Advertentiën. Nieuwe Wet op de Coöperatieve Vereenigingen, een Practische Handleiding, DE RAIFFEISENB ODE. gerustheid geven zij hunne waardepapieren daaraan af, welke in 't kantoor van de bank in een safe van een Lips' brandkast worden bewaard en van welke safe twee bestuursleden de sleutels bezitten. Dit onderpand blijft daar in den regel berusten, ongeacht den stand va;n '0 geldverkeer der betrokken leden, die door deze handel wijze hun volkomen vertrouwen uitdrukken. Geheel anders zal naar mijne meening de houding van. de leden worden, wanneer hunne effecten naar Utrecht moeten worden opgezonden en daar in bewaring komen van men'schen, waarvan zij zelfs den naam niet kennen. Ik vrees dan ook dat de leden opzending van hunne waardepapieren niet goed zullen vinden en zich daar tegen zullen verzetten, een en ander ongetwijfeld tot schade van de boerenleenbanken. 3e. Heb ik groote bezwaren tegen1 opeenhoping van groote kapitalen in één centrum. Naast de groote depo sito's die de banken1 'hier in 't Noorden geregeld in Utrecht gedeponeerd hebben, wordt nu ook nog een zeer groot bedrag aan waardepapieren opgevorderd. Niet alleen het geld dus van onze leden in Utrecht, maar ook hun onderpand. Reusachtige bedragen; millioenen, wor den daar ondergebracht en de bewaring aan enkele ambtenaren toevertrouwd. Wij stellen veel vertrouwen, maar vinden dat men in dezen toch iets vraagt van de boerenleenbanken, waaraan zij hun sanptie niet kunnen geven. Wanneer men indertijd had geweten dat deze voorwaarde aan het te stichten borgfonds zou worden verbonden, zeer stellig was dit fonds dan niet opgericht geworden. Ik stel mij dan ook voor dat algemeen verzet in Groningen tegen dien maatregel niet zal uitblijven. En waarvoor nu die drastische maatregel? Omdat naar de meening van 't bestuur van de C.B. die waarde papieren te Utrecht beter bewaard worden dan bij circa 700 boerenleenbanken. Ik ben van' een andere meening en oordeel dat over 'ti algemeen de waardepapieren bij de boerenleenbanken wel serieus worden beheerd. Acht men te Utrecht de brandkasten onvoldoende, men schrijve dan een bepaald merk van bepaalde grootte voor; zijn er enkele banken de inspectie kent ze wel waar die behandeling niet volkomen in orde is, men waarschuwe en stelle desnoods de besturen aansprakelijk voor de gevolgen als daarvoor redenen zijn, maar men late het beheer van de effec.tep. bij de banken, wier besturen over 't algemeen zich hunne verantwoordelijkheid wel bewust zijn. Ten slotte krijgt het door deze voorschriften den schijn alsof het borgfonds alleen voor de C.B. is opgericht, terwijl toch de banken jaarlijks een belangrijke premie moeten betalen. E11 dit is allerminst de bedoeling geweest. Met vriendelijke dank voor de plaatsing, Zijldijk, 30 Juli 1924. L. OOSTERHUIS. ANTWOORD REDACTIE. Het reglement op het Borgfonds is door de Algemeene Vergadering vastgesteld, d.i. door de Boerenleenbanken zelve. En o.i. terecht. Wordt bij eene bank fraude ge pleegd, dan wreekt zich dat op de andere banken, ook op de Centrale. De banken, staat in de voorschriften, behooren hare effecten naar de Centrale te zenden. Voor zoover betreft waardepapieren, door de Kassiers als zekerheid voor hun beheer, in onderpand gegeven, deze moeten bij de Cen trale zijn. Overigens, als men zich hieraan niet houdt, zal de Borgfondscommissie bij eventueele calamiteit moeten oordeelen. De Centrale betaalt per jaar eene bijdrage, doet dus als contribuante aan het Borgfonds mede, zonder er financieel voordeel van te hebben. Hoe de geachte inzender kan zeggen, dat het den schijn krijgt, alsof het borgfonds alleen voor de Cen trale is opgericht, is ons een raadsel. Misschien wil hij zich hierover nader verklaren. Overigens kunnen .we mededeelen, dat de overgroots hoeveelheid effecten der banken reeds vóór de instelling van het Borgfonds geheel vrijwillig bij de Centrale in bewaring was gegeven. De inzender spreekt nog over te ver doorgevoerde centralisatie. O.i. is het beter te spreken over een hechter aanhalen' van den eens gelegden gemeenschappelijken band en wel niet nog zoozeer tusschen de Centrale eenerzijds en 'hare leden anderzijds, als wel tusschen deze laatste onderling. Bij N. SAMSQN, Uitgever te Alphen a.d. Rijn, zal verschijnen terstond na het tot stand komen der ten dienste van Oprichters, Bestuurders, Admini strateurs, enzoovoorts, van Coöperatie's, van Nota rissen en van allen die met de praktijk der Coöpe ratie in aanraking komen. Deze handleiding zal onder meer bevatten de wet zelve, een uitlegging daarvan, een bespreking van de inrichting der Statuten voor de verschillende vereenigingsvormen, en modellen der noodzakelijke formulieren. De bewerking ervan wordt bezorgd door Mr. O. GEZELLE MEERBURG, Directeur der Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank te Utrecht en Oud-Lid der Staatscommissie, die het Ontwerp voorbereidde, Mr. W. H. VERLOOP en Mr. C. WESTSTRATE, Hoofdambtenaren dezer Bank. De omvang van het werkje zal hoogstens 100 bladzijden zijn, terwijl de prijs ongeveer f2.50 zal bedragen. Bestellingen worden thans reeds aangenomen. Voor Boerenleenbanken leveren wij SPECIALE PANTSERKAS1 EN Courante afmetingen voor ongeveer f 300,—

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 3