Ji 0FFIC1ËEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. REDACTIONEEL GEDEELTE. MEDEDEEL ING. No. 8 FEBRUARI 1925 Tiende Jaargang DE RAIFFEISEN-BODE Verschijnt den eersten van iedere maand. Abonnement f 0.50 per jaar. Losse nummers 10 Cent. franco per post. Redactie en Administratie: KR. NIEUWE GRACHT 19 UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705- INHOUD VAN DIT NUMMER: Redactioneel gedeelte: aMededeeiing. b. Het proces-Hoogkerk. c. Een belangrijk Rapport. d. Nog eens over ge moedelijkheid en formaliteiten. e. Teekent niet licht vaardig. f. Overzicht Geld- en Effektenmarkt. Uit onze Boerenleenbanken: a. Ingezonden door Hulst. b. Een antwoord. c. Ingezonden door Lan- gezwaag. d. Ingezonden door Rij'pwetering. A d- vertentiën. Betalingen aan het Centraal-Bureau. Men gelieve er nota van te nemen, dat ingevolge op dracht van het Centraal Bureau uit het Nederlandscne Landbouw-Comité door de Centrale Bank geen ovei- boekingen ten gunste van de rekening van het Centraal Bureau meer zullen mogen uitgevoerd worden met in. achtname van een door opdrachtgevers vroeger gestelden, vervaldatum (valuta). De overboekingen zullen derhalve worden uitgevoerd en gevaluteerd op en per den dag van ontvangst van, de desbetreffende orderbriefjes. Overboekingen met later gestelde valuta s zullen uit gevoerd kunnen worden, zooals tot nu toe, op den aan gegeven valutadatum. HET PROCES-HOOGKERK. Het doet ons zeer veel genoegen, dat wij kunnjen mededeelen, dat het Gerechtshof te Leeuwarden dit proces ten gunste van de Centrale Bank heeft beslist. Gelijk men zich herinnert, had de Rechtbank te Gro ningen de gemeente Hoogkerk in bet gelijk gesteld en den eisch der Centrale afgewezen. In hooger beroep is echter anders geoordeeld. Gelukkig, want het gaat om een halve ton (in hoofdsom:') 1 Wij zijn echter nog niet klaar, want de gemeente zal haar geluk nog eens probeeren bij den Hoogen Raad en gaat in cassatie. De definitieve beslissing zal dus nog wel eenigen tijd op zich laten wachten. Wij hebben echtier goede hoop, en in ieder geval is het een goed teeken dat het Leeuwardensche Hof de zaak ten gunste der Cen trale beslist heeft. Een gelukwensch aan het Juridisch Bureau der Cen trale, dat dit moeilijke proces heeft gevoerd, is hier wel op haar plaats! EEN BELANGRIJK RAPPORT. Eenigen tijd geleden is er door den Bond van Coöpe ratieve Zuivelfabrieken in Friesland een Commissie be noemd tot bestudeering van een onderwerp, dat in derdaad zeer belangrijk is. Namelijk de aansprakelijkheid bij de coöperatieve vereenigingen. Vooral in het Noorden van ons land trekt dit onderwerp sterk de aandacht, maar ook elders wordt het belang ervan ingezien, het geen nog duidelijk gebleken is in verband met het ontwerp voor de nieuwe wet op de coöperatie s. W ij' meenen daarom, dat onze lezers er prijs op zullen stellen, wanneer zij van het Rapport kennis kunnen' bemen. Wij laten het dus hieronder volgen. SemeppjeUwg der Commissie. De Commissie was als volgt samengesteld Th. M. Th. van Weideren Baron Rengers, Voorzitter. Mr. O Gezelle Meerburg. U. Kooistra. R. Küperus, Rapporteur. Ontstaan en opdracht der Commissie. Tot het ontstaan der Commissie hebben zoowel indi recte omstandigheden, als een meer rechtstreeksche aanleiding, medegewerkt. Tot de eerste mag het feit worden gerekend, dat in de laatste jaren, door het om vangrijker worden der coöperatieve organisatie en. met name door het ontstaan van coöperatieve vereenigingen, die weer op andere coöperatieve vereenigingen geba seerd zijn, het besef aangaande de beteekenis, die aan de aansprakelijkheid voor de verbintenissen dier veree nigingen moet worden toegekend, is verlevendigd. Moeilijkheden, die bij enkele coöp. vereenigingen optraden, versterkten de aandacht, die aan de regeling der aansprakelijkheid meer en meer werd geschonken. Een inleiding over de aansprakelijkheid van leden van coöp. vereenigingen in een vergadering van den Bond v,an Coöp. Zuivelfabrieken, was voor het Bestuur van den Bond aanleiding, dit onderwerp aan een daar voor speciaal aan te wijzen Commissie in studie te geven. Deze zou zich moeten bezig houden met de bestu deering van de vraag, welke regeling van de aanspra kelijkheid voor coöp. vereenigingen het meest gewenscht is, zij zou dus haar aandacht moeten schenken aan den omvang van de aansprakelijkheid bij coöp. vereeni gingen. Is de onbeperkte aansprakelijkheid noodzakelijk? Reeds dadelijk deed zich de vraag voor, welke erva ring met de onbeperkte aansprakelijkheid was opgedaan en verder of zij noodzakelijk moest worden geacht voor de goede werking van een coöp. vereeniging. Ware het antwoord hierop ontkennend, dan was het zaak na te gaan, of een andere regeling der aansprakelijkheid de belangen der coöperatoren op betere wijze zou dienen. Vooropstellende, dat uit den aard der zaak met de juridische vorm der coöp. vereeniging, niet noodzakelijk de onbeperkte aansprakelijkheid gepaard behoefde te gaan, bleek er echter verschil in waardeering te bestaan aangaande de beteekenis, die in vele gevallen aan de

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1925 | | pagina 1