;s Uit onze Boerenleenbanken 20 DE RAIFFEISEN-BODE. mogensbelasting, of wel voor meer dan f3000 in de Rijksinkomsten-be lasting is aangeslagen, valt hij er niet onder. Bovendien is het kassierschap in de meeste gevallen eene nevenbe trekking cn het daaraan verbonden salaris eene bijverdienste. Ook dan is de Bank niet verplicht te verze keren. Valt de arbeider wel onder deze wet, dan moet het' bedrag der premie betaald worden door het plakken van zegels op een rentekaart. Nu de Ongevallenwet. Volgens dezé wet worden werk lieden in verzekeringsplichtige be drijven" verzekerd tegen de gelde lijke gevolgen van „ongevallen." Hier wordt dus verzekerd tegen „ongevallen," iets van tijdelijken aard, bovendien „in verband met" hunne dienstbetrekking overkomen, terwijl de Invaliditeitswet verzekert tegen „invaliditeit en ouderdom,' een voortdurende toestand. Ook bij de Ongevallenwet betaalt de werkgever de premie, maar ont vangt de arbeider (in verband met den tijdelijken aard van het onge_ val) een schadeloosstelling of een uitkeering. Wij vermeenen, dat de Boeren leenbank niet onder deze wet valt, daar zij geen „bedrijf" in de zin dier wet uitoefent, immers niet werd op gericht, om winst te maken. -GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende October 1923. Gedurende deze geheele maand was de geldmarkt ruim. Prolongatie noteerde gewoonlijk onder de 3 'Vu Dat het geld ruim was blijkt ook het feit, dat bij de inschrijving op schatkistpapier en billetten de koers van toewijzing voor de staat zeer gunstig was. Het netiorendement voor de billetten die toegewezen wer den bedraagt ongeveer 3.1/2 °/o 's jaars. Zelfs de Novembertermijn, die anders het aanbod van geld eenigermate doet ophouden, had geen noemenswaardigen invloed. De wissel- en effectenmarkt werd meer dan ooit beinvloed door de vele ongunstige binnen- en buiten- landsche factoren. De chaos in Duitschland, de meer en meer on zekere politieke verhoudingen in dat land, de onbuigzame houding van Frankrijk drukten de wissel koersen. De mark heeft feitelijk geen waarde meer. De wisselkoersen te Amsterdam waren voor: 21) Sept. 15 Oct. 31 Oct. Berlijn 12 50 °-55 0.015 Lor. üen 1 1 - 5 73/4 11.5 4'A 11 54V4 Parijs 15 60 15.67- 15 175 Brussel 13 30 '3-45 13 025 Per milliard Mark. De markt daalde sedert 31 Octo ber nog meer, Op de effectenmarkt heerschte eveneens een weinig gun stige stemming door bovengenoemde factoren. Er werd bovendien veel over inflatie gesproken. De politieke omstandigheden werkten hiertoe mede. Men acht bezuinigingen weer moeilijker, derhalve ook het maken eener sluitende begrooting haast on mogelijk, en het gevaar voor inflatie weer grooter. Een en ander wordt sterk overdre ven, teneinde de verkoop van Nederl. fondsen te bevorderen en de aan koop van buitenl., vooral dollarfond- sen te bevorderen. Toch mag men wel aannemen, dat men de inflatie zal trachten tegen te gaan, zoodat er geen reden bestaat om zich al te ongerust te maken. De obligatiemarkt was over het algemeen flauw gestemd, enkele aan deden, in hoofdzaak oliewaarden, monteerden iets. De koersen der Staatsfondsen waren 29 SEPT. 15 OCT. 30 OCT. 6 o/0 Nederland 1922 A 5 o/o Nederland 1918 5 o/q Nederland 1919 4V2 Nederland 1916 41/2 Nederland 1917 4 o/o Nederland 1916 6 o/o Ned. Indië 1919 98 v/8 99' s 993/ 885/16 8S'/4 88 933 4 949/16 925/ S6'/4 87 'l2 87 82»/. S2'/16 82'/ 807/ 3 7 c16/ 16 9Ó7/„ 95 7/a 96 GIRO. Wij willen er nog eens op wijzen, dat wij in staat zijn alle mogelijke betalingen en, overboekingen ten verzoeke en ten behoeve der Boe renleenbanken uit te voeren en aan te nemen. ZEGELTJES PLAKKEN. De Boerenleenbanken zijn volgens voorschrift verplicht, plakzegels te plakken voor elke storting van spaar gelden boven f 10. Het zuiver spaarbankbedrijf is hiervan vrijge steld. Die plakzegels veroorzaken be halve den last ^an onze banken nog al heel wat onkosten. Onze bank heeft de plakzegels maar voor eigen rekening genomen, omdat dikwijls de betaling door spaarders vergeten of verzuimd werd. De een had geen dubbeltje in 1 den zak, een ander geen klein geld, enz., en zeker had den de meesten het land om plak- zegel te betalen. Nu is daar volgens „De Raiffei- sen-Bode" van Sept. 1.1. nog bijge komen, dat voor bijschrijving van rente boven f 10.ook geplakt moet worden. Nu zou ik willen vragen, waarom nu en vroeger niet? De wet is toch dezelfde gebleven; of worden wij in Nederland geregeerd volgens de wet, of naar de willekeur der belas ting-ambtenaren En welk verschil is er tusschen de spaarbanken der Boerenleenban ken en die welke zich voor zuivere spaarbanken uitgeven? Onze banken nemen spaargelden en leenen ze weer uit aan de Centrale Bank of aan particulieren; de zoogenaamde zuivere spaarbanken moeten toch het geld ook weer uitleenen, willen zij de rente aan spaarders kunnen vol doen. Over een en an'der zou ik gaarne de meening van de Redactie der Raiffeisenbode vernemen. Kamerik. G. LOMAN. NOOT REDACTIE. We kun nen ons wel verklaren, dat de ge achte inzender een hekel heeft aan het zegeltj.es plakken. En hij wijst zeer terecht op de onbillijkheid, dat gewone spaarban ken zegelvrij zijn en banken, die nevens het spaarbedrijf het crediet- bedrijf uitoefenen, ook voor dat spaarbedrijf aan zegelrecht on derworpen zijn. O.i. leidt dit inderdaad tot onbil lijkheid. Ook de z.g.n. zuivere spaar banken beleggen de bij haar gede poneerde gelden. De bedoeling van den wetgever is natuurlijk geweest, om min of meer philanthropische instellingen als Nutsspaarbank, Rijkspost spaarbank, enz. van die belasting

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1923 | | pagina 2