OVER DE VERHOUDING TUSSCHEN DE LOCALE BANKEN EN DE CEN TRALE BANK. 62 DE RAI FFEISEN-BODE. dan zal daardoor de uitkeering, aan het einde der Spaarkas te doen, on gunstig beïnvloed worden. Velen hebben dit aan den lijve ondervon den met de Spaarkassen uit de ja ren vóór den oorlog, die nogal wat Russen hadden aangekocht. Toen het op verdeeling aankwam, brach ten deze effecten natuurlijk niets op. Dit risico is vooral hierom zoo zwaar, omdat een Spaarkas niet tot gunstiger tijden kan wachten met verkoop harer effecten. Zij m o e- t e n op een bepaald tijdstip te gelde gemaakt worden. Als de koers on gunstig is, en er is kans van stijging, dan wacht een particulier nog even. Maar een Spaarkas kan dat niet doen. Nu is het wel waar, dat de meeste Spaarkassen soliede fondsen aan- koopen, maar het risico blijft toch bestaan. En er zijn natuurlijk ook instellingen, die minder voorzichtig te werk gaan. Als men erover denkt om tot een Spaarkas toe te treden, is dus het eerstle wat men doet: naar de be leggingen informeeren. En zoo mo gelijk ook van een onpartijdigen derde trachten te weten te komen, of het een betrouwbare instelling is. Want een agent vertelt soms veel moois, dat later blijkt niet geheel waar te zijn. Er is een heel enkele instelling, die de gelden harer Spaarkassen niet in effecten, doch in eerste hypothe ken belegt. Het risico van koersda ling wordt zoodoende uitgeschakeld. Het risico, dat de maatschappijij niet voorzichtig genoeg is (b.v. de overwaarde te laag laat zijn), blijft echter. Ook hier is het ten slotte een kwestie van vertrou w e n. Een tweede bezwaar der Spaar kassen is, dat zij hun deelnemers té sterk binden. Als men bij een Boerenleenbank spaart, kan men zijn geld elk oogenblik terug krij gen, als men het noodig heeft. Niet alzoo bij een spaarkas. Gedurende de eerste twee of drie jaar kan men niets terug krijgen, terwijl men daarna een voorschot kan krijgen, of de zoogenaamde „afkoopwaarde." Maakt men van het eerste gebruik, dan blijft overigens de zaak gewoon doorloopen; dus men moet op de bepaalde tijdstippen de vereischte stortingen blijven doen, terwijl men bovendien een behoorlijke rente op het voorschot moet betalen. Ont vangt men de afkoopwaarde, dan is de zaak daarentegen meteen uit. Het sparen is daarmede opgehouden. De afkoopwaarde is echter een heel eindje beneden de werkelijke waarde van de reeds gedane stortingen. In ieder geval blijven een of twee jaar stortingen in de Spaarkas achter. Het maximum-bedrag van een voor schot is nog wat lager dan de af koopwaarde (gewoonlijk 90 0/0 daar van.) Zoodat wij tot de conclusie moe ten komen, dat een deelnemer aan een Spaarkas, die op een gegeven oogenblik financieel alle zeilen moet bijzetten en al zijn geld noodig heeft, er niet al te gelukkig aan toe is. Wij moeten hierbij ook nog vermelden, dat men voorschot of afkoopwaarde alleen dan kan verkrijgen, wan neer men aan de contra-verzekering deelneemt. Driemaal is scheepsrecht dus zijn wij zoo vrij nog een derde be zwaar naar voren te brengen. Dit betreft de administratie-kosten, die naar onze meening tamelijk hoog zijn. Gewoonlijk bedragen zij onge veer 10 o/o van het totaal der stor tingen. Wij willen niet zeggen, dat de maatschappijen zich daarmee on rechtmatig verrijken, want er moet heel wat af, zooals provisie aan agen ten, reclame, dividend, enz. Maar met dat al wordt die wijze van spa ren voor de deelnemers er niet voor- deeliger op. Tot zoover over het stelsel der Spaarkassen in het algemeen. Wij kunnen echter moeilijk nalaten om ook nog enkele woorden' te wijden aan de handelwijzen ven enkele maatschappijen in het bijzon der. Ons bereikten mededeelingen hierover, die een waarschuwing mo gen zijn om op te passen. Zoo werd ons o.a. verteld van de volgende truc, die een maatschappij toepaste: stel, dat de jaarlijksche storting, door een deelnemer te doen f.40.be droeg; nu zond zij aan een of meer deelnemers een aan haar zelf geadres seerde postwissel toe, waarop inge vuld b.v. f36.welke postwissels dan door die deelnemers weer aan de maatschappij verzonden moesten worden. Dus oogenschijnlijk zoo coulant mogelijk: de maatschappij vult zelfs uw postwissel in, waarmee g'ij moet betalen! Maar ©enigen tijd nadat die- deelnemers, vertrouwende dat de maatschappij het bedrag wel juist had ingevuld, de postwissel verzonden hadden, kregen zij be richt, dat zij als deelnemer geschrapt waren, en dat hun bijdragen verval len waren aan de Spaarkas, over eenkomstig artikel zooveel van het Reglement, dat bepaalde, dat ieder, die in gebreke bleef op het ver eischte tijdstip de vereischte stor tingen te doen, geroyeerd zou wor den en niets terug zou krijgen. Wel nu, zij hadden niet de vereischte storting gedaan, daar zij maar f36.in plaats van f40.— betaald hadden, en dus was de maatschappij „tot haar leedwezen" genoodzaakt geweest .om die maatregel toe te passen! Volkomen in den haak, nietwaar? Het doel van deze truc was na tuurlijk 0111 de uitkeeringen voor de overige deelnemers hoog te maken, en daardoor reclame te maken t ooi de maatschappij. Nu zullen er hopelijk maar wei nig maatschappijen zijn, die er zulke methode's op na houden. Maar dat er zoo zijn, is toch al reden genoeg om terdege op zijn hoede te zijn! Als men ons naar onzen alge- meenen indruk over de deelneming- in spaarkassen vraagt, zouden wij zeggen: vóór gij aan een Spaarkas deelneemt, informeer dan eerst eens goed bij een onpartijdig persoon naar de soliditeit der kas x) en laat U vooral niet tegen Uw zin door uit den aard der zaak partijdige agenten ompraten. En als -gij deel neemt, doe het dan voor bescheiden bedragen. Bindt U financieel niet aan handen en voeten. Beperkte deelneming zal echter meestal geen kwaad kunnen, soms zelfs werkelijk goed zijn, zoowel moreel als finan cieel. Wij zijn ook tot de conclusie ge komen, dat de Spaarkassen niet in een zoodanige behoefte voorzien, als de prospectussen en agenten daar van wel willen doen gelooven. Im mers de boer heeft over het- alge meen een prikkel tot sparen niet zoo noodig, en bezit zelf goede in stellingen, waar hij veilig zijn spaar- duiten beleggen kan, waardoor zij bovendien nog aan den landbouw ten goede komen. x) De Centrale Bank is bereid naar haar beste weten, doch zonder eenige verantwoordelijkheid en on der verplichting tot geheimhouding, haar advies te geven. Over deze verhouding wordt nog al eens gesproken. Vaak waardee- rend. Soms minder waardeerend. Dikwijls lijkt het ook, of die ver houding niet aan allen even helder is. Misschien, dat voor een goed deel minder waardeerende beoor- deeling hierdoor veroorzaakt wordt. In ieder gevalt lijkt het ons wel goed

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 2