DE RAIFFEISENBODE. langzaam gaat en ook te duur is. Wij moesten b.v. onlangs voor het innen van één kwitantie onder den rook van een der hoofdsteden elf gulden incassoloon betalen. Dat was volgens tarief. Ons kwatn dat echtei eene veel te hooge belooning voor. Maar bovendien gaat het toch niet aan, dat eene coöperatieve aankoop- vereeniging, een zakenman (of een boer, die toch ook wel eens vorde ringen heeft te innen! geld leent of in bewaring geeft bij eene Boeren leenbank en zich voor andere Bank zaken, als het innen van zijne vorde ringen, tot eene Commercieele Bank instelling wenden moet. Deze kaat sten bedanken daarvoor dan ook in zoo'n geval tegenwoordig dikwijls al. Maar dan is het ook noodig, dat alle, maar d'tn ook allo zes honderd en zoovoet Boerenleenbanken daar aan hunne medewerking verleenen Wanneer dat eens werkelijk ge beurde; als alle kassiers eens bereid gevonden werden voor het innen van de kwitantie's zorg te dragen, wat zouden we dat dan vlug en goedkoop kunnen doen en wat zouden daarmee tal van leden en van coöperatieve vereenigingen welke meestal groo- tendeels uit leden van de Coöpera tieve Boerenleenbanken bestaan!, ge baat zijn. Komt nu collega's, laten we nu eens probeereu wat er met waarach tige coöperatie te bereiken is, nu eens niet eerst en altijd denken en schrijven over de salarissen, maar ook trachten van de coöperatie, in wier dienst we ons nu immers toch eenmaal hebben gesteld, te maken wat er van te maken is. Velen doen dat natuurlijk reeds, maar nog lang niet allen. Degenen die dat tot nu toe niet deden zou ik willen toeroe pen, neen, beleefd willen uitnoodi- genbegin dan nu met aan de Cen trale Bank mede te deelen, dat ge van nu af met het incasseerein van kwitantiën wilt belasten. De Centrale Bank zal zeer zeker met genoegen zulk eene tijding' van U tegemoet zien en er t.z.t. gaarne een dankbaar gebruik van maken. Mijnheer de Redacteur, er zal nog wel meer voor ons zijn te doen. Ik' meende echter goed te doen op rdeze zaak eens even de aandacht te ves tigen, in de hoop, (daardoor weder een stap nader te komen tot ons doel. Met dank voor de plaatsruimte, teekent Hoogachtend. W. M. v. d, ZWAARD, Kassier. Aalsmeer, 30 Nov. 1923. Redactie Raiffeisen-Bode Utrecht. M.M. Zoudt U in het eerstvolgend num mer der Raiffeisen-Bode voor on derstaande eenige ruimte willen af staan? Bij voorbaat dank daarvoor. Op de vergadering van den Ring „Overijssel" v an 2 Juni l.l. werd bij de rondvraag een schrijven behan deld door êen kassier ingezonden, die zelf niet ter vergadering kon kernen, waarin een uiteenzetting werd gegeven van zijn positie, in verband met een ernstige ongesteldheid, die hij had doorstaan en waarvan hij nog niet was genezen. „Sluit de kas sier de oogen, clan sluit de bank) die hij diende, de beurs. Verzekering van weduwen en weezen moet aan den werkkring van den kassier ver bonden worden", was het slot van dat schrijven, in aansluiting daarop bracht een andere kassier ter sprake de oprich ting van een Bond van Kassiers over Nederland, met provinciale afdee- lingen. Eén en ander gaf mij aanleiding tot het bestuur der Centrale Bank de vraag te richten wat "hunne mee ning" was over een Bond van Kas siers. waarvan het streven allereerst zou zijn, een blijvende goede ver standhouding met de besturen der locale banken en het bestuur der Centrale bank. Het antwoord daarop was: „Wij moeien l* mededeelen voor een der- gelijken Bond niet zeer veel te ge voelen, vooral ook in verband met de Ringen en het Ringverband' Dit antwoord heeft bij mij de mee ning doen ontstaan dat de Ringen het aangewezen lichaam zijn, waar nevens de belangen der locale ban ken en dat van de Centrale Bank, ook de belangen der kassiers kunnen besproken worden. Iti die meening blijk ik niet alleen te staan, daar op de laatst gebonden Hestuursverga - dering van den Ring „Overijssel'' be sloten is, op de eerstvolgende leden- i vergadering deze kwestie aan de orde te stéllen niet alleen, maar ook an dere Ringbesturen te verzoeken hun aandacht te schenken aan de belan gen van hen, die wel eens genoemd zijn ,,de niivere bijen in den bijen korf. die Centrale Bank" genoemd wordt, of ook wel „de wielen van den wagen waarop de Centrale Bank rijdt". P. PAPENHUYZEN Czn.. Secretaris Ring Overijssel. Diepenveen, 12 Dec. 1923. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode. Toen ik als afgevaardigde van den Ring van Boerenleenbanken „De Rijnstreek" de laatstgehouden Bui tengewone Algem. Verg. van de Cen trale Bank "te Utrecht bijwoonde, deed het mij bijzonder aange naam aan, dat punt 3 van de agenda zoo spontaan werd aange nomen. Alleen bleek er nog eenige vrees over, of wel alle loc. Banken vrijwillig de door deze regeling voor gestelde bijdragen zouden storten. Nu was mij opgedragen als afge vaardigde van den Ring, onr, indien het mijn gevoelen was, aan de hand van de omtrent dit punt van de agenda gevoerde discussie, dat het voorstel eenigszins in het gedrang kwam, er ook het woord over té voeren en het warm aan te bevelen, vooral omdat de bank te Oude We tering lid was van onzen Ring en dit zoodoende reeds meerdere naaien een punt van bespreking had uitge maakt op onze Ringvergaderingew, waarbij het telkens bleek, dat deze zaak toch zoo spoedig mogelijk tot een goede oplossing moest worden gebracht ter wille van onze geheels organisatie. Ik vroeg dan ook nog om het woord, maar, daar de ge achte Voorzitter en mijn inziens zeer terécht) den sprekers de vraag stelde, of zij nog nieuwe gezichtspunten had den omtrent deze voorstellen, zag ik er van af, daar volgens mijn meening de zaak zelf al z.00. schitterend door den Voorzitter en verschillende sprekers was verde digd, dat het voorstel er wel gemak kelijk zou door gaan. wat dan ook geschiedde. Maar het kan, met een 'enkel woord misschien, zijn nut nog hebben, dat ik vermeld wat op onze Ringvergadering werd gezegd over deze zaak, vooral met het oog daar op, als er soms nog enkele banken zouden zijn. die zouden meenen, zich te moeten onttrekken aan de in dezen aangenomen regeling van vrijwillige bijdragen, waar toch het koele slagen van de regeling van afhangt. Om nu dien banken eenigszins een beeld te geven van den toestand in de omgeving, waar zulke fraude heeft plaats gehad, diene, dat op de verga dering van onzen Ring „De Rijn streek'' door verschillende afgevaar digden werd verklaard, dat. daar er af zoo 'n geruime tijd verliep, eer de zaak ..fraude, Bank Oude Wete ring." op een voor de aansprakelijke leden gunstige wijze kon worden af gewikkeld, er zich bij verschillende locale Boerenleenbanken, a! was het dan nog wel sporadisch, enkele van de meest gegoede leden van hun I bank het lidmaatschap hadden op-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1924 | | pagina 6