72 DE RAI FF EIS EN-S O DE. Aan cle Coöperatieve Cen trale Raiffeisen-Bank en alle bij haar aangesloten Boerenleenbanken. Mijne Heeren. De leden der Coöperatieve Boeren leenbank te Oudewetering, in de jaar jaarvergadering, gehouden den 6 Mei 1924 bijeen, betuigen .bij dezen aan U hunne oprechte dankbaarheid voor de zeer milde bijdragen die gij allen, geheel vrijwillig, hebt geschonken aan onze Coöperatie. Gij hebt hierdoor op de eerste plaats getoond, dat de naam der Boerenleenbanken moest worden hooggehouden. Gij hebt hierdoor tevens getoond medelijden te gevoelen met de Bank te Oudewetering, die het slachtoffer was geworden van .een zeer handigen oplichter. Gij allen hebt het Uwe er toe bijgedragen om onze Bank voorde zoozeer gevreesde liquidatie te be hoeden. Gij hebt onze leden, althans meerderen, voor den financieelen on dergang behoed. Onze blijvende dankbaarheid is alles wat wij vanuit onze Vergade ring U kunnen .aanbieden. Een woord van eerbied en waar deering willen wij hierbij toevoegen aan wijlen den Heer C. F. G. W. van den Hurk, in leven Directeur- Hoofd Inspecteur der Centrale Bank, die met woord en voorbeeld zich zoozeer heeft beijverd om de Boe renleenbank te Oudewetering te red den. Helaas, hij is te vroeg heenge gaan om den wederopbloei onzer Vereeniging te kunnen aanschouwen Voor de dankbare leden der Coöperatieve Boerenleenbank te Oudewetering, Hoogachtend, Uw Dw., JOS. PENNING DE VRIES, Kassier en Secr. Oudewetering, den 7 ,Mei 1924. Reserve Boerenleenbanken. Op den 8 Maart j.1., werd door den Ring van Boerenleenbanken Gouda en Omstreken te Gouda een vergadering gehouden, waarop door den Heer M. .Hijkoop J. Fzn., te Waddinxveen een lezing gehouden is over het onderwerp: .„het Reserve fonds bij onze Boerenleenbanken." Spreker vond het nuttig dit onder werp eens te behandelen, naar aan leiding van de artikelen, welke daar over in de,Raiffeisenbode waren ver schenen. Bij vele Besturen van locale Ban ken zit de .meening vast, dat het vormen van een Reservefonds over bodig geacht kan ,worden. De vraag dient allereerst te wor den gesteld: Wat is een Reserve fonds? Het antwoord daarop luidt: een Reservefonds is een kapitaal^ dat ongemerkt uit en door het be drijf wordt gevormd en dient als pot om uit te putten als alle andere potjes zijn uitgeput, m.a.w. een Re servefonds dient tot dekking van ge leden verliezen. Een andere vraag is: Is dit bij de locale Banken zoo hard noodig? Wij hebben toch de algelieele aan sprakelijkheid der Leden. Zeer zeker, algeheele aansprakelijkheid, een prachtig idee. Doch niemand zal als lid eener Boerenleenbank gaarne kennismaken met die a'geheele aan sprakelijkheid; bijpassen van geleden verliezen vindt ieder onaangenaam en ontwricht de organisatie. Wel wordt bij de Boerenleenban ken elk voorschot gedekt door per soonlijke of zakelijke zekerheid, doch de vraag blijft open: is dit te allen tijde voldoende? Men mag streven naar een maxi male zekerheid, een absolute zeker heid is nooit te verkrijgen; bij iedere transactie eener Boerenleenbank staan geldelijke belangen op het spel, blijft dus bestaan een zeker risico; zij het dan ook maar een minimaal risico. Spreker betoogde vervolgens, aan- de hand van de cijfers ontleend aan de „Mededeelingen der Locale Ban ken", dat door de gezamenlijke Boe renleenbanken was uitgeleend ejn be drag van 137 millioen Glcl. waarte genover de gezamenlijke Reserven der Boerenleenbanken bedroegen on geveer 3 millioen Gld. of bijna 20/0 zoodat 980/0 door borgen of zakelijke zekerheid moet worden gedragen. De Heer Hijkoop noemde feiten, dat menschen die drie jaar geleden voor f 200000.:goed waren, thans niet meer voor f2000.goed ge acht konden worden. Dit is een zeer gewichtig punt om een Reservefonds te vormen. Als een Boerenleenbank in die richting bestuurd wordt, is de kans voor ver lies zóó klein, dat de aansprakelijk heid voor de Leden miniem is, het geen vertrouwen moet wekken en voor de Spaarders, die hun duitjes bij een Boerenleenbank hebben belegd, een groote mate van gerustheid doet ontstaan. Spreker geloofde hiermede het groote nut eener Reserve te hebben aangetoond, waarna hij nog trachtte aan te toonen de noodzakelijkheid van het vormen van een Reserve fonds, alhoewel- de begrippen nut en noodzakelijkheid eener Reservte als het ware in elkaar grijpen. Wil men de noodzakelijkheid eener Reserve bepleiten, dan moet m(en allereerst de wegen aangeven die het vormen van een Reservefonds moge lijk maken. Het doel eener Boerenleenbank is: het verstrekken van goed en goed koop landbouwcrediet, met dien ver stande, dat de vorming van een Re servefonds voor dit doel niet mag worden opgeofferd, ja zelfs geheel verwaarloosd, door te weinig of zelfs in het geheel geen winst te maken. Banken, die te weinig winst maken, moeten trachten hun omzet te ver- grooten en eerst in de laatste plaats overgaan tot verhooging van de voorschotrente of verlaging van de Spaargeldenrente, waardoor vanzelf de winstmarge grooter wordt. Wij zien, dat nog vele Boeren niet met de Boerenleenbanken werken; hier staat dus de weg voor de pro paganda open; ieder lid eener Boe renleenbank trachte dus zijn vakge- nooten tot leden der Boerenleen banken te maken. Particuliere bankinstellingen ver goeden in het algemeen minder rente dan Boerenleenbanken voor gedepo neerde gelden, doch eischen voor eventueele voorschotten beduidend hooger rente, waarbij nog komt pro visie en dergelijke. Helaas zijn er nog Boerenleenban ken, die meenen, dat het vormen van een Reservefonds niet noodig is, wat zeer afkeuringswaardig is. Bestuursleden eener Boerenleen bank hebben een groote verantwoor ding op hun schouders genomen om de belangen der Leden eener Boe renleenbank te behartigen, waarbij niet mag worden uitgesloten het vormen van een Reservefonds. Spreker stelde hierna de volgende motie voor: ,,De Leden van den Raad van Toe zicht en Leden van het Bestuur der Coöperatieve Boerenleenbanken, aangesloten bij den Ring. Gouda en Omstreken en van eenige in de om geving gevestigde Coöperatieve Boe renleenbanken, in vergadering bijeen te Gouda op 8 Maart 1924 ter be spreking van het belang van een Re servefonds voor locale banken, ver klaren, gehoord de gevoerde bespre kingen, dat het ten zeerste gewensclit moet worden geacht, dat door de Coöperatieve Boerenleenbanken een krachtig Reservefonds wordt ge vormd en dat het voor aUe Bestuur ders dier Banken tot plicht mag Worden gerekend, met alle gepastie middelen er naar te streven, dat het vormen van een krachtig Reserve fonds worde bevorderd, en gaan over tot de orde van den dag".

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 4