DE RAIFFEISEN-BODE.
3
Verkiezingen.
Na de pauze deelt de Voorzitter de uitslagen der ver
kiezingen mede.
In de vacature, ontstaan in het Bestuur door de perio
dieke aftreding van den Heer A. A. Nengerman, is met
bijna algemeene stemmen de Heer Nengerman ïïerkozen.
De Heer Nengerman dankt in een korte toespraak
voor het hem geschonken vertrouwen en verklaart zijn
benoeming aan' te nemen.
In de vacature's in den Raad van Toezicht, ontstaan
door periodieke aftreding van de Heeren F. P. E. van
Ditzhuijzen, A. Commandeur en H. J. M. Baumann,
werden de aftredenden herkozen. Zij verklaarden hun
benoeming aan te nemen.
Als plaatsvervangende bestuursleden werden gekozen
de Heeren F. P. E. van Ditzhuijzen' en C. S. van
Beuningen.
'Mot i e.
Vervolgens komt in behandeling een motie, opgesteld
door den afgevaardigde van Aalten', en luidende:
„De Algemeene Vergadering der Coöperatieve
Centrale Raiffeisen-Bank, te Utrecht bijeen op
ii Juni 1924 en omvattende 692 boerenleenbanken
met ongeveer 100.000 aangesloten leden, spreekt
als haar vaststaande meening uit, dat het een over
wegend belang is voor de coöperaties in het alge
meen en een eisch voor het landelijk credietwezen
in het bijzonder, dat de wet op de coöperatieve ver-
eenigingen dwingend voorschrijft, dat de aanspra
kelijkheid der leden in de Statuten geregeld is."
Deze motie wordt bij acclamatie aangenomen.
Besloten wordt haar ter kennis van de regeering te
brengen.
Huishoudelijke Vergadering.
Hierna wordt de vergadering veranderd in een huis
houdelijke die niet voor de pers (ook niet voor de Raif-
feisen-Bode) toegankelijk is.
Sluiting.
De Voorzitter sluit de vergadering met een woord
van dank voor de wijze, waarop hij' wederom dezen dag
met haar mocht samenwerken.
HYPOTHEEK EN ERFPACHT.
Een onzer kassiers verzocht ons eens te behandelen
de vestiging van hypotheek op onroerende goederen,
welke de geldnemer in erfpacht heeft. Daar zulk een'
hypotheek tamelijk veel voor komt en de kwestie dus
een zeker algemeen belang heeft, gaan wij met genoegen
hierop in.
Wij zullen beginnen met op te merken, dat men, wan
neer een erfpachter geld op hypotheek vraagt, altijd
eerst het erfpachtscontract dient in te zien. Want daar
hangt ten slotte den omvang der hypotheek van af.
Als het erfpachtsrecht aan onvoordeelige voorwaarden
onderworpen of sterk beperkt is, is noodwendig ook de
hypotheek erop niet zoo veel waard. Want als de credi
teur van zijn executie-recht gebruik moet maken en het
erfpachtsrecht moet verkoopen, zal hij er niet veel geld
voor krijgen. De opbrengst zal slechts een' kleine vor
dering kunnen dekken. Hefiran zelfs voorkomen, dat
een der erfpachtsvoorwaarden is, dat de erfpachter zijn
recht niet zal mogen bezwaren. Dan is de vestiging van
een hypotheek natuurlijk onmogelijk.
Stellen wij nu, dat iemand voor 100 jaar een stuk
grond in erfpacht heeft gekregen', en hij zet daar ge
bouwen op. Nu vraagt hij aan een Boerenleenbank geld
op hypotheek. Het Bestuur neemt inzage van' het erf
pachtscontract, controleert ook of het behoorlijk ten
hypotheekkantore is ingeschreven' (want anders mist het
alle werking), en bemerkt, dat het niet beperkt is door
allerlei bezwarende voorwaarden. Kan net Bestuui nu
met gerust gemoed het gevraagde geld op hypotheek
geven
Wij kunnen hierop een bevestigend antwoord geven.
Als er maar behoorlijke overwaarde is, is de hypotheek
haast even zeker als die op gewone eigendonu Immers
de erfpacht staat practisch bijna gelijk met eigendom.
De voornaamste verschillen zijn in de practijk alleen
deze: de erfpachter moet een zekere pacht betalen, en
zijn recht eindigt gewoonlijk van zelf na een bepaalden
tijd. Deze tijd is echter zeer lang ("bijvoorbeeld 100 jaar,
er bestaat zelfs altijddurende erfpacht 1. Als men in
het begin van dien termijn is, weet men dus mensche-
lijkerwijs gesproken wel zeker, dat de onder hypothecair
verband geleende som lang vóór het einde daarvan zal
zijn terugbetaald. Anders kan men gebruik maken van
zijn executie-recht en de erfpacht doen verkoopen.
Het is echter wel aanbevelenswaardig, dat men' alleen
hypotheek in het begin van den termijn, waarvoor de
erfpacht verleend is, toestaat. Want hoe meer men op
schiet, hoe minder of zij waard wordt. Als bekend is,
dat een erfpacht over enkele jaren zal eindigen, zal
niemand er veel voor geven. Bij executie zal zij dus weinig
opbrengen, en de hypothecaire crediteur, die misschien-
al heel lang geleden zijn geld erop gegeven heeft, blijft
in de kou staan. Hij is ook te laat geweest!
Een andere reden, om niet op het eind van den termijn
hypotheek te nemen, is deze: als de erfpacht eindigt,
eindigt ook de hvpofheek erop. Dat spreekt van zelf.
Als iemand dus in het negentigste jaar van een erf
pacht, dit honderd jaar duurt, geld geeft, verzekerd
door hypotheek op die erfpacht, doet hij niet erg ver
standig. Want als na tien iaar nog niet alles afgelost is
fen daarop is natuurlijk altijd kansl, vervalt automatisch
de zekerheid voor het restant van zijn' vordering.
Onze conclusie moet dus zijn: over het algemeen kan
men gerust hypotheek op erfpacht nemen. Doch) alleen
in het begin van den termijn der erfpacht, althans op
een zoodanig tijdstip, dat redelijkerwijs verwacht kan
worden, dat de opgenomen gelden lang vóór het einde
ervan zullen zijn terugbetaald.
En in ieder geval onderzoeke men, vóór het geld te
geven, de voorwaarden van' het erfpachtscontract, en
of dit contract behoorlijk is ingeschreven. Mocht men
bij een en ander moeilijkheden ondervinden of in twijfel
verkeeren, dan wende men zich tot de Centrale Bank,
welker juridische afdeeling dan de noodige adviezen
zal verstrekken.
HOE BEHANDELT DE KASSIER EEN WISSEL?
Naar aanleiding van ons artikeltie onder dit opschrift
in het vorige nummer van de Raiffeisen-Bode deed de
Heer Nièberding, Kassier der Hillegomsche Bank, ons
d° opmerking toekomen, dat in plaatsen, waar geen
deurwaarder woont gewoonlijk protest wordt opgemaakt
door den Notaris. Daar de meeste dorpen, waarin' onze
Banken ziin gevestigd wel geen deurwaarder zullen be
zitten. is deze opmerking van veel belang. Wij verleenen
haar dan ook gaarne een plaats.
Men late dus nrotesteeren door een' deurwaarder, of
wanneer er geen woont in de buurt door den
d'chtstbij ziinden Notaris.
Ten overvloede vermelden wij hierbii, dat dc wet ook
toelaat, dat het protest wórdt uitgebracht door den
Griffier van het Kantongerecht. In de practijk komt
dit echter bijna nooit meer voor.