1) E R A I E V E I S E N-B O D E. ninger Mij. van Landbouw, welke haar afzetgebied van voederartike- len en kunstmeststoffen voornamelijk hebben onder de1 Landbouwvereeni- gingen. Tot de tweede groep behooren o .a 1Zuivelfabrieken, Aardappelmeel- en Stroocartonf abrieken, welke van den landbouwer grondstof fen voor haar fabrikaat be trekken. 2. Centrale Verkooporganisaties van Zuivelproducten als Natio nale Coöp. Zuivelverkoop Cen trale en de Geldersch-Overijsel- sche Zuivelverkoopvereeniging, welke de boter van de bij haar aangesloten fabrieken ten ver koop ontvangt. 3. Groninger Zaadtelersvereeni- ging, welke zorgt voor verkoop van de, aan haar door landbou wers geleverde zaden. De eerste groep Vereenigingen zal vorderingen krijgen op, de tweede groep betalingen moeten doen aan landbouwers of Vereenigingen, le den of niet-leden van Boerenleen banken.' In onze artikelen over het Giro- verkeer hebben we reeds in hoofd trekken aangegeven hoe deze vor deringen en schulden op eenvoudige en voordeelige manier zijn te ver effenen. Nu van dit betalingsverkeer meer en meer wordt gebruik ge maakt achten wij het wenschelijk meer jn bijzonderheden te treden. Vooreerst dan de vereffening van de schulden, welke landbouwers of Vereenigingen krijgen aan Vereeni gingen, welke bij de Centrale Bank in rekening staan. De schuldenaars onderscheiden we in leden en niet-leden van onze Boe renleenbanken. Leden van een Boerenleenbank, welke daar een loopende rekening hebben, kunnen hunne betalingen doen, door de Boerenleenbank te verzoeken uit hunne rekening het verschuldigde bedrag over te schrij ven op de rekening van de betrok- en Vereeniging-leverancier, gehou den bij de Centrale Bank. Aan die leden worden beschikbaar gesteld boekjes, inhoudende 25 rose formulieren. Deze boekjes zijn verkrijgbaar bij de Centrale Bank. Het formulier bestaat uit twee ge deelten, de rechterhelft wordt onder teekend door het lid en houdt het verzoek tot overschrijving in, de lin kerhelft wordt onderteekend door den kassier der Boerenleenbank en vermeldt, dat de rekening van het lid is belast met het bedrag der over schrijving. Dit onderteekend gedeelte, het welk in het boekje blijft zitten, kan als bewijsstuk dienen, dat het lid zijne betaling deed door middel van de Boerenleenbank. I11 het rekening-courantboekje van het lid wordt het bedrag afgeschre ven van het tegoed of bijgeschreven bij zijn schuld. De kassier der Boerenleenbank, die de opdracht tot overschrijving heeft ontvangen vult daarna een grijs formulier in. De boekjes met deze formulieren zijn eveneens verkrijg baar bij de Centrale Bank. Hij zendt het formulier, waarin verzocht wordt, uit de rekening van de Boerenleenbank het bedrag over te boeken naar de rekening van de betrokken vereeniging-leverancier, op naar de Centrale Bank. Hij noemt daarin den naam van het betrokken lid, dat hem de opdracht heeft ge geven. De Centrale Bank zorgt, na ont vangst van dat formulier voor de overschrijving en zendt de Boeren leenbank daarvan bericht. Wat moet van deze handelingen geboekt worden in liet Dagboek? Bij ontvangst van het door het lid onderteekende rose formulier wordt geboekt in kolom 10 en 13 het bedrag, vermeerderd met de kosten aan het lid in rekening gebracht en in de omschrijvingskolom den naam van het betrokken lid. Bij verzending van het grijze for mulier naar de Centrale Bank: I11 kolom 5 en 8 het bedrag, daarin genoemd; in de omschrijvingskolom „Centrale Bank,"» terwijl in kolom 5 en 9 het bedrag der kosten wordt geschreven, aan het lid in rekening gebracht. De overboekingen in het groot boek behoeven geen nadere toe lichting. De dag, waarop de rente ingaat van het bedrag afgeschreven uit de rekening van de Centrale Bank, wordt in grootboek III ingevuld na ontvangst, van de kennisgeving der Centrale, dat de opdracht is uitge voerd Niet-leden der Boerenleenbanken zullen in het algemeen geen rekening- hebben bij de Boerenleenbank, kun nen dus niet „gireeren," maar kunnen daar storten in contanten en ver zoeken de gelden over te maken naar de Centrale voor rekening van hun ieveranciers. Voor deze stortingen moeten zij kwitanties hebben. Wij hebben daar voor nieuwe formulieren laten ma ken (form. 10a) welke in boekjes van 25 a 50 stuks verkrijgbaar zijn. De formulieren bestaan uit twee gedeelten. De linkerhelft, door den storter te teekenen blijft in het boekje. Na de storting vult de kassier een grijs-formulier in, geheel op dezelfde wijze als boven omschreven en zendt het op aan de Centrale Bank. De bedragen der stortingen be hoeven niet te worden opgezonden. Men kan ze, evenals andere stortin gen in contanten geheel als eigen kasgeld beschouwen en als gewoon lijk naar de Centrale Bank in ronde bedragen zenden, hetgeen men niet noodig heeft. Het bedrag van elke storting- wordt geboekt in kolom 5 cn 8, terwijl men in de omschrijvingsko lom schrijft „Centrale .Bank." Den naam van den storter zou men in de kolom „Bemerkingen" kunnen schrijven. Kosten, welke hem in rekening- gebracht zijn, worden geboekt in kol. 5 en 9. We merken nog op, dat voor ver zoeken om overschrijvingen ten gun ste van het Centraal Bureau niet de g r ij z e maar de bakende ge 1 e formulieren moeten gebruikt worden. De behandeling van stortingen en overschrijvingen ten gunste van re keninghouders van aangesloten Boe renleenbanken en van instellingen, welke noch een rekening bij de Boe renleenbank, noch een rekening bij de Centrale hebben,, geschiedt bij de Boerenleenbank, geheel op dezelfde wijze als boven, om schreven. De Centrale Bank zorgt wel, clat de gelden terecht komen, waar ze moeten zijn, hetzij door mid del van den Postchèque- en Giro dienst, hetzij door middel van an dere bankinstellingen. Een volgende maal iets over de uitbetalingen en overschrijvingenten laste van Vereeniging-rekeninghou- ders bij de Centrale ten gunste van landbouwers en Vereenigingen. HET WAARBORGFONDS. Wij laten hieronder volgen de of- ficiëele tekst van het Reglement op het Borgfonds, zooals deze is vast gesteld op de Buitengewone Alge- meene Vergadering van 18 Decem ber 1923, benevens eene toelichting daarop. Reglement, bedoeld in art. 54 der Statuten van de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Bank, gevestigd te Utrecht. Artikel 1 De Coöperatieve Centrale Raif feisen-Bank, gevestigd te Utrecht en de bij haar aangesloten vereenigin-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 2