OFFICIEEL ORGAAN VAN DE J»
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
1
REDACTIONEEL GEDEELTE.
EEN WOORD OVER
SPAARKASSEN.
No. 11 MEI 1924 Negende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement fo.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
TC" TtTTJCPUT
Redactie en Administratie:
DRIFT 13 UTRECHT.
Teleph. Interc. No. 1705.
INHOUD VAN DIT NUMMER:
a. Mededeeling. b. Redac
tioneel gedeelte: iEen woord
over spaarkassen. 2. Over de verhou
ding tusschen de Locale banken en
de Centrale Bank. 3. De Wissel. 4.
Niet laten bevriezen! 5. Gemeenteen
Boerenleenbank. 6. Geld- en Effec-
tenmarkt. c. Ingezonden: C. F. G
W. van den Hurk f d. Adver
tentie n.
MEDEDEELING.
De gewone algemeene jaarver
gadering der Centrale Bank zal dit
jaar worden gehouden op
WOENSDAG 11 JUNI a.s.,
'svoorin. 11 uur, in Park Tivoli te
Utrecht.
Er zullen wel weinigen onder onze
lezers zijn, die nog niet eens bezoek
hebben ontvangen van een agent
eener spaarkas. Want de spaarkassen
ontplooien tegenwoordig een groote
activiteit. En vooral het platteland
zegenen zij hiermede. Zij overstroo-
men het met agenten, die de boeren
met veel overredingskracht trachten
te overtuigen van het groote nut van
deelneming in zoo'n spaarkas, en
natuurlijk speciaal in de door hen
vertegenwoordigde instelling.
Zij schijnen hiermee nogal succes
te hebben. Tenminste de spaarkassen
worden hoe langer hoe grooter, en
er verrijzen telkens weer nieuwe. Het
schijnt ons dus wel goed om aan
deze onder de boeren zoo ijverig ge
propageerde instellingen ook in ons
blad een beschouwing te wijden, op
dat ieder wete, waar hij daarmee aan
toe is, en opdat men zich niet door
al te vurige agenten omver behoeve
te laten praten.
Men weet, wat een spahrkas is.
Het is een groep van personen, die
gezamenlijk en voor gezamenlijke
rekening gedurende een zeker aantal
jaren sparen, onder leiding van een
lichaam (meestal Naamlooze Ven
nootschap), dat zich met de admi
nistratie daarvan bezig houdt. E>it
lichaam heet ook vaak „Spaarkas"
(b.v. „Amsterdamsche Spaarkas"),
doch dit is dan de naam van de
N.V., niet de eigenlijke spaarkas.
Elk jaar vormt het admini-
streerende lichaam een nieuwe spaar
kas. Ieder, die gedurende dat jaar
toetreedt, maakt er deel van uit, en
moet voor den duur der spaarkas
(meestal 12 of 15 jaar) bij bepaalde
termijnen bepaalde stortingen doen.
De daardoor inkomende gelden wor
den belegd. Bij het einde der spaar
kas worden de beleggingen gelikxvi-
deerd of verkocht, en de opbrengst
(natuurlijk vermeerderd met de in
trest) wordt verdeeld. Doch alleen
onder de overlevenden. Een
deelnemer in een spaarkas geniet
dus niet alleen het voordeel (dat;
niet zoo bijzonder is) van rente
trekking, maar ook, dat de stor
tingen van overleden deelnemers
voor een evenredig deel te zijnen
bate komen. Dit is natuurlijk iets,
dat velen wel aantrekt.
Er zijn nog enkele andere, klei
nere voordeeltjes aan de deelneming
verbonden, maar wij hebben met het
bovenstaande toch het voornaamste
weergegeven.
Wat is nu het zoo luide uitgeba
zuinde nut van deelneming in zoo'n
spaarkas?
Dit nut zegt men is tweele
dig. Het is zoowel moreel als finan
cieel.
Het moreele nut is hierin ge
legen, dat de deelnemer wordt ge
dwongen tot spaarzaamheid. Hij
moet eiken maand of elk jaar een
bepaald bedrag afzonderen voor de
spaarkas. Als hij het niet doet
dan lijdt hij financieel nadeel. In
de reglementen der Spaarkassen
komt namelijk een bepaling voor,
dat een deelnemer, die in de eerste
twee of drie jaar zijner deelneming
met de verschuldigde stortingen in ge
breke blijft, alle recht op uitkeering
verliest. De gedane stortingen is hij
kwijt. Blijft hij in gebreke, nadat
reeds twee of drie jaren verlóopen
zijn, dan verliest hij niet al zijn rech
ten, maar toch wel een deel ervan.
Er is hiermede dus inderdaad een
sterke prikkel tot sparen gegeven,
en wij erkennen gaarne, dat dit iets
goeds is, hoewel misschien meer
voor den stedeling dan voor den
boer, die uit zijn aard reeds spaar
zaam is.
Het Jinanciëele voordeel is box en
reeds uiteengezet. Het bestaat uit
de gewone rente, benevens uit het
aandeel, dat elke deelnemer geniet
uit de bedragen, welke in de Spaar
kas zijn achtergelaten door overle
den deelnemers, en door deelnemers
die met hun betalingen na korter
of langer tijd in gebreke bleven.
Het spreekt van zelf, dat hierin
opgesloten ligt een nadeel voor de
familie van overleden deelnemers.
Stel b.v. dat een vader jaren lang
voor iijn kind gestort heeft, en dit
kind sterft vóór het einde der Spaar
kas, dan is al het geld weg.
De maatschappijen, die de Spaar
kassen administreeren, zijn echter
aan dit bezwaar tegemoet gekomen,
door de deelnemers gelegenheid tc
geven zich hiertegen te verzekeren,
tegen betaling van een aparte pre
mie natuurlijk (zoogenaamde con
tra-verzekering). Men krijgt dan
terug, wat men gestort heeft (of nog
wat meer dat hangt van de
grootte der premie af.)
Wij meenen hiermede een onpar
tijdige uiteenzetting van de voor
deden eener spaarkas gegeven te
hebben. Wij erkennen volmondig,
dat deze voordeden waarde hebben.
Maar, gelijk bijna van zelf spreekt,
hiertegenover staan ook nadoelen.
Als eerste nadeel willen wij noe
men het risico van de belegging der
spaargelden. Deze belegging ge
schiedt geheel voor rekening der
deelnemers. Dalen de voor de
Spaarkas aangekochte fondsen dus;