5o
DE RAIFFEISE N-B ODE.
verre, de voorschriften door of van
wege de Centrale Bank ten aanzien
van beheer, toezicht en administra
tie der bij haar aangesloten ver-
eenigingen, als anderszins gegeven,
zijn nagekomen.
Zij zal daarbij tevens in aanmer
king nemen alle omstandigheden,
waardoor de schade is veroorzaakt.
Artikel 20.
De Commissie geeft van haar be
slissing kennis aan het Bestuur van
het Waarborgfonds en aan de be
trokken vereeniging binnen veertien
dagen, nadat deze beslissing is ge
nomen.
Artikel 21
Bij het eindigen van het lidmaat
schap der Centrale Bank, vervalt ook
dat van het Waarborgfonds, terwijl
geen terugbetaling der gestorte be
dragen door de betrokken vereeni
ging kan worden gevorderd en elk
recht 'op het vermogen van het
Waarborgfonds en op eenige uit-
keering zonder voorbehoud vervalt.
Artikel 22.
Dit Reglement kan door de Al-
gemeene Vergadering van leden van
het Waarborgfonds te allen tijde
worden gewijzigd en herzien.
1 1
TOELICHTING.
Artikel 1 geeft aan het doel
van het fonds.
Naar men ziet, is ook het risico
van brand opgenomen, zulks om
aan veler wensch te voldoen.
Het fonds vergoedt géén schade
aan de Centrale Bank zelve, zooals
men kan opmaken uit de woorden
„laatstbedoelde vereenigingen'.''
Uit de laatste zinsnede blijkt dat
slechts verliezen aan geldswaarden
vergoed worden. Wordt dus door
brand het gebouw eener Bank ver
woest, dan vergoedt het fonds al
leen de verloren gegane geldswaar
den (waaronder natuurlijk ook ef
fecten), doch niet de schade die
de Bank lijdt, doordat haar gebouw
verwoest is.
Aan b. zijn op het in de algemeene
vergadering uitgesproken verlangen
toegevoegd de woorden: „of van be
stuursleden, die het kasbeheer waar
nemen''. Dit, om te maken, dat ook
de schade, die eene Bank lijdt door
fraude van een bestuurslid, dat op
treedt als plaatsvervanger van den
kassier, uit het fonds vergoed kan
worden. Het spreekt van zelf, dal:
dit bestuurslid de fraude moet heb
ben gepleegd tijdens en in verband
met zijn werkzaamheid als plaatsver
vangend kassier.
De laatste woorden van het arti
kel „alles11; in den ruimsten zin ge
nomen" dienen om de: Commis
sie, bedoeld in art .16, gelegenheid
te geven, naar billijkheid te kunnen
beslissen, zonder gebonden te zijn
aan eng begrensde begrippen. Op
de algemeene vergadering is reeds
uiteengezet, dat deze clausule het
mogelijk maakt, om onder „.inbraak"
te begrijpen het geval, dat iemand
de brandkast opent met den echten
sleutel, 'dien hij b.v. van den kas
sier gestolen heeft. Zoo zal de com
missie daardoor ook de vrijheid heb
ben een vergoeding toe te kennen,
wanneer schade is ontstaan door een
ontploffing, of door het inslaan van
den bliksem, zonder dat brand daar
van het gevolg is.
Stond de besproken clausule niet
erbij, dan zou men met eenig recht
kunnen beweren, dat deze gevallen
niet onder het begrip „brand" val
len. Ook - kan nu een vergoe
ding toegestaan worden, wanneer
b.v. de kassier geld van het kantoor
mee naar huis moet nemen, omdat
dit den volgenden morgen zeer vroeg
door hem moet worden uitbetaald,
en 's nachts breekt in zijn huis brand
uit, waarbij het geld verloren gaat.
Genoeg om te doen zien, dat de
laatste woorden van artikel 1 niet
de minst belangrijke zijn.
Artikel 2 verwijst naar art. 54
van de Statuten der Centrale Bank,
dat de mogelijkheid van fondsvor
ming geopend heeft Verdere toe
lichting hierop is wel overbodig.
Uit artikel 3 blijkt dat het fonds!
een zelfstandige instelling is (die ook
rechtspersoonlijkheid bezit). Dat
het in nauwe relatie staat tot de Cen
trale Bank, blijkt echter voldoende
hieruit
leden van het fonds leden der
C. B. 1); bestuur van het fonds
bestuur der C. B.; R. v. T. van het
fonds R. v. T. der C. B.
Artikel 4 behandelt de inkom
sten van hetfonds. Deze bestaan
uitI
ie. de premie's, te betalen door de
Locale Banken;
2e. de contributie van f6.000.van
de Centrale Bank;
3e. eventueele omslagen.
Artikel 5 geeft aan de wijze,
waarop de grootte der premie be
paald wordt. Dat hierbij slechts re
kening gehouden wordt met eindcij
fers van de balans tot hoogstens i
millioen, staat in verband met de
bepaling van artikel 14, dat het maxi-
Imum der uitkeering in geval van
fraude f 100.000. is.
Uitgenomen hen, die persoon
lijk lid zijn der C. B.
Artikel 6 bepaalt, dat storting
en premie-betaling op zullen houden,
wanneer het fonds de hoogte van
drie ton bereikt heeft.
Volgens artikel 9 zal de rente
het fonds echter blijven versterken.
Mocht het daardoor ten slotte te
hoog worden, dan kan de leden
vergadering van het fonds er altijd
een andere bestemming aan geven,
door middel van een reglementswij
ziging, welke volgens artikel 22 im
mer mogelijk is.
De artikelen 7, 8, 10 en 11
spreken wel voor zich zelf.
Volgens artikel 12 kan bij
brand, enz. de g e h e e 1 e schade ver
goed worden, in tegenstelling met
het geval van fraude, waarvoor de
schadevergoeding door artikel 14
begrensd wordt: drie vierde van het
bedrag der schade, en hoogstens
f 100.000.Wanneer dus een Bank
door fraude f 80.000 verliest, wordt
hoogstens f 60.000 uit het fonds ver
goed. In tegenstelling met de mee
ning van sommige sprekers ter alge
meene vergadering, blijft er dus
reden genoeg om te zorgen,
dat de kassier een behoor
lijke zekerheid stelt.
Behalve een vaste grens voor de
schadevergoeding ingeval van
fraude, stelt artikel 14 ook nog een
grens, die afhangt van bepaalde om
standigheden, namelijk hoeveel ver
kregen wordt van den betrokkene zei
ven en van diens borgen (of an
dere zekerheid.)
Dat artikel 13 opgenomen is,
staat in verband met de laatste zin
snede van artikel 12. De billijkheid
ervan is duidelijk.
Ook artikel 15 spreekt voor
zichzelf.
De artikelen 16 tot en met
20 behandelen de Commissie, welke
over de schadevergoeding beslist en
de door haar te volgen werkwijze;
In artikel 18 is, op het duidelijk in
de algemeene vergadering tot uiting
gekomen verlangen, opgenomen het
recht van beroep op Bestuur en
Raad van Toezicht. Déze vormen
te dier zake één college (het is dus
niet zóó, dat men eerst m beroep
kan gaan bij het Bestuur en daarna
nog eens bij den Raad van Toezicht).
Een zeer belangrijke bepaling is
artikel 19. Zij dient om de zor
geloosheid, die anders zoo
licht uit eene verzekering
kan voortspruiten, te voor
komen. Is de Bestuurscontróle dus
slecht geweest bij een 'Bank, zijn de
raadgevingen van de Inspectie in
den wind geslagen, dan zal de Com
missie zeer zeker de in verband