0FFIC1ËEL ORGAAN VAN DE J«
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK
TE UTRECHT.
1
REDACTIONEEL GEDEELTE.
EEN GROOT SUCCES.
NOG EENIGE OPMERKINGEN
AANGAANDE HET BORG
FONDS.
No. 10
APRIL 1924
Negende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement fo.50 per jaar.
Losse nummers 10 Cent.
franco per post.
Redactie en Administratie:
DRIFT 13 UTRECHT.
Teleph. Interc.^ No. 1705.
INHOUD VAN DIT NUMMER:
I. Kennisgeving'. II. Redactio
neel gedeelte: a. Een groot
succes, b. Nog ©enige opmerkingen
over het Borgfonds (artt. 13 en 19).
c. Wat doet men bij het overlijden
van een borg? (Slot), d. Gemeente
en Boerenleenbank, e. Een zedelijk
verschil tusschen Coöperatie en
Naamlooze Vennootschap, f. Over
zicht Geld- en Effectenmarkt. III.
U i t onze Boerenleenbanken:
De Centrale Bank en de Boerenleen
banken (ingezonden) (met antwoord
redactie). IV. Advertentiën.
KENNISGEVING.
Het Bestuur der Centrale Bank
maakt heden bekend dat het onder
goedkeuring van den Raad van Toe
zicht definitief tot directeur heeft
benoemd, de Heer Jhr. Mr. W. C.
Hooft Graefland, die reeds tijdelijk
in deze functie optrad.
In de vacature in de directie, ont
staan door het overlijden van den
heer C. F. G. W. van den Hurk,
wordt niet voorzien. Wel is in zijne
functie van Hoofd-Inspecteur voor
zien door de benoeming van den
heer Th. J. Visser, die reeds gerui-
rnen tijd plaatsverv. Hoofd-Inspecteur
was.
Duitsche Bankbilletten.
Intrekking van billetten van
10 en 100 billioen.
Bovengenoemde billetten worden
ingetrokken.
Tot 20 April 1924 behouden deze
billetten hun geldigheid als wettig
betaalmiddel. Van dien datum af
kunnen ze uitsluitend aan het hoofd
kantoor der Rijksbank te Berlijn
worden ingeleverd.
Met 20 April 1925 eindigt voor de
Rijksbank de verplichting tot inwis
seling.
Daarvan mogen we inderdaad spre
ken. Immers de collecte voor onze
Banken te Oude-Wetering en Ter-
bregge heeft aan de hoogste ver
wachtingen beantwoord.
Slechts een paar banken weiger
den, niettegenstaande herhaald aan
dringen, om een gift af te zonderen.
De voorwaarden, waaronder die
bedragen, vermeerderd met een even
groot bedrag uit de kas der Centrale,
zullen worden afgedragen, zullen nog
nader worden overwogen ten daarna
aan de beide banken, voor welke die
gelden bestemd zijn, worden voor
gelegd.
We vertrouwen, dat ook dit voor
elkander zal komen en dan zullen
die gelden per 1 Januari j.1. in haar
credit worden geboekt.
(Art. 13 en 19 van het Reglement.)
Art. 13. Door het Waarborg
fonds zal aan de bij de Centrale aan
gesloten banken van af 1 Januari
j.1. worden vergoed de premie van
verzekeringen tegen brand, inbraak,
diefstal of berooving, door haar bij
particuliere maatschappijen gesloten,
doch slechts tot den datum,
waar o p dergel ij ke verzek e-
ringen kunnen worden be
ëindigd.
Dat wil zeggenOnze banken moe
ten die verzekeringen zoo spoedig
mogelijk beëindigen. Gedurende den
termijn, waarop deze nog loopen (nog
niet kunnen worden beëindigd),
wordt de premie door het Waarborg
fonds vergoed.
Wanneer die verzekeringen een
einde kunnen nemen, moet uit de
polissen dier maatschappijen blijken.
Deze moeten er dus op worden na
gezien.
Kan ©ene Bank er soms niet uit
wijs worden, dan zende ze ons de
polis op.
Het is logisch, dat bet Waarborg
fonds niet langer die premie's ver
goedt, dan noodzakelijk is.
Immers die verzekeringen zijn niet
meer noodig. (We wijzen er hier nog
op, dat brandverzekering van huis-
peroeelen, pakhuizen, enz. niet onder
het Waarborgfonds valt en voor deze
dus de reeds elders gesloten verzeke
ring moet blijven doorloopen).
Tegen inbraak en diefstal zijn tal
van banken aangesloten bij ons col
lectief contract, indertijd gesloten met
de Verzekeringsmaatschappij „de
Hermandad" te Utrecht.
Deze verzekering behoeven onze
banken niet op te zeggen. De-Cen
trale heeft dat collectief contract op
gezegd tegen den datum, waarop het
eindigt, n.1. 1 Juli 1925.
Dan loopen alle verzekeringen bij
„de Hermandad" af. Tot zoolang be
taalt verder het Fonds de premie.
Wat we dus boven stelden over
de opzegging geldt voor alle assu-
rantiè's, in het Reglement van het
Waarborgfonds bedoeld, behalve wat
betreft de inbraak-, diefstal-verzeke-
ring bij „de Hermandad", waarvoor
het Fonds zorgt.
Art. 19. In dit artikel (men vindt
het Reglement in het Maartnummer
der Raiffeisen-Bode) wordt gezegd,
dat de Commissie er rekening mede
moet houden of de voorschriften be
treffende beheer, toezicht en admini
stratie, als anderszins gegeven, zijn
nagekomen.
Hiet ligt voor de hand, dat de Cen
trale Bank nadere voorschriften geeft,
speciaal betreffende punten, die tot
dusver niet algemeen geregeld waren,
als b.v. het bedrag der door de
kassiers te stellen zekerheid.
We zullen hierover handelen, als
©en en ander nader is vastgesteld.
WAT DOET MEN BIJ HET
OVERLIJDEN VAN EEN
BORG?
(Slot.)
In ons vorig artikel over dit onder
werp 1) hebben wij trachten aan te
toonen, dat héUals regel wenschelijk
en zelfs noodig is, dat bij het over
lijden van een borg een nieuwe borg
1) Zie de Raiffeisen-Bode van
Maart.