68 DE RAIFFEISENBODE wordt opgericht, om winst te maken. We deelden aan de betrokken ban ken mede, dat we de zaak nader zouden onderzoeken en er dan op zouden terugkomen. Het doet ons genoegen, te kunnen mededeelen, dat het Bestuur der Rijksverzekeringsbank blijkbaar onze opvatting deelt en de Boerenleen bank te den Bommel reeds van den aanslag heeft ontheven. Men verwarre de Ongevallenwet niet met de Invaliditeitswet. Voor de laatste geldt het „zegeltjes plakken". UITTREDING UIT EENE COÖPERATIE. In verband met het bovenvermelde willen we nog eens even nagaan, wat bedoeld wordt met de bepaling der Coöperatiewet, waarin gezegd wordt, dat de inschrijving der opzegging door het Bestuur moet worden onder teekend. Er zijn steeds nog coöperatie's, die vermeenen, dat met de uitdrukking: „het Bestuur" alle bestuursleden worden bedoeld. En dat wordt dan gebaseerd op een arrest van den Hoogen Raad, waarbij in een gegeven geval werd beslist, dat uittreding niet tot stand gekomen was, aangezien van de vijf bestuursleden slechts vier bedoelde onderteekening in het ledenregister hadden gesteld. Nu achten we dat arrest zeer juist, daar in de statuten der betrokken vereeniging zonder meer was bepaald, dat het Bestuur de Vereeniging ver tegenwoordigde en dat dit uit vijf personen bestond. Natuurlijk moeten dan voor de bestuurshandelingen alle vijf personen teekenen. Maar als in de statuten nog iets anders staat, b.v. „Alle stukken, van het Bestuur uitgaande, worden door voorzitter en secretaris geteekend", dan kan wel degelijk met de onder teekening van deze twee personen namens het Bestuur worden volstaan. Men vergete toch niet, dat het Be stuur een College is en dat de wet absoluut niet zegt, dat steeds alle leden van dat College moeten tee kenen. De statuten mogen dienaan gaande bepalingen bevatten, welke de zaak veel eenvoudiger maken. De Hooge Raad zegt dan ook in bedoeld arrest: „Vermits niet is gebleken", d.w.z. als uit de statuten niet anders blijkt, moeten alle bestuursleden teekenen. Uit deze tegenstelling mag men ge rust vaststellen, dat, ingeval uit de statuten anders blijkt, niet het ge- heele Bestuur (d.w.z. niet alle be stuursleden) behoeft te teekenen, maar slechts zooveel of die bepaalde functionarissen, in de statuten aan gegeven. GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende April 1923. De geldmarkt was de geheele maand minder ruim dan de vorige. Prolongatie noteerde voortdurend 3V2 °/o. De Staat deed weer een beroep op de geldmarkt en bood 6 j. 4V2 °/o schatkistbilletten aan, bovendien 4 0/0 éénjarige schatkistbiljetten en 3 mnds, en 6 mnds schatkistpromessen tot een gezamenlijk bedrag van 110 niil- lioen gulden. Voor deze inschrijving was de be- langstelling niet zoo groot als ver wacht werd. Op de wisselmarkt daalde de rnar- kenkoers plotseling in het midden der maand zeer scherp, om later weer eenigszins te herstellen, het slot was echter weer flauw. De Frankenkoersen schommelden ook nog al. De Pondenkoers was stabiel. De wisselkoersen te Amsterdam waren 29 Maart 16 April 30 April Berlijn 0.01153/4 o.oiao3/4 0.0080 Londen I I 8o'/4 11 887/g n.&S'U Parijs 16 80 17-— 17 35 Brussel 14.50 ï47° 149273 Op de Effectenmarkt bestond de meeste belangstelling voor rubber en suikerwaarden, terwijl ook Neder - landsche Staatsfondsen gezocht wer den. Druk was de markt echter niet. De Staatsfondsen noteerden te Am sterdam: 29 MAART 16 APRIL 30 APRIL 6 0/0 Nederland 1922 A 5 0/0 Nederland 1918 5 0/0 Nederland 1919 41/2 o/0 Nederland 1916 41/2 0/0 Nederlana 1917 4 0/0 Nederland 1916 1 0/0 Ned. Indië 1919 ioo'/4 q T 5 y1 18 93' 1» 90 85 'U 83 78 98 Vs IOI 91 'Vi« 951 J/i6 92 7S 8 5 "/ie 84V16 98 Ve ioo'U 9 2'/. 957a 917a 86'/,a 837a 99'V ie Uit onze Boerenleenbanken. Rijpwetering, t7-4-'23. Aan de^ Redactie van de „Raiff eisen-Bode". Met belangstelling heeft het Be stuur der Raiffeisen-Bank, Rijpwete ring, Oud-Ade, Kaag de verschil lende verhandelingen gelezen, om trent het salaris van den Kassier, voorkomende in de laatste nummers van de „Raiffeisen-Bode". De vaststelling van het salaris van den Kassier, heeft ook bij ons Be stuur dikwijls een punt van ernstige bespreking gehad. Wij hebben het steeds als een on verkwikkelijke zaak beschouwd, dat telken jare op de algemeene vergade ring, die zaak op de agenda moest worden geplaatst. Vooreerst hebben de meeste leden, zulks is zeer ver klaarbaar, weinig goede kijk wat de werkkring betreft van een Kassier, dan een uitgebreide Boerenleenbank, met een omzet bijv. van een paar millioen, hoe in alles de grootste nauwkeurigheid moet worden be tracht, hoe een Ivassièr, door met de menschen te kunnen omspringen, de Bank vaak kan bevoordeelen, hoe hij dikwijls als vraagbaak de leden aan zich verplicht en den bloei der Bank bevordert. Dan de verantwoordelijkheid bij zoovele soms zeer aanzienlijke bedra gen, daarbij komt nog een corres pondentie van allerlei aafd. Wie kan nu beter daarover oor- deelen dan Bestuur en Raad van Toezicht der Bank en toch moet vol gens de Statuten, de Algemeene Ver gadering daar uitspraak in doen. Nu verschillende Banken, groote omvang hebben gekregen, komt het ons Bestuur gewenscht voor, die be paling te veranderen. Het Bestuur der Raiff eisen- bank te Rijpwetering: N. P. VERHEIJ, Voorzitter. NOOT REDACTIE. In de nieuwe (Ilde) druk der Concept- Statuten voor de Boerenleenbanken, welke we bezig zijn te ontwerpen, is op dit punt voorzien in den geest, als door den inzender aangegeven. J.l. Donderdag 15 Mrt. hield de C. Boerenleenbank te Kapelle Z.-B. in het lokaal „Obadja" haar Elfde Jaar vergadering. Tevens herdacht ze hierbij haar 10-jarig bestaan, wat geschiedde op voorstel van het lid D. MalLekote en waarvan de regeling opgedragen werd aan het bestuur. Voor deze gelegenheid was het lokaal door een paar vrienden der bank

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1923 | | pagina 2