72 DE RAIFFEISENBODE de winst bedroeg f380.000, die bijna geheel bij de reserve komt. Deze reserve stijgt daardoor tot boven de millioen gulden. Andere groote bankinstellingen ondervinden nog bij voortduring de naweeën van de crisis, toen er veel geld was en er veel geld gegeven werd aan zaken, die gebaseerd waren op het maken van oorlogswinsten; een groot aantal dubieuse debiteuren verslindt thans hun bedrijfswinsten en doen verschillende banken wan kelen, waardoor deze weer overge leverd worden aan het groot bank kapitaal dat zich meer en meer con centreert. Het is zeker een gelukkig feit, dat de landbouw haar eigen finantieele organisatie heeft, die vooral in ongunstige tijdén het on heil niet nog grooter maakt. Veen, 17 Mei 1923. Aan de Redactie van de „Raiffeisen-Bode". M. M.l Naar aanleiding van het geschre vene door den heer Verkley, voor zitter der boerenleenbank te Rijp- wetering, in de „Raiffeisen-Bode" van de maand Mei j.1. omtrent de salarisregeling van den kassier zoo wil ik hierbij opmerken, dat dan door de oprichters onzer bank in 1922, het minder gewenschte der bepaling in de concept-statuten, omtrent het vaststellen van het salaris van den kassier door de ledenver-i gadering, is ingezien. Artikel 25, alinea 6 onzer Statuten is dan ook met goedkeuring van de centrale bank, in afwijking van de concept statuten aldus gewijzigd: „Zijn salaris wordt door het bestuur in overleg met den raad van toezicht jaar- lijksch bepaald." De leden hebben in het algemeen weinig hoogte van de vele werkzaam heden van den kassier, en niemand is beter bevoegd hierover te oordee- len dan bestuur en raad van toezicht, welke voortdurend met den kassier en zijne administratie in aanraking komen. Hoogachtend, JAC. v. d. POL, kassier boerenleenbank Veen (N.-Br.). NOOT REDACTIE. Ook in de nieuwe concept-statuten voor de Boerenleenbanken is de salarisregeling van den kassier aan de algemeene vergadering onttrokken. KASSIERS, KIEZERS VOOR DE KAMER VAN KOOPHANDEL. 9 Mei 1923. Uit mijne onderzoekingen is ge bleken, dat tot gisteren alleen bij de Kamer van Koophandel voor Arnhem en omstreken de kassiers op de kie zerslijst voorkomen. In Utrecht staan zij er niet op, in Alkmaar vertoonen zich alleen die kassiers op de kie zerslijst, die als „algemeen procu ratiehouder" waren aangegeven. Het is mij niet mogen gelukken een definitie te krijgen van het be grip „algemeen procuratiehouder". De Centrale, noch de Wet of het rechtsbegrip van advocaten, ook niet het Departement van Arbeid, Handel en Nijverheid zijn in staat een defi nitie van genoemde functie te geven. Bleef dus niets anders over, dan na te gaan welke bevoegdheden in het algemeen aan een algemeen procu ratiehouder ter plaatse, waar hij die titel draagt, worden toegekend. Daarbij is mij gebleken, dat van een „algemeene" procuratie, zooals een gewoon mensch zich die denkt, geen sprake is. Nergens mag een alge meen procuratiehouder doen, alles wat hem belieft, maar moet daartoe ruggespraak houden met dito be titelde collega's, meestal de zaak ge heel ter afdoening overgeven aan een directeur of de directie. Daarop heb ik in de Kamer van Koophandel voor Friesland in het licht gesteld, welke werkkring, welke bevoegdheid en welke rechten onze kassiers bezitten en betoogd, dat zij in geen opzicht staan beneden, maar meestal zelfs verre uitsteken in macht boven hen, die zoo in het algemeen „algemeen procuratiehouder" heeten. Van het desbetreffende departement is hierna bericht ontvangen dat „een maatstaf daarvoor dezerzijds uiteraard niet is te geven. De kamer zal binnen de grenzen van art. 3 eerste lid der wet elk geval op zich zelf hebben te beoordeelen" Bedoeld artikel luidt: „De leden der kamer worden gekozen door hen, die in het handelsregister van het gebied der kamer voorkomen, hetzij {als hetzij als. hetzij als alge meen procuratiehouder of algemeen gevolmachtigde bij een ingeschreven handelszaak." Aan de Kamer van Koophandel voor Friesland heb ik daarna ver zocht de kassiers der Coöp. Boeren- leenbankén op de kiezerslijst te plaatsen, en deze kamer, in aanmer king nemende, dat de kassiers, hoe wel niet getooid met den „naam" van algemeen procuratiehouder, in alle opzichten met de aldus gerid- derden op één lijn moeten worden gesteld, heeft heden met alge meene stemmen besloten, de kas siers van Friesland op de kiezerslijst te plaatsen, i Moge dit gerechtvaardigde succes overal elders alle kassiers der Coöp. Boerenleenbanken zoo spoedig mo gelijk tot kiezers voor de Kamers van Koophandel doen promoveeren. Hoogachtend, B. BUIS, Arts, voorzitter Ring Leeuwarden, lid van de Kamer van Koop handel voor Friesland- NOOT REDACTIE. In Utrecht staan vele kassiers wel op de -kiezerslijst naar ons bij per soonlijk onderzoek is gebleken- In Hilversum is dit ook het geval. De kwestie is inderdaad: Alge meen procuratiehouder of niet. In de Statuten van vele Boerenleenban ken liggen dergelijke bepalingen vast, dat vele kamers de kassiers niet als algemeene procuratiehouders be schouwen. We zullen nader op de zaak terug komen. Aan de Redactie van de „Raiffeisen-Bode" te Utrecht. Weled. Geboren He-eren I Uit de „Noot der Redactie", voor komende in het Mei-nummer van de „Raiffeisen-Bode" en geplaatst on der 'het ingezonden stuk van -den Heer N'. P. Verkley, Voorzitter van het Bestuur der Raiffeisen-Bank te Rijpwetering en waarmede het Be stuur onzer Bank volkomen instemt, blijkt ons, dat eene nieuwe druk der concept-statuten voor de Boerenleen banken in wording is. Gaarne zou het Bestuur onzer Bank U in over weging willen geven, ook het be paalde bij Art. 43 sub 7 der Statuten n.1. het vaststellen en wijzigen van den rentevoet niet meer aan de alge meene vergadering over te laten, doch dit voortaan op te dragen aan het Bestuur in overleg met den Raad van Toezicht of aan het Bestuur alléén. Hoogachtend, Uw dw. dnr, D. GORTER, kassier der Coöp. Boeren leenbank op Ameland. NOOT REDACTIE. We kunnen mededeelen, dat in de nieuwe concept-statuten de boven- aangegeven regeling voorkomt. Geachte Redactie, Naar aanleiding van het redactio neel artikel: „Het optreden van coö peratieve ondernemingen als spaar bank," in de Raiffeisenbode van April, vraag ik beleefd eenige plaats ruimte. Bij voorbaat mijnen dank. In bovengenoemd art. wordt door de Redactie der Raiffeisenbode nog al bezwaren geopperd tegen de me thode der coöperatieve ondernemin gen om zich goedkoop bedrijfskapi taal te verschaffen, door de leden gelegenheid te geven, de te vorderen gelden voor hunne geleverde pro ducten tegen rentevergoeding te la ten staan, of spaargelden te depo- neeren. Waar hierover 't algemeen bij de coöperatieve aardappelmeel- en stroocartonfabrieken de onbeperkte aansprakelijkheid der leden in de statuten is vastgesteld, deel ik ten minste wat deze environs betreft, die

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1923 | | pagina 2