7°
DE RAIFFEISE N-B ODE.
dag gebeuren. Maar overigens moet
het besiist op den in den wissel ge
noemden vervaldag.
Gewoonlijk wordt de wissel wel
betaald, want een koopman voldoet
wissels eerder dan iets anders, om
dat niet-beta'ing van wissels zijn
crediet sterk schokt. De bande s*
wereld beschouwt dat als een veeg.
teeken en terecht.
Maar het komt toch nogal eens
voor, vooral tegenwoordig, dat de
wissel op den vervaldag niet vol-
daan wordt. Dan passé de kassier op,
want de wet geeft voor dat geval
strenge voorschriften, die strikt na
geleefd moeten worden. Zij zegt na
melijk, dat „protest van non-beta
ling" moet worden opgemaakt op
den dag volgende op den verval
dag. De kassier begeve zich dus
liefst nog op den vervaldag naar den
dichtstbijzijnden deurwaarder, en
stelle den wissel in zijne handen. De
deurwaarder „protesteert" dan weer,
zooals bij niet-acceptatie. De kassier
zendt de'stukken, als hijdie van den
deurwaarder ontvangen heeft, terug
aan dengene, die hem den wissel
heeft gestuurd. Daarmee is zijn taak
afgeloopen. Zoo heel moeilijk is zij
ten slotte toch niet. Alleen moet men
goed op zijn .tijd passen en geen dag
verzuimen. Want anders heeft het
„protest van non-betaling" geen
waarde. Hetgeen een groot nadeel
zou zijn. Waarom dit zoo is, het
zou ons te ver voeren, dit volledig
uiteen te zetten, want de voorschrif
ten der wet zijn tamelijk ingewikkeld.
Maar men gelooft het wel.
En de kassier zorgt dus ook wel
voor stipte opvolging van de hier
boven gememoreerde voorschriften!
NOG EENS: WAT DOET MEN
BIJ HET OVERLIJDEN VAN
EEN BORG?
In het April-nummer hebben wij
gezegd, dat men bij het optreden van
een nieuwen borg inplaats van een
overledene, hetzij een.gewone schuld
bekentenis. hetzij een speciale borg-
töchtsakte kan opmaken. -Wij hebben
thans nog een derde methode moge
lijk gemaakt, die beter is dan de
beide genoemden. Wij lieten namelijk
een „schuldbekentenis bij verande
ring van borgtocht drukken, welke
een gelijke bestemming heeft als de
erkenning van credietverstrekking
bij verandering van borgtocht.
Men gelieve dus .dit formulier (no.
12 F) in voorkomende gevallen te
gebruiken. De speciale borgtochts
akte bezige men alleen, wanneer de
schuldenaar door omstandigheden
moeilijk nog eens kan kornen
teekenen.
UITZETTING VAN GELDEN.
Bij uitzetting of belegging van gel
den doen zich bij de banken steeds
twee vragen gelden.
a. de vraag van liquiditeit.
b. de vraag van .soliditeit.
Vraag b behoeft dunkt ons geen
nadere toelichting. Het zal een ieder
wel duidelijk zijn, dat men er steeds
naar zal moeten streven, om de aan
een bank toevertrouwde gelden op
veilige wijze te beleggen, zooveel
mogelijk met uitsluiting van alle
risico, welke iedere credietverleening
met zich brengt.
De vraag sub a gesteld, verdient
echter speciale aandacht. Een be
legging heet liquide, inclieli zij ter
stond of binnen zeer korten tijd weer
in contanten is om te zetten.
Heeft een bank .gelden ter harer
beschikking, welke zij slechts na ge-
ruimen tijd aan inleggers behoeft te
rug te betalen, dan mag zij die
gelden ook voor .langeren tijd uit
zetten. Een hypotheekbank, die door
plaatsing van pandbrieven de be
schikking heeft over gelden, welke
haar voor geruimen tijd zjn toever
trouwd, mag die gelden, in dit geval
in den vorm van hypotheken, ook
voor langeren tijd beleggen.
De Centrale Bank, die door de
gelden, welke zij ter beschikking
krijgt door de p'aatsing van deposito-
obligatiën, mag die gelden eveneens
in den vorm van hypotheken aan
landbouwers ter beschikking stellen.
Boerenleenbanken, die steeds zoo
veel inlagen hebben dat ziji practisch
kunnen aannemen, over die gelden
steeds voor vele jaren de beschik
king te hebben, zullen na verkregen
dispensatie der Centrale Bank, ook
voor die gelden een belegging mogen
zoeken voor wat langer tijd, bijv.
door het verstrekken van hypo
theken.
Doch in het algemeen zijn de
gelden, gedeponeerd bij de Centrale
Bank en onze Locale Banken, steeds
direct opeischbaar. Ten allen tijde
zal aan eventueele opvragingen moe
ten voldaan kunnen worden. Nooit
mag de kans geloopen worden, Mat
betalingen tijdelijk opgeschorst zou
den mogen worden. De naam van
onze organisatie zou daar ten zeerste
onder leiden. Men moet dus zeer
voorzichtig te werk gaan bij het be
leggen van gelden. Slechts credieten
en voorschotten als bedrijfskapitaal
verschaffen. Het verleenen van z.g.
grondcrcdiet, o^rlchtingskapiiaal aan
landbouwvereenigingen, het verstrek
ken van leeningen met langen loop
tijd aan gemeenten en waterschap
pen het verstrekken van hypothe
ken liggen niet op den weg van de
Centrale en onze Banken, al zijp
dergelijke beleggingen wellicht zeer
veilig.
Komen er groote opvragingen
van spaargelden, dan zou men -wel
licht gebruik maken van de bedon
gen bevoegdhied, om een crediet met
3 maanden op .te zeggen, en wat zou
blijken? Dat een dergelijk beding
wel heel mooi op papier is bedongen,
doch in de praktijk van geen nut is.
Immers de leden van een land-
touwvereen., die juist degenen zijn,
die in slechte tijden bij de locale
banken hun spaargelden weghalen,
zouden bovendien nog gedwongen
zijn, om het stichtings- of grondka-
pitaal der landbouwvereen. zelf te
fourneeren. Dit zou onmogelijk blij
ken, de vereeniging zou tot liquidatie,
ontbinding misschien, met belang
rijke verliezen gedwongen .worden,
en het zou blijken lang te duren voor
dat een bank hare verstrekte gelden
weer terug had.
Hetzelfde met leeningen aan ge
meenten en waterschappen. De op
zegging van de zijde der Boerenleen
bank zal juist konten in ,een tijd,
waaPop geld moeilijk te krijgen is.
Er zal dus heel wat getob zijn voor
dat dergelijke publiekrechtelijke li
chamen hun verplichtingen zouden
nakomen. Ook hier geen mogelijk
heid om in enkele maanden de ge
leende gelden terug te krijgen.
En bij hypotheken al net bdy
zelfde. De debiteur zou in een moei
lijken tijd moeten trachten een an
dere hypotheek te krijgen, wat al
zeer moeilijk zou blijken te zijn, en
zoo al mogelijk, dan nog op zeer
bezwarende voorwaarden.
Voorzichtigheid is dus wel aan
bevolen bij credietverleening. Men
zorge er voor slechts zulke credie
ten te verleenen, die, menschelijker
wijze gesproken, steeds binnen zeer
korten tijd ook pverkelijk in de prac-
tijk invorderbaar zijn. Men sta er
op, dat credieten in loopende reke
ning minstens een paar keer per
jaar worden omgezet en afgelost. Men
'lette er op, dat op verleende voor
schotten geregeld behoorlijk worde
afgelost.
Laat men zich niet laten verlei
den door een aantrekkelijk, mis
schien wat hooge rente, en de liqui
diteit in gevaar brengen,
i
EEN OF TWEE BORGEN?
Is het nognoodig, dat wij deze
vraag behandelen? Zijn niet allen
het er over eens, dat één borg als
regel onvoldoende is tot dekking van
een voorschot of crediet?
Helaas is dit niet het geval. De
Besturen van verreweg de meeste
Banken volgen wel den goeden