de opname. Hoogachtend, Uw dw. dn., D. J. HIELKEMA. 14 Januari. 1925. Dir. Bib. Langezwaag. Rijpwetering, 20 Januari 1925. Geachte Redactie, Het was opvallend, hoe in het December-nummer der Raiffeisen-Bode werd geschreven over de salarieering' der kassiers. Vrij algemeen is men het eens, dat de vast stelling van het salaris, niet thuis behoort, op de jaar- lijksche algemeene vergadering der Boerenleenbank, maar dat het moet geregeld worden door het Bestuur der Bank, dat dan ook 't best kan beoordeelen, de werk-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 6