IN MEMORIAM C. F. G. W. VAN DEN HURK, OFFICIËEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RA1FFEISEN-BANK TE UTRECHT. 8 FEBRUARI 1924 Negende Jaargang DE RAIFFEISEN-BODE Verschijnt den eersten van iedere maand. Abonnement fo.50 per jaar. Losse nummers 10 Cent. franco per post. Redactie en Administratie: DRIFT 13 UTRECHT. Teleph. Interc. No. 1705. HOOFD-INSPECTEUR - DIRECTEUR DER COÖP. CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT. RIDDER IN DE ORDE VAN ORANJE-NAUSSAU. Weinig had ik gedacht, dat, toen op den I2en Juni 1923 het 25-jarig bestaan der Coöp. Cen trale Raiffeisen-Bank allhier werd herdacht en gevierd en ik in mijn toen gegeven Terugblik ook aan onzen hooggeachten Hoofd-In- specteur-Directeur eenigewaar- deerende woorden wijdde, naar aanleiding van hetgeen hij steeds bijna van de oprich ting af voor onze bank ge daan heeft, nauwelijks een half jaar later, de pen door mij zoude worden ter hand geno men om de droeve plicht té vervullen, een woord ter zijner nagedachtenis te schrijven. En toch die man, die sedert vele jaren een en al met onze instelling medeleefde, aan wiens groote en degelijke medewer king de bank mede voor een niet gering deel haren opbloei en uitbreiding te danken heeft, die op zoo juiste manier steeds het verband tusschen allen die tot onze organisatie behoorden en hare bestuurders wist gaande te houden en te be waren, en daarvoor onverdro ten telkens en telkens naar alle oorden van 't land toog, om, door persoonlijke besprekin gen en onderzoekingen op de hoogte te blijven van wat er in onze zoo groote organisatie omging, die man, die nog tot voor een paar weken ook immer onze bestuursvergaderingen bij woonde en daar de vraagbaak was voor alles, wat er in den lande in onze organisatie voorviel, die man is nog in de kracht van 't leven ons ontvallen. Een woord van hulde zij hem hier alsnog gebracht voor het vele dat hij gedaan heeft en voor de uitnemende wijze waaTop hij het deed. En wanneer ik dat woord van hulde neerschrijf, dan weet ik, dat ik daarmede weerklank zal vinden in de harten van zoovelen, die tot onze organisatie be- hooren, om dat die allen met mij gevoelen, dat er iemand van ons is heengegaan, die bij een helder en schrander hoofd, ook een edel en g'evoelig hart had, dat warm klopte zoowel voor onze instelling in haar geheel, als ook voor allen die daarbij aangesloten waren in 't bijzonder. Daarbij geen dorre man, die uitsluitend opging in drooge be- lansen, rapporten, staten en cij fers, doch ook een opgewekt man, die gezelligheid en vroolijkheid aan werkzaamheid wist te paren. Hoe zie ik hem nog voor mij, toen hij bij het 25-jarig bestaan onzer bank een en al feestvreugde was en van dat feest ik zoude haast zeg gen op zoo'n bijna kinder lijke wijze genoot. Inderdaad met Van den Hurk is er iemand van ons heengegaan, die, zoowel door zijne gaven van hoofd, als door zijne gaven van hart, een groote kracht was in onze or ganisatie. Moge 't ons gegeven zijn, om zijne nagedachtenis te eeren door de band, die voor een groot deel door zijn werk itj onze organisatie is gelegd en die de grondslag uitmaakt van onze onmisbare saamhoorig- heid, steeds in stand te houden en zulks tot voortdurenden bloei van onze zoo groote en nuttige instelling. Ik ben er van overtuigd, dat onze bank geen betere en schoonere eerzuil op zijn graf kan oprichten, en Van den Hurk hoorde hij nog spre ken zijne innige waardeering daarover zoude te kennen geven. Namens Bestuur en Raad van Toezicht, F. A. R. A. BARON VAN ITTERSUM.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 1