J OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. No. 4 OCTOBER 1924 Tiende Jaargang DE RAIFFEISEN-BODE Verschijnt den eersten van iedere maand. Abonnement f 0.50 per jaar. Losse nummers 10 Cent. franco per post. Redactie en Administratie: KR. NIEUWE GRACHT 19 UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. INHOUD VAN DIT NUMMER: a. Redactioneel gedeelte: i. Oprichting en werking der afzonderlijke spaarbank. 2. Overzicht Geld- en Effectenmarkt. - 3. Verzoek. b. Ingezonden. Liquiditeit. c. Uit 011'ze Boerenleenbanken. Ingezonden door Zijl-dijk (met noot redactie). d. Advertentiën. REDACTIONEEL GEDEELTE. OPRICHTING EN WERKING EENER AFZON DERLIJKE SPAARBANK. In den laatsten tijd bereiken ons zooveel verzoeken om inlichtingen over dit onderwerp, dat wij heel wat werk eraan hebben, om ze te beantwoorden. Wij meenen daarom -deze zaak eens te moeten behandelen in de Raiffeisen-Bode. Daarmede bereiken wij tegelijk alle Boerenleenbanken, die inlichtingen noodig hebben of zulle in hebben. Want wij veronderstellen natuurlijk, dat men op elke Bank de Raiffeisen-Bode bewaart, zoodat men er later ook nog wat aan heeft. Ook aan die Besturen, die nog niet erover denken om een afzonder lijke Spaarbank te stichten, verzoeken wij om dit nummer vast te houden. Want wij voorspellen, dat ook zij na korter of langer tijd er toe over zullen gaan. Zóó goedi bevalt de afzonderlijke spaarbank in de praktijk! Er is eenigen tijd geleden ook reeds over de aparte, spaarbank geschreven in ons orgaan. Namelijk in de nummers van Januari, Februari en Maart 1923. Men vindt daar o.a. modellen van een stichtingsakte en van een reglement en de noodzakelijke Statutenwijzigingen. Mocht men een of meer dezer nummers missen, dan vrage men ze even aan bij onze Afdeeling Expeditie. In bovengenoemde modellen is een kleine vergissing geslopen, waarop wij even de opmerkzaamheid willen vestigen. I11 art. 1 van de stichtingsakte en in diverse artikelen van het reglement staat „Spaarkas". Nu ver staat men tegenwoordig onder „spaarkas" heel wat an ders, en daarom is het beter dit woord te vervangen door „Spaarbank". Hierop gelieve men dus te letten. Een belangrijker verandering in het Reglement is, dat wij thans art. 12 daarvan lieten vervallen, omdat dit ernstige administratieve moeilijkheden kan opleveren. Bovendien is het nut ervan niet zoo heel groot. Voor Stichtingsakte, Reglement en Statutenwijzigingen verwijzen wij dus, behoudens het zoo juist op gemerkte, naar de vroegere nummers der Raiffeisen- Bode. Overigen's geven wij hier een geheel volledige uit eenzetting. Ten deele, omdat men dan alles bij elkaar heeft, en ten deele ook, omdat de praktijk ons op som mige punten hoewel van ondergeschikten aard tot andere gedachten, gebracht heeft. De wenschelijkheid van de aparte Spaarbank behoeft wel geen nader betoog. En de billijkheid ervan? Een kassier schreef ons eens, dat hij er eigenlijk een ontduiking van de zegelwet in zag. Dus moreel iets ongeoorloofds. Wij hebben hem terug geschreven, dat wij er juist een rechtvaardige toepassing van de zegelwet in zien. Omdat deze wet Spaarbanken vrij stelt van zegelplicht, en wel op grond van het alge meen belang en om den spaarzin te bevorderen. Nu zien wij niet in, waarom een spaarder bij een Nutsspaar- bank geen zegeltjes behoeft te betalen, en een spaarder bij een Boerenleenbank wel. De Boerenleenbanken zijn toch ook instellingen van algemeen belang, en de spaarzin op het platte land mag toch ook wel bevorderd worden! Dat een Boerenleenbank ook nog voorschotten en cre- dieten verleent, is toch geen reden om den spaarder te belasten. Een Nutsspaarbank moet haar geld trouwens ook kwijt. Zij schiet het alleen veelal niet voor aan par ticulieren, doch meer aan gemeenten e. d. Zoo heel veel verschil is er dus niet. Door de, stichting van een afzonderlijke Spaarbank wordt dus inderdaad een rechtvaardige toepassing der Zegelwet bevorderd. Stellen wij nu, dat het Bestuur en de Raad van Toezicht eener Boerenleenbank tot de overtuiging zijn gekomen, dat ook hun Bank een aparte Spaarbank moet hebben. Waarmede beginnen zij dan? Wij zouden zeggen: met het lezen van dit artikel (als wij zoo niet al te onbescheiden zijn! en van de Stichtings akte en het Reglement. Vervolgens zal het Bestuur een voorstel tot stichting moeten doen aan de algenteene ledenvergadering. Want die moet in zulk een belangrijke zaak natuurlijk de eindbeslissing hebben. Het is trouwens ook nog om een andere reden noodig. Vóór men tot do stichting overgaat, moeten eerst de Statuten der Boeren leenbank zóó gewijzigd worden, dat de afzonderlijke Spaarbank mogelijk wordt. Welke wijzigingen noodig zijn, vindt men in de Raiffeisen-Bode van Maart 1923. Men vindt ze ook in de jongste uitgave der Concept Statuten voor de Boerenleenbanken 1 welke op aanvrage wordt toegezonden1. De ledenvergadering neemt de verschillende statuten wijzigingen met de vereischte meerderheid aan. Nu kan overgegaan worden tot het nemen van het besluit tot stichting der Spaarbank. Dit kan op dezelfde vergadering gebeuren. Wij zeggen dit uitdrukkelijk erbij, omdat wij1 eens hoorden van een Notaris, die vond, dat het niet kon op- dezelfde vergadering. Hij meende, dat de Statutenwijziging pas rechtsgeldigheid verkreeg door het opmaken van de notariëele akte daarvan. Wij zijn van een ander gevoelen. Tegenover cle leden werkt hei be sluit tot wijziging direkt, nadat het gen-omen is. De notariëele.akte dient slechts tot bewijs gn wel uitsluitend

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 1