1 963/s 9&U UE RAIFFEISE N-B ODE. 59 neeren om voortzetting van het bedrijf mogelijk té maken of de fabriek zal moeten worden geliqui deerd zoo de deelnemers daarin voor de toekomst geen vertrouwen blijken te hebben, waardoor -misschien nog meer betaald moet worden. Dit ge vaar wordt, naar ons gebleken is, dikwijls te veel -onderschat, en naar onze meening kan er niet genoeg op worden aangedrongen, dat de op richters van coöperatieve fabrieken, tenminste zorgen, de oprichting van zulke ondernemingen zo-oveel moge lijk te bekostigen uit eigen middelen ter voorkoming van bovengenoemde risico's. Bovendien vergemakkelijkt een en ander de verkrijging van goedkoop bedrijfscrediet, het crediet voor kor ten tijd, dat slechts zoo nu en dan noodig is, bijv. voor aankoop van grondstoffen gedurende den tijd, dat alle vorderingen op debiteuren nog niet zijn geïnd. DE REGELING VAN TUINDERS VOORSCHOTTEN IN NOORD HOLLAND. We bedoelen die voorschotten, die aan tuinders zullen verstrekt worden onder gar-antie van de provincie (900/0) en vaneen particulier (100/0). De aanvrager wendt zich tot de plaatselijke Advies commissie (deze bestaat uit 2 leden van het Bestuur der Boerenleenbank en 3 leden der plaatselijke Tuinbouw- of Veilings- vereeniging)^ De plaatselijke Commissie brengt advies uit aan de provinciale Com missie uit de Veilingen en deze be slist. Die beslissing is dan aan de goedkeuring van Heeren Gedepu teerde Staten onderworpen. Dan zal dus de Boerenleenbank' na deze goedkeuring het voorschot kunnen verleenen (a parte schuld bekentenis, verkrijgbaar bij bedoelde provinciale Commissie, is hiervoor voorgeschreven.) Het voorschot moet in eens worden uitbetaald. Heeft de aanvrager 't dan niet direct geheel noodig, dan laat hij de rest als spaargeld bij de Boerenleenbank staan tegen dezelfde rente als de voorschotrente. De Centrale Bank stelt desge- wenscht a part crediet voor deze posten voor de Boerenleenbank open. De Centrale berekent hiervoor gewone dbbetrente, de Boerenleen bank brengt den tuinder de bij haar gebruikelijke voorsch-otrente in rekening. Staat de Boerenleenbank afwijzend tegenover het aangevraagd voor schot, dan zal dit wel blijken iri de plaatselijke Advies-Commissie, waarin twee bestuursleden zitting hebben. (Zijn de bestuursleden der Boeren leenbank er tegen en is de rest dier plaatselijke Advies-Commissie er voor, dan moeten die bestuurs leden maar aan het, aan de pro vinciale Commissie uit te brengen^ rapport, eene minderheidsnota -toe voegen. Men weet dan meteen, dat de Bank er zich niet toe leenen zal.) Natuurlijk komen alleen leden van de Boerenleenbanken voor het ver leenen van dergelijke voorschotten in aanmerking. Men leze voorts de algemeene voorwaarden, bij de bedoelde Pro vinciale Commissie uit de Veilingen, Langestraat, Alkmaar, verkrijgbaar. Zoo noodig wende men zich om verdere inlichtingen tot de Centrale Bank. HET GEHEIM DER ZEGEL WET. We stelden in een der vorige num mers, dat de deposito-biljetten (form. 7a en 7b) voor vast geld, door de boerenleenbanken af te geven, tot voor eene maand met 10 cents zegel werden gestempeld. Sedert wilde de Ontvanger op grond eener Ministe- riëele beschikking 30 cents zegel- Nu echter hebben we ontdekt, dat we wel weer voor 10 cent terecht kun nen, n-1. als er boven staat: „storting op deposito-rekening" en niet zooals nu: „deposito-biljet". Ziedaar het geheim! De Cen- 6' 0/0 Nederland 1922 A 5 o/o Nederland 1918 5 o/o Nederland 1919 4.1/2 0/0 Nederland 1916 4.1/2 o/o Nederland 1917 4 0/0 Nederland 1916 6 0/0 Ned.-Indië 1919 trale zal bij den nieuwen druk (daar zijn we aan toe) daarmede rekening nouden en de banken weer voor 10 cent kunnen helpen. GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende Februari 1923. In het begin van de maand was geld ruim aangeboden. Prolongatie noteerde steeds -ongeveer 21/2°/o, ter wijl ook particulier disconto a 21/2%. tot 3 0/0 noteerde. In de tweede helft van de maand was de noteering weer wat hooger, n.1. 3V2°/o. De Staat plaatste 4V1 °/o schatkist- billetten en promessen tot een ge zamenlijk bedrag van 80 millioen gulden. Voor deze inschrijving be stond goede belangstelling. Het nettorendement van dit papier be draagt 40/0 ruim per jaar. Op de wisselmarkt was wel het merkwaardigste verschijnsel de rij zing van de markenkoers, ondanks de gebeurtenissen in het Ruhrgebied. De' Duitsche Rijksbank wist n.1. maatregelen te treffen ter ver betering van den koers. De koers van den Mark steeg hierdoor, doch de koersen op België en Frankrijk waren' flauw. De wisselkoersen te Amsterdam waren: 31 Jan. 15 Febr. 28 Febr. Berlijn Londen Parijs Brussel 0.005 2'/z 11.79 15.05 13.25 0.0128Y2 11 S5 15-47 13.65 O.OI 12 11.89 15 425 I3-475 De Effectenmarkt trok zich van de internationale gebeurtenissen niet veel aan. De betere prijzen vo-or Indische cultuurproducten bedongen, maakten de desbetreffende catego rieën van aandeelsoorten weer meer gevraagd, wat gunstig op de koersen werkte. Ondanks alle malaise in Europa schijnt toch de -oeconomische toestand wel iets te verbeteren, wat zich uit in meerder vertrouwen in verschillende aandeelen en dienten gevolge in betere koersen. De Nederlandsch-Indische Regee ring plaatste een 5V2-% dollarleening in New-York tot den koers van 880/0. De Staatsfondsen noteerden te Amsterdam 31 JAN. 15 FEBR. 28 FEBR. 983/s 99'/u 100 '/la 87,5/,fi 897/i6 89 '/l6 92 Vq 94'/i6 94 87 88'/,6 88 84V16 83 «37/s 81 'I2 8i3/4 82'/,6 966/,fi

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1923 | | pagina 3